1995 Maart

Eindelijk was het dan weer zo ver, het voorjaarsweekend 1995 van Stichting Bebedokokoma. De Club die hun kostbare tijd, bloed, zweet en tranen aan de natuur spenderen, da`s wat anders dan die Vutters die hun sleurhut op de vrijetijdsknobbel zetten en niet verder komen dan Grollo, maar dit even niet ter zake. Dit jaar door omstandigheden bijzonder vroeg, te vroeg. De natuur lag nog duidelijk in de greep van koning Winter. We moeten ons eens flink achter het oor krabben als we weer zo vroeg weg willen, en niet omdat het daar jeukt. Afijn, het wordt bijna traditie dat Batman en Vliegend Hert op hun motoren vooruit snelden om kwartier te maken in Groß Dörgen. PFS008De kar met spullen werd bij Knobbe gehaald. De tent werd op Koel`s plek opgezet. Zeg maar gerust een bijzondere tent. Er waren zorgvuldige maatregelen genomen voor een snelle opbouw. De meeste tentstangen waren genummerd, er waren ook een paar bij die een kleurtje hadden, de rest was voorzien van een las. De tent stond er wonderwel snel. We hadden de truc snel door. Je moest er gewoon op letten dat de getallen en de kleuren niet hetzelfde waren, wat overbleef waren de tentstokken met een las… en die pasten ook niet. De tent stond er en werd gevuld met tassen, dozen, slaapzakken enz. Nou het volk nog. Voor een leuk vlammetje moesten we hout hebben, dus gingen we hout sprokkelen. Nu heeft Batman achter op de motor een bret waar je zo een dood schaap op kan leggen, deze is dus ook geschikt voor stukken hout! Op die manier sleepten we het hout bij elkaar. De dag verstreek snel, na een wandeling langs het Naturschutzgebiet Hase-Altarm was de dag om. Onze warm eten bestond traditiegetrouw uit Struik. Uit deze assortiment hadden we een explosief mengsel gevonden, namelijk chili concarne vermengd met goulash. Als leuning hadden we een paar pittige rookworsten toegevoegd en paprikapoeder moest het afmaken. Onder het eten hadden we het zweet voor de kop staan. Afwassen hoefde niet, het krulde vanzelf van de pannen. We rookten ein sigar dabei en zaten relaxt te vervetten. Vliegend Hert had gedurende de avond kampwacht aangezien Batman elders verplichtingen had en huiswaarts keerde. Vliegend Hert zat rustig aan het kampvuur en luisterde naar de nachtelijke geluiden toen Herr Werner als een dolle stier uit de duisternis kwam vallen. Geheel overbodig riep Werner nog dat Hert niet moest schrikken. Terwijl Werner een bierflesje open plopte zat Hert nog stukken long uit te hoesten. Het duurde niet lang meer voor de overigen arriveerden. Het was weer bal. Nunc est Bibendum, laat ons drinken. Het `Wir-gefuhl` was erweer. In de tent ging het feest verder. Traditiegetrouw deed onze Uil Oehoeboeroe het openings woord: Vrienden, Ik wil in dit openingswoord terug gaan in de jaren die achter ons liggen, een enkele herinnering ophalen van de nu voorbije weekends. Wij zijn begonnen als een bijeengeraapt stelletje oud-verkenners die de vreugde van het kamperen niet kunnen en willen missen. In november 1989 zijn wij volgens mij begonnen in een oude veewagen van onze gastheer Rolfes. Vooral aan dit weekend bewaar ik goede herinneringen. Vanuit deze wagen hebben we onze eerste nachtelijke dwaaltocht ondernomen in de toen nog uitgestrekte oerbossen van Groß Dörgen. Een tocht waar de meeste van ons hun schuilnaam hebben overgehouden, of was het anders Vliegend Hert? Dat weekend waar Batman met zijn poo.., oh sorry, ik bedoel natuurlijk met zijn been in de gruppe zat te roeren totdat hij stonk als een Suscrofa. In hetzelfde weekend verloor Oehoeboeroe zijn horloge en hij was het ook kwijt, evenals s`nachts zijn geheugen. De groep was hem uit het oog geraakt, hiervoor nogmaals mijn oprechte verontschuldiging. Het weekend waarin wij s`nachts achter de schoonvader van Yeti aan moesten. Bij Marlies in de auto naar Meppen. Aanleiding van dit alles was een gesprek tussen Yeti en Knobbe over Rubberdollie Jonnie. Yeti was hierna een beetje veel van de wereld en is gaan slapen. De lange Voetentocht begon zo mooi voor ons bijna allemaal, alleen Oei-oei zag het niet in het begin. Toen hij het weer zag was Vliegend Hert in de mineur. Dit speelde zich af tussen de eerste en de zestigste kilometer. Daarna smaakte de Haring-kots gelukkig wel weer goed. Het weekend dat Batman tot het moeras kon lopen en daarna wilde gaan liggen. Zijn katalysator was een beetje ontregeld. Het weekend van Hakatee die zei dat hij moest kotsen, maar het werd diaree. Denk nu niet dat dit een nieuw soort wild is, het was gewoon ordinaire poep wat hij naast zijn auto deponeerde. Hij was er letterlijk aan gehecht. Het weekend op vreemd terrein (Pilzen Hein), waar het bier uit de gewelven van Oei-oei voortreffelijk smaakte. Waar Oehoeboeroe de rookworst en de pinda`s twee keer zag. Waar wij op zondag de schuur van Wolf indreven, zo hard regende het. Het laatste weekend in de schuur, waar Oei-oei winterzure apfelgetränk genützt und gekützt hat, en goed heeft geslapen. Dit was maar een kleine greep uit de analen van Bebedokokoma`s observaties. Ik zou veel verder kunnen gaan maar dat kan niet want nu volgt een woord van opening. Ik ben er van overtuigd dat dit weekend op de koude grond ook weer goed wordt. Ik stel voor om de umgebung goed in ons op te nemen, want er is iets aan de hand. Het is namelijk lente, en de zomertijd vangt aan. De klokken gelijk zetten, de vogels beginnen te ontluiken, de bomen te zingen en de bloemen te knoppen. Ik heb gehoord dat dit weekend Buizerds zijn gesignaleerd. De bevers komen uit de winterslaap en de temperaturen stijgen de broek uit. Suscrofa is wild deze nacht en de zandafgraving groter. Laten we een doorbraak maken. Krijgen we een mooi meer met een wals op de bodem. Jongens, dit weekend wordt mooi, ik voel het. Heb samen een goede tijd. Oehoeboeroe. Tijdens het openingswoord werd op Underberg getrakteerd. Volgens Oei-oei smaakte het naar tiosulfaat. Hij kan het weten, dat heeft ie geleerd op school, toen hij nog een embryootje was. Weet je trouwens hoe ze een embryootje met een open ruggetje noemen? een cabryootje! Een sick joke? Een beetje pittig misschien, hier nog een: wat is 25 meter lang en stikt naar urine. Antwoord, een polonaise in een bejaardentehuis. Nog een; een man met een zwarte kat kwam in de kroeg en de man bestelde een pilsje met veertig kroketten, hij dronk somber zijn pilsje op en de kat verslond de veertig kroketten. Hierna bestelde hij weer een pilsje en veertig kroketten. Hij dronk het pilsje en de kat verslond wederom de veertig kroketten. De kastelein die veel gewend was kon zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en vroeg wat er aan de hand was. Dat zal ik je vertellen, zei de man, ik ben bij Jomanda geweest en mocht drie wensen doen. Ik wenste me als eerst een mooie auto. Zie je die Porsche buiten staan? die is van mij. Mijn tweede wens was miljonair worden. Hij liet zijn bankrekening zien. Bij de derde wens heeft Jomanda mij verkeerd begrepen toen ik vroeg om een onverzadigbare poes…. We kantelden de glazen met bier (Oei-oei zijn bokaal, zeg maar gerust teil) en genoten van het Bourgondische leven zo midden in de Bush-bush. De stormlantaarns zorgden voor stemming en pinda`s Oehoeboeroe de hik. We vergaderden de gehele avond door. Het is belangrijker om leven toe te voegen aan de jaren dan jaren aan het leven, dus namen we er nog eentje op. Iedereen heeft het altijd over ons drinken, maar niemand praat over onze dorst. Op het eind besloten we naar de zandafgraving te lopen. Dat was toch even schrikken. Waar eens een pad was en een bos van grove den en sparren, waar eens het jachtgebied van de Buizerd was, daar restte nu slechts een woestijn. Het was een Delicto Flagante. Wie doet ons dit aan? de bruut! Er waar blijft het Naturschutsverein. Doet dan niemand een bek open? Of is de Verein inmiddels weer ontbonden en opgegaan in een nog groter Verein, zodat de Bobo`s nog verdere reisjes kunnen maken. Als alle energie die aan het oprichten en weer ontbinden van dierenbeschermingsclubs is besteed, aan de dieren ten goede was gekomen reed nu elke ree in een Cadillac. We hielden er allemaal zo`n Kotex-gevoel aan over. Wist je trouwens dat Nederland het enige land op de wereld is waar vrouwen blauw menstrueren? Terug naar het verhaal, het gele zand zal weldra afgegraven worden, economisch belang en zo. Vervolgens zal er puin voor terug gestort worden. Geen stank maar puin als dank. Het was voor ons een koude douche. De toekomst is niet meer wat het geweest is. Wat doen we de dieren aan. Hierbij draag ik namens de Stichting Bebedokokoma een Litanie op voor de dieren.

Litanie voor de dieren, wij gedenken. Voor de vogels met gebroken vlerk, `t konijn, geklemd door stroperswerk. De vos, gejaagd door angst en pijn. De vlinders, die in doosjes zijn. De poes, die buiten wordt gezet. Het dier waar niemand op let. De honden, zwervend zonder baas. `t vervolgde hert, `t geschoten haas. De dieren zonder huis en haard. Het kreup`le, oud, versleten paard. De dieren, die in smart en pijn, martelaars der vivisectie zijn. Neemt Gij ze met `t gebroken oog, tot U, o Vader naar omhoog. Gij hebt ze ons slechts geleend, o Heer, en wenst ze ongeschonden weer. Uw stomme schepsels, groot en klein, die van de mens afhangelijk zijn.
Help hen, o Vader.

(Chretienne, P.Gunchel-Dekking.)

[slideshow_deploy id=’2440′]

Op de terugweg kwam de stemming weldra terug en zongen liederen over de hopman en akela en zo. In de tent was de inwendige mens aan de beurt. Volgens een bekend Duits spreekwoord: Erst kommt das Fressen und dann die Moral. Na lol kwam lal, pisten ons droog en kropen in de puut. Zaterdag 25 maart 1995. De zon kwam moe op die morgen. De nacht was koud geweest met storm en regen, allemaal van de waddenzee. (Daags na het Weekend was de wereld gehuld in sneeuw, dit bleef enkele dagen zo.) Gelukkig nam Batman mooi weer mee. Hij vervoegde zich in den vroege morgen weer bij ons en na de koffie gingen we het bos in om te observeren en dementeren. Op het weiland bij de kolk tegen de Hase-Altarm zagen we een achttal reeën wegsprinten. Zo`n aantal bij elkaar hadden we nog niet eerder gezien, een opstootje dus. We togen het braakballen-bosje in. Niet alleen uilen hebben braakballen, ook buizerds, valken en Herman (pinda`s). Langs de Hase-Altarm vonden we grote oesterschelpen waarbij een helft aangevreten was. Welk dier doet dit? de bever? nee, dat is een vegetarier. We hielden het op een visotter, hoewel deze in geen jaren hier was gesignaleerd. Maar je kon toch moeilijk verkopen dat de reeën het hadden gedaan. Op de smalste plek in de Hase-altarm hadden bevers een drietal bomen omgekluift. Toeval? of zouden echt van plan zijn een stuw te maken? We houden het in de gaten. Bekend is wel dat bevers in deze streken holen graven in plaats van stuwdammen. Maar het kunnen een paar eigenwijze vreters zijn die recalcitrant zijn. Zoiets van; jullie graven holen? Oké, dan gaan wij een stuwdam maken! We togen verder, de natuur was zo levendig als een bochel. Spoedig roken we de stal weer. Hier bleven we maar kort. We wilden een tocht langs squaw vally maken, maar stranden in de schuur van Berend. We moesten eerst wachten tot een schip met zoere appels voorbij was gedreven. De tocht die volgde was koud en nat. Hakketee vond een grote wijnfles en nam die mee voor zijn wijnkelder. Terug bij de tent bleek de temperatuur flink gezakt te zijn. Van 15 C° naar 2 centimeter. We troosten ons aan een oud drents versje. Is de piele slap, stop hem in de pap. In de piele stief, stop hem in het wief. Het Lange Gat verliet die avond de formatie in verband met huiselijke verplichtingen. Voordat hij wegging liet hij nog even een staaltje van kookkunst zien. Het was groen stamppotachtig iets en het smaakte voortreffelijk. Voldaan zat de Happy Few even later aan het kampvuur. Werner had even tevoren grote blokken hout gebracht, waarvoor hartelijk dank Werner!! Hij had deze met een vreemdsoortig vehikel gebracht. Het was groen stamppotachtig iets. Hij startte het ding op okselspray en reed stampend weg. Die avond hadden we een fantastische kampvuur waar menig lied ten gehore werd gebracht. Een clublied werd geboren en zelfs een vlag werd uitgedacht. De vlag: een witgele veld (driekwart geel) als achtergrond met als voorgrond een suscrofa. Om de suscrofa hangt een wolk, in het gele veld is de wolkenlijn wit en andersom. Waarom? Een suscrofa wroet in de natuur, geel staat voor voorjaar en wit voor najaar. De wolk geeft aan dat we ook belangstelling hebben voor alles wat in de lucht vliegt. Nu zijn er boze tongen die beweren dat de vlag afgeleid is van het feit dat we als zwijnen leven (suscrofa), verzuipen in het bier (geel/wit veld) en daardoor voortdurend in de wolken zijn (het wolkje). Dit berust wis en waarachtig op een vergissing, hoe komen ze erbij?? De avond ging door tot in de kleine uurtjes. Muziek, gelach ,knapperend vuur en gezang in de rook, ons voorland? Op de achtergrond liet een bosuil spookachtig van zich horen. Wij begroetten vrolijk Oehoeboeroe`s verre neef door het lijflied te zingen.
_ bèèbèèdokokomáá _ De bosuil zweeg. Die avond zongen we nog diverse kampliederen aan het kampvuur. De mondharmonica gaf iets van muzikale omlijsting en iedereen gilde.. enthousiast mee. De uurtjes werden kleiner en tenslotte kwamen de sterke verhalen. Old soldiers never die. Na verloop van tijd gingen we in de tent en logen daar verder. Ook hieraan kwam een eind, we gaapten als glasbakken en zochten snel de puut op. Hoewel het nog een poosje onrustig bleef werd weldra het Dörgener Wald omgezaagd, (Oei-0ei begon). Zondag 26 maart 1995. De trip leidde ons naar het Dorgener Moor. Traditiegetrouw banjerden we dwars door het moorgebied zonder iets te zien. Toch vonden we iets interessants, namelijk het mobiele jachthutje waarin we ons allereerste weekend hebben doorbracht. Dit riep weer de nodige dierbare herinneringen op. In feite was de hut nauwelijks veranderd, zelfs de posters hingen nog op dezelfde plaats. De speelkaarten uit de richels waren verdwenen. PFS009Het houten bord met inscriptie WEIDMANSHEIL wenste ons een goede jacht toe. Voorop de wagen was een bord gemonteerd met de volgende tekst ‘Erhalte Gott das Deutsche Land, das Wild den Wald den Jagersland’. In feite staat er; we houden van de natuur dus mogen we de bewoners in repen schieten. Het blijven Pruisen hé. Even verderop vonden we een zeldzame paddestoel de zgn. Latexus Dildus Erectus. Een foplul dus, waarschijnlijk verloren tijdens een hoestbui, alsnog Gezundheid!! Zo`n verlies laat natuurlijk wel een leegte na. Het leven kan hard zijn, althans een stuk ervan. Oehoeboeroe stak het achter op zijn muts. Hij stond erbij als Kluk Kluk die geslachtsgemeenschap had gehad met een bord soep. Maggi d`r in? Hij steeg in achting, zo`n 15 cm. Verderop deden we een vondst wat sterk deed vermoeden op een heftige nacht op de achterbank van een auto, tja ook dat is van de natuur genieten. Yeti nam een paar gevonden lakschoentjes mee. Voor Yeti voortaan een paar eieren minder, hij raakt helemaal uit z`n gewone doen. Terug op het kamp begon het te regenen. We maakten haast op het kamp op te breken. Tussendoor propten we ons vol met worst, moest op. Spoedig was alles opgeruimd en namen afscheid van elkander, we moeten dit keer wel lang wachten op het volgend kamp. Alhoewel, het is zo weer november. We moeten een voorbeeld nemen aan de vlinder, hij telt geen maanden doch momenten, .. en hij heeft tijd genoeg. Het afscheid nemen van elkaar ging vlug, het regende inmiddels pijpenstelen dus leuter je niet zo lang. De barbecue staat alweer op het programma, er is meer dat ons bindt dan ons scheidt. De Latexus Dildus Erectus heeft nog een lange tijd kampwacht gehouden, stram, kop omhoog, leunend tegen een stevige tak en zachtjes knikkend in de wind. Hij vond het allemaal wel goed. Rest mij nog te zeggen, Moed broeders, struikel niet. © Vliegend Hert, 22 mei 1995.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *