2011 November

Bokweekend 2011.  Het dreigde een mistig weekend te worden die 18, 19 en 20e November van 2011 maar we hadden geluk. Nederland zat potdicht. Maar Duitsland niet, daar moesten we zijn. Na het traditioneel teveel aan boodschappen te hebben ingeslagen bij de Aldi en C1000 te Klazienaveen trokken we naar het land van Hermann. Een staalblauwe hemel zal ons de komende dagen ten deel vallen. Blijkbaar was Groß Dörgen verrukt toen we kwamen, bij binnenkomst in het dorp poseerde speciaal voor ons een Grauwe Kiekendief in haar onderjurk. Gewillig ging ze op een tak zitten en maakte een duikvlucht naar het weiland. Gretig werden hiervan foto’s gemaakt. In het bronsgroene eikenwoud van Groß Dörgen stond geduldig in het dichte struweel een mosgroene Ketel op zijn bezoekers te wachten. Wij bleken niet de enige bezoekers.droppedImage_22 Bij het openen van de luiken vluchten een dozijn spinnen, motten en meer klein grut alle kanten op. Hup, hup, plaats maken voor de zwijnen. Op een paar na werkten de beestjes allemaal mee. Die hingen een dag later boven de gebakken Hamburgers. Als ze niet oppasten vraten we ze d’r gewoon bij op. Het weekend in November gaat voortaan het BOKweekend heten. Naar het Bokbier dat alleen in deze tijd van het jaar verkrijgbaar was. We kregen het nog druk die vrijdagavond, op het avondprogramma stond sluiting na 24.00 uur en we moesten die avond ook nog op visite bij Malies. Deze was verjaard tot 49. droppedImage_1Vier SusScrofa’s brachten die avond een sonate a capella aan Malies. We werden beloond met een verlegen giegel. Op de gedekte tafel stonden volle schalen met eigengemaakte cakejes en dergelijke. Een kwartier later waren die vakkundig leeggevreten. Een riedel Duits bier spoelde de laatste tafelmanieren weg. BURP, SCHEET,kom, we stappen maar eens weer op. De Ketel kreeg die avond een prachtige trofee erbij. Oei-oei had op internet een wandlamp besteld die de vorm had van een SUSSCROFA-kop. Die was zo mooi, die bleef de gehele nacht branden. Een trotse Oei ging ermee op de foto. Zie foto, ennuuhh, links is de bestelde kop. We waren een beetje opgewonden die avond, dat kwam niet van Malies maar van de trektocht. Die stond ons morgen te wachten. We gingen dit weekend de Lange Voeten Tocht (LVT) lopen. De digicamera van Vliegend Hert had na 10 jaar de geest gegeven (voor een prikkie te koop) en hij had zich een nieuwe aangeschaft, de Fusjifilm HS20 EXR ennogwat met een objectief-equivalent van 710 mm (kwijl, kwijl). Normaal onmogelijk om daarmee uit de hand te fotograferen, echter het apparaat had een stabilisator (teiltje). Na een lange vrijdagavond werden de kooien opgezocht. Nu kwam nog een fantastisch gadget van Vliegend Hert hem zeer goed van pas, namelijk een paar oordopjes. Het is inmiddels bekend dat wanneer de oren van Oei-oei, Yeti en Oehoeboeroe de hoofdkussens raken er allerlei pruttelende, ratelende, krakende, gierende mechanismes in werking treden. Ja hoor, even later stond de Ketel op zijn grondvesten te schudden. De rest van Groß Dörgen, inclusief de jarige Malies, schudden zachtjes mee. droppedImage_9 droppedImage_17In het zachte schijnsel zag ik nog net een paar paniek-oogjes van een spin. Twee pootjes in de oren, de overige klampten zich vast aan het gordijn. Voor hem werd het een lange nacht. De volgende morgen begroette ons een waterige zonnetje in een heiige wereld. Gelukkig trok de mist snel op, een prachtig landschap ontrolde zich voor onze ogen. We namen de tijd voor een goed ontbijt en nog meer tijd voor een bezoek aan biechtstoel De Porie. Ook hier paniekreacties van spinnen, nu de pootjes in de neus. Tegen 11.00 uur vertrok de troep. De LVT begon. Allereerst brachten we een bezoek aan de Appeltuin. Hier lagen houten kasten, manden, rekken en dergelijke ter verbranding ende vermaak voor de komende zomer. We trokken de oude kampeerplaats op en zagen de eerste ree verderop in het veld. Langs de Hase zagen we door het struweel nog eens twee reeën die verschenen aan de rand van het Uilenbos. Na een paar tevreden knorren en een verholen vloek trokken we verder. Wat ons opviel, aan de overkant van de Hase waren alle Populieren gekapt. Was hier de Kettingzaag-scene van afd. Groen bezig? Nee, het bleek een onderdeel te zijn van een veel groter natuurplan in deze regio. De Hase gaat meer ruimte krijgen om haar overtollig water tijdelijk te parkeren. Hiervoor moesten de zomerdijken wijken. Tja, laten die Populieren nu net op de zomerdijken staan. Maak d’r maar klompen van. We trokken naar het zandgat. In het bruin-groen-gele landschap vielen af en toe struiken op met fel roze-rode vruchten. De Kardinaalsmuts. Hiervan werden macro’s gemaakt. Verder was elk graspolletje door spinrag ingepakt. Het spinrag was op zijn beurt voorzien van dauw. Het najaarszonnetje scheen er devoot doorheen en deed zijn best om er een kleurenmozaïek van te maken gelijk een kerkraam.

droppedImage_1 droppedImage_20 In het grote zandgat werd geen zand meer afgegraven, het had daardoor zijn gele kleurenpracht grotendeels verloren. Duizenden boompjes en struiken waren daarvoor in de plaats gekomen. De natuur nam wederom bezit van dit gebied. Het zal echter nog tientallen jaren duren voordat het weer volledig hersteld is. Zoveel tijd hadden we niet dus trokken we verder. Langs het zandgat richting Bokeloh naar het VELD VAN HET EIKELTJESGRAS. Op de weg erna toe deden we een vreemde ontdekking. Het pad door het woud begon te praten. Van deze zeer bijzondere fenomeen waren Oehoeboeroe en Vliegend Hert getuige. Dit pad staat voortaan bekend als het PRATEND PAD. We zullen nooit ontdekken wat dit pad heeft doen laten praten. Hoewel er wel een vermoeden bestaat. Oei-oei had namelijk zich vlug uit de voeten gemaakt waarbij een sliert moerasgas hem onzichtbaar volgde. Bij Oei-oei werkt het net iets anders als bij een onweersbui, bij hem komt eerst het geluid, dan heb je nog 3 seconden. Na het Pratend Pad verscheen het Eikeltjesgras, een veld vol. Kort daarna verscheen een van de Altarmen van de Hase. Niet dat deze zelf naar ons toe kroop, wij liepen er tegenaan. Hier maakten we verscheidene herfstopnames. De gekleurde bladeren stonden er, met de zon op de achtergrond, als lampionnetjes bij. Genoeg te zien in de natuur, als je er maar oog voor hebt. In de verte doemde de kerktoren van Bokeloh op. Bokeloh was het keerpunt van de LVT. Om de grens van de geciviliseerde wereld aan te geven had een ambtenaar een hek bedacht met een draaigedeelte. Het leek meer op een ambtelijke dwaling. droppedImage_6We maakten een foto van de Bokeloher Brucke. We gingen achter de kerk de dijk op waar een paar eeuwenoude eiken ons begroetten. De boomwortels hadden zich als leeuwenklauwen vastgezet in Duitsland. Op het plaatselijke kerkhof bezochten we enkele bekenden zoals de schoonvader van Yeti, de familie Wulf en Werner zijn moeder en broer. Voor Wulf, eens een machtige boer met een eigen smederij en koetshuis, was geen kandidaat goed genoeg voor zijn kinderen. Het gevolg was dat de familie Wulf uitstierf en een ver familielid met de poet streek. Nicht slimm, Wulfje. Na het bezoek aan het kerkhof was de kerk zelf aan de beurt voor een bezoek. Stil betraden wij de kerk en keken vol ontzag naar boven. Vliegend Hert fluisterde dat het orgel op een reuzenblaasbalg werkte. Het werd even stil, nu moet je met SusScrofa’s niet over blaasbalgen praten zonder fysieke gevolgen in de vorm van gereutel en gepruttel. Zachtjes rinkelde iets over de kerkvloer. Het was een spijkertje. Hugh? waar kwam dat spijkertje vandaan? We keken naar boven, we zagen een crucifix, de arm los van het kruis, de hand kneep de neus dicht. Razendsnel maakten we ons uit de voeten. droppedImage_8 droppedImage_6Buiten gekomen zagen we aan de Römerstraße 1 een Kneipe. Het was Altes Gasthaus Giese, ons keerpunt in de tocht. Aan Frau kastelein vroegen we of we buiten mochten zitten. Een tel later zaten we in een prachtig najaarszonnetje te genieten van een pint bier ‘mit ein Kleinen’. Er volgde spoedig nog een pint, het leven werd gevierd. We trokken hierna over de HaseBrucke en vervolgden onze terugweg naar de Ketel. Het open landschap liet zich gewillig lenen voor herfstfotografie. Op de meest onverwachte plekken werden we getrakteerd op ongekende kleuren. Ook hier veel omgelegde Populieren. Het landschap werd er opener door. Met de late middagzon in de rug trokken we over de zomerdijk terug naar Groß Dörgen. Onderweg zagen we een opmerkelijk natuurverschijnsel, een boomparasiet. Enkelen van ons noemden het Maretak. Als een enorme takkenbol had deze zich vastgezet aan een hoge boomtak. In Nederland was deze allang door een bloemschikkunstenaar ingepikt. droppedImage_15 droppedImage_11 droppedImage_10 droppedImage_14 We vervolgden ons pad, steeds meer gesneuvelde Populieren volgden. Overal lagen opgestapelde lijken, het ging steeds meer op een massaslachting lijken. Via het Altarm kwamen we terug op de Hase. Spoedig verscheen de ons bekende brug waar Uil en Oei nog even poseerden. Die avond trakteer de Oei-oei ons op een culinair hoogstandje. Een goddelijke Bokbier-bruinebonengerecht die zich voort bewoog op een aantal tenen knoflook. Heeeerlijk, Oei-oei had zichzelf overtroffen. De trektocht werd hierna nog eens flink nageëvalueerd. Gretig schransten we die avond in de vele sappige braadworsten die wederom werden weggespoeld met liters Bokbier. Langzaam veranderden we in stinkbokken. Die nacht klampte weer menig spinnetje aan het gordijn om niet door de luchtverplaatsing naar buiten te worden geslingerd. Die ochtend zaten in de Ketel vier uitgeruste zwijnen en een achttal doodvermoeide spinnen gretig op het ontbijt te wachten. Er werd gekozen uit een licht ontbijt bestaande uit broodjes met knakworst, hamburgers, eieren en braadworst. Natuurlijk rijkelijk gelardeerd met Unionsauce. Uil, nog iets nagroenend, had iets scherps meegenomen. Daar sneden we onze tong aan, niet te vreten. Wederom werden we verwelkomd door een strakke blauwe lucht met een waterig najaarszonnetje. Ons plan was om op de verharde weg te blijven zodat we onze voeten een beetje droog hielden. Even later liepen in het drassige bouwland richting de leegstaande boerderij van boer Wulf waarvan wij altijd dachten dat het boer Wolff was. Op het verlaten terrein werden foto’s gemaakt van het hoofdgebouw met zijn vele bijgebouwen. Kwade tongen beweren dat Snoeing, de Polizist die Dein und Mein niet uit elkaar kon houden en zodoende dacht dat een jachtvergunning hetzelfde was als een eigendomsakte, de boerderij al had geplunderd. droppedImage_2 droppedImage_23In ieder geval is veel materiaal verdwenen van het Wulf-terrein en ligt nu opgeslagen bij een boerderij verderop richting Bokeloh. Het is me wat, laat daar Herr Schnoeing nu ook gezien worden. We wilden via het pad langs de spookboerderij het terrein verlaten maar werden geblokkeerd door een zondagse koe. Ze had haar nachtmaskertje nog op en met haar grof permanentje en haarextensie probeerde ze indruk te maken op Oei-oei. Die maakte een paar foto’s van de dirndl waarbij ze met haar lippen smakte en tochtig in de lens loenste. We wilden Oei-oei even alleen laten, even een moment samen. Maar Oei-oei mompelde slechts, ‘Tot cellofaans, sudderlap’. Snel stapten we over het prikkeldraad, niet rekening houdend met de lichaamsbouw van Oehoeboeroe. Volgens de Wijze Uil lag het niet aan zijn korte benen, het draad was te hoog. droppedImage_13Een winkelhaak in de broek en een geile koe was het gevolg. Verderop stoof een ree achter ons langs. We gingen ervan uit dat de ree het pad zou oversteken en maakten van het pad alvast een foto. Zeg maar niets, wij vinden onszelf ook slim. Wederom werden we verderop in het donkere woud verrast door een wonderlijk fenomeen in de natuur. Bij de bosbeek hadden we een plek gevonden waar Boselfen een ontmoetingritueel hadden gehad. Vol ontzag keken we naar de boom met elfenbankjes. Allen geoefende ogen, zoals die van ons, konden dit bovennatuurlijke verschijnsel waarnemen. droppedImage_24 We maakten een foto van deze bijzondere plek zodat ook minder begaafden een poging kunnen wagen iets paranormaals waar te nemen. Het pad langs de spookboerderij gaat voortaan het ELFENPAD heten. Bij de Brucke over de Mittelradde viel ons een Fischteich op. Het was zwaar gebarricadeerd en voorzien van serpenten oftewel Navodraad. Blijkbaar had de eigenaar ook reeds kennis gemaakt met de Boselven. Op elke boom op het terrein had hij een huiveringwekkende koeiekop gespijkerd. Was nog dood ook. Petri Heil, Petri goeimiddag. We trokken snel verder. Bij Alwies Rolfes werd een Winterkoninkje gekiekt. Echt een watervlug vogeltje terwijl het toch een landdier is. Terug in de Ketel aangekomen werden nog een paar pilsjes genuttigd. Daarna pakte ieder van ons rustig zijn eigen spulletjes bij elkaar en werd de Ketel opgeruimd. Bekers, glazen, bestek, alles werd schoongemaakt. Bokweekend 2011 zat erop. We hadden het niet beter kunnen treffen met het weer. droppedImage_18Wij hadden geen koeienschedels nodig. Op elke boom op ons terrein in Groß Dörgen hadden we in gedachte een herinnering gespijkerd. Maar deze waren wel levend.

We maakten ons op voor een groepsfoto.

Nog maar eens de timer van het fototoestel uitgelegd.

Als het lampje begint te flikkeren NIET NAAR VOREN LOPEN.

                                                                                                               Hugh??

droppedImage_9

Uiteindelijk toch een groepsfoto gemaakt. Moed broeders, struikel niet.                                           Geschreven door Vliegend Hert


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *