2002 April

26 april 2002.
Het inkwartieren gaat met de Ketel eenvoudig. Men hoeft alleen de opgeworpen barricades op te ruimen en het kwartieren is gepiept (de slabladenreinigingsbak was niet meer aanwezig). Kussens, dekens, mokken, borden enz alles is aanwezig. Wat we nog wel moeten doen is de ketel voorzien van artefacten en foto`s. Dan wordt het echt een clubhuis. Die middag hebben Batman (B.) en Vliegend Hert (V.H.) het uilebos onder handen genomen. Met name een Horst, w.s. een Buizerdnest, trok de aandacht. Vorig jaar hadden we het ontdekt in een hoge grove den. Bij het benaderen vloog een roofvogel als een schicht van het nest. Aan de stam geen sporen te zien van uitwerpselen of prooiresten. Waarschijnlijk zijn we te vroeg. De roofvogel is nog broeds. B. en V.H. trokken verder naar de Hasealtarm.

untitl10 untitl5

Een gerucht van Oehoeboeroe werd nagetrokken. Deze had een zestal weken terug een dode bever in het water zien drijven, zo`n 100 meter stroomopwaarts van de stuwdam. Oehoeboeroe had weer eens sterk overdreven, het was 95 meter. Als een volle aardappelzak dreef de bever pofferig tussen overhangende berkentakken. Het was in verre staat van ontbinding. V.H. zette zijn wandelstok achter de voortanden en trok holle bolle Gijs op de kant. Zijn wandelstok had hem weer een goede dienst bewezen.

Terwijl V.H. met de wandelstok in de corpus van de dode bever prikte nam B. close up video. Het beest meurde verschrikkelijk. B. `s maag draaide om en daarmee de video-opname`s. Kokhalzend deed hij afstand, mietje. We besloten de dode bever te laten liggen. Zo vaak zien we geen bever, zeker niet van zo dichtbij en zo dood. Vliegend Hert kwam met het voorstel om de schedel te behoeden voor de definitieve ontbinding. untitl13Als zo`n herteschedel op een plankie! B. probeerde kokhalzend iets tegen in te brengen, onverstaanbaar. Voorstel aangenomen! Morgen gaat de club terug naar de plek waar we de dode bever hebben gevonden voor decapitátio. B. en H. vervolgden hun weg en kwamen via de rundweg terug bij de Ketel. De hemel betrok. Het begon te regenen en het werd snel koeler. Helaas bleef dit het hele weekend zo. `s Avonds arriveerden Yeti en Oei oei. Oehoeboeroe was helaas absent. De Uil had andere beslommeringen, maar was toch aanwezig. Een plastiek in de vorm van een uil die Oehoe riep wanneer je er voorlangs liep. Aanwezig was ie, en hoe! Batman deed als oudste het openingswoord. Volgens traditie kreeg ie de kans niet. D`r leuterde wel altijd iemand tussen, Wullum Bier was ok joarig en zo. Batman had nog iets over het weer, nat en slof, hij vergeleek het met een primair vrouwelijk orgaan. Batman had gelijk, het was kutweer. Het thema van het weekend 0402 is: ken de bever van binnen en van buiten. Terwijl de wind om de Ketel joeg en de bosgeesten buiten hun domein opeisten was het binnen warm en guzzelli. Oude en nieuwe gebeurtenissen werden smakelijk verteld, daarbij werd schaamteloos gelogen, de hoorn des overvloeds kolkte over.
Zaterdag 27 april 2002.
Een wandklok met vogelgeluiden probeerde ons die nacht wakker te houden. De klok was een rechtstreekse gevolg van een TubberWare Party. Batman was als eerste eruit, deed vlijtig de afwas, zette koffie en kookte eieren. Voor het koken is weinig inteligentie nodig, we hadden anders wel een vrouw meegenomen. Vliegend Hert kwam als tweede uit bed. Zo tegen 9 uur werd Yeti en zijn grote knuffel wakker. Als reden gaf Yeti aan dat het raam teveel frisse lucht binnenliet. Nu kan ik me geen verschrikkelijker reden bedenken om wakker van te worden. Het zal je maar overkomen. Al die frisse lucht zo vroeg in de ochtend. Yeti uit bed, om 10.00 uur zaten we panklaar om de tafel. We maakten ons op voor de klus, de zaag lag klaar. Een smerige klus moest gedaan worden. Batman keek bescheten, trilde met zijn onderlip, had iets over Buizerdnest en was verdwenen. Ahaaaa, vandaar die vlijt in de vroege morgen! Yeti, Vliegend Hert en Oei oei togen op pad. Naarmate de drie de altarm naderden werd het weer onstuimiger. Dikke wolken pakten zich samen. Alsof de bosgoden ons wilden afhouden van de bever. Ter hoogte van de beverdam reageerde Pluvius woedend. Hevige slagregens met felle windstoten geselden op de drie neer. De lijkschenners probeerden in de luwte van een meidoorn beschutting te vinden. Het vervelende was dat de meidoorn nog geen blad had en daarmee geen beschutting. De drie lijkepikkers bleven geduldig staan totdat ze nat waren. De drie kraaien namen het glibberige bospad, verderop lag het corpus delictus. De vloek van de bever trof hun. Na 50 meter begon het hevig te hagelen, de wind huilde stormachtige door de kale bomenkronen. Ze waren vastberaden. Vloek van de Bever of niet, we gaan door!! Op 10 meter afstand van het eindpunt hadden we daar alweer spijt van. Dat beest lag daar heerlijk relaxed voor zichzelf uit te meuren. Yeti begon naar lucht te happen, hij verschool zich achter een boom, zodat de geur hem niet kon zien. Vliegend Hert had de zaag in zijn handen. V.H. stapte af op de bolle stinkzak en zette de zaag in het zachte rotte weefsel. Decapitátio ofwel onthoofding is geen leuke klus in je vrije tijd. Toen de zaag verdween in het weefsel begon het lichaam mee te lubberen. Alsof het weerstand bood door nee te schudden. De weergoden reageerden verwoest en haalden nu alles uit de kast. Een felle flits met een knallende donderslag kwam over ons heen. Onder een gesel van hagel en felle windstoten vervolgde Vliegens Hert zijn morbide klus. De zaag zocht zijn weg ter hoogte van de luchtpijp, er kwam een 6 weken oude lucht vrij. Het rook naar put. Tied veur een pafke. Bij de lichtflits van de onweersbui dacht Vliegend Hert dat iemand het belangrijkste moment van het weekend op foto vastlegde. Niet dus. Bij gebrek aan vrijwilligers was het Vliegend Hert die de decapitátie in zijn eentje moest klaren. In de verte hoorden we een autotoetertje. Het was Batman, hij kon niet in de Ketel, had geen sleutel, ach gut, lekker puh. Vier man en een beverkop reden even later door de mistige regen terug naar de Ketel. Vliegend Hert had op het kamp een aluminium pan zien liggen, die kwam ons goed van pas. In de barbeque werd een houtvuur gemaakt waarop de aluminium pan gevuld met water werd gezet. De beverkop werd op deze manier uitgekookt. untitl8Het resultaat was een intacte beverschedel (op één kies na, die werd per ongeluk weggegooid). Ondertussen regende het maar door. In de Ketel gingen we maar achter de braadworsten, je moet toch wàt. De regenbuien kwamen nu in eskaders. De club zag kans om tussen de eskaders door het uileveldje te bezoeken. De horst had onze aandacht. De roofvogel vloog van het nest. Volgens Batman was het een havik, sinds hij een hele rij valken op een draadje zag moesten we hem niet tegen spreken van de dokter. Het kon ook een Buizerd zijn. We joegen Yeti de boom in voor nestinspectie. De nest bleek leeg. We waren te vroeg. We haastten ons naar de Ketel omdat het volgende schip met zure appels zich aandiende. Langzaamaan werd het donker, de pot bier kwam op tafel. Zo`n hele dag in de ketel zitten is niet veel aan maar je hebt geen andere keus. Je wordt er wel moe van. Tegen 23.00 uur begonnen de gordijntjes in de ooghoeken naar elkaar toe te schuiven. Huize ‘Avondrood, maar nog lang niet dood’ ging in ruste.

Zondag 28 april 2002.
Het regende. Het regende en het regende. Pluvius was nog steeds boos. We deden de raam aan de leizijde wagenwijd open. Van hieruit hadden we zicht op de weiland met kolk.

Ons ontbijt bestond uit gekookte eieren, augurken, hotdogs, brood met kaas, koffie en Faxe. Direct na ontbijt gingen we achter de braadworst. Deze zijn blijven liggen omdat de barbeque gisteravond wegens regen niet doorging en omdat de beverkop erin sudderde. Dan de braadjes maar in de koekenpan. Tussendoor spoelden we de etensrestjes tussen de tanden weg met Faxe. Direct na de nuttiging van de braadworsten was het Angelus, tijd voor het middageten. Deze bestond uit bruine bonen en vlees. We loensden nog na van de braadworsten. Met een verzadigde vetstem bromde Batman dat de bruine bonen zo na het vele eten wel een beetje veel was. Drie borrelende burpen antwoordden bevestigend. De pan met vlees moest wel leeg. untitl9We dronken ons moed in een begonnen aan de klus. Vlees verwijderen uit een pan hadden we dit weekend reeds vaker gedaan. Alleen dit rook iets anders. Na de klus leken we hoogzwanger. Het was een slijtageslag op onze binnenwerk. Weet je trouwens wat het toppunt van slijtage is? Een neger met een witte lul. Met volle pens keken even later weer naar buiten over de weiland en kolk. Het bestudeerden het groeiend gras, dat was boeiend. Wanneer een vogeltje het lef had iets dichterbij te komen brak een discussie los, een heggemus, een spreeuw, een doefe, een valkie. Ja, ja, Wullum een valkie. Eén fototoestel klikte zacht, bij een andere toestel het geluid van een opklappend vlizotrap. Een mecanodoosje. Yeti had zijn vogelhuisje vergeten. Hij beweerde de verfdoosje jaarlijks naar de schoonmaker te brengen. Het kost maar 100 gulden, deed ie al 20 jaar. Na 2000 gulden heb je een doosje waar je licht in kunt bewaren, vergeet ie hem ook nog! Het regende maar door, het was welletjes, we braken op. Een paar van ons keken met hun derde oog nog even door de WCbril. De Ketel weer op stee en wegwezen. Op de parkeerplaats in Nederland namen we onder genot van een sigaar afscheid. Mij konden ze zo zachtjes aan versnijden als tabak. Moed broeders, struikel niet.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *