1990 Mei

Weekend Stichting  “BEDOKOKOMA”  Afd. NOBST 19 en 20 mei 1990 Zaterdagmorgen, vroeg, zeer vroeg, bij het onderkomen, de Grot van de Yeti, zijn wij samengekomen, de hele Stichting. Hiervandaan zijn wij naar Groß Dörgen vertrokken, om daar al weer voor de 3e keer ons observatieweekend te houden. Batman heeft zijn rijdend comfort meegenomen, om ons daarin onderdak te verschaffen. Ik stel voor om rijdend comfort, aan te duiden met BATMOBILE, zo blijf je ook een beetje in de sfeer. Dit uitgevouwen, bood ons een vreselijk fijn onderkomen. Het was warm, want er zat een kachel in, maar die hebben wij alleen `s avonds gebruikt, overdag hadden wij zon. Zodat wij het buiten konden doen. Nu niet direct naar de bekende weg vragen, ik vertel gelijk wat wij buiten konden doen, dat gezeur steeds. Ik bedoel dus dat wij buiten koffie en thee en water en Hansa, enz…… konden drinken, brood, aardappelen, snert, soep e.d. kon eten. Zo nu ben je uit de droom geholpen. Want zegt het spreekwoord niet, DROOM JE NIET, DAN BEN JE WAKKER. Nadat alles was opgebouwd, voor overnachting enz.moesten wij naar de familie Rolfes, Berend zijn vrouw had namelijk een jonge dochter gekregen, wij moesten dus aan het “KRAOMSCUDD`N, en de jonge ouders een pakje geven met een jurkje voor de baby. Zij waren daar erg blij mee, want Berend had geen tijd om het uit te pakken. Berend de jonge vader, heeft het pakje weggelegd op de kast, en strompelde zielsgelukkig naar de ijskast, om daar met een flesje drank weer vandaan te komen, en samen met ons te drinken uit één glaasje, welke voor ieder 2 keer werd gevuld. Scheelt ook mooi in de afwas, nu 1 glas anders 7 glazen. Vandaar ook het gezegde “beter 1 glas in de hand, dan 7 in de afwas. Maar het koude spul uit dat ene glas was lekker, daar ben ik het allemaal over eens. Na het KRAOMSCHUDD`N terug naar de BATMOBILE hebben wij het weekend daadwerkelijk doen aanvangen. Ik ben van mening dat de natuur met hogere temperaturen er anders uitziet dan b.v. `s winters. Neem nu onze eigen natuur, je had ons luie beesten kunnen noemen, wij zijn op het kampeerterrein gebleven om daar de bloemetjes buiten te ……. bekijken, vooral die hele kleine, welke wij niet konden vinden in de boeken.  landschap89

Zonde was dat, want ze zagen er zo mooi uit. Maar er waren er ook veel welke wij wel kenden, neem de brandnetel, de dovenetel, weegbree, distel, zuring, Hansa, grote rolklaver, witte klaver, leuke hobby is dat, ik bedoel natuurobservatie. Maar je krijgt er wel honger van, ik bedoel van de buitenlucht, dus moest er gegeten worden. Maar helaas, de melk, de melk, zijn we dat vergeten? Nee, het ligt in Yeti`s auto, auto op de kop, geen melk, wat nu te doen? Yeti komt met de oplossing, ik regel dat met mijn schoonpa, en gaat op pad, roept nog, ik ben zo terug. Wij wachten op Yeti+melk, een half uur, geen melk, uur, geen Yeti. Oehoeboeroe word onrustig, roept Oei Oei vogel, en gaan achter Yeti aan. Maar, wat is er gebeurt Yeti is onderweg aan de bosrand gaan zitten om een bronstig reekalf te observeren, en is door de vermoeienissen van de lange werkdagen in een diepe winterslaap weggezakt, wat moeten wij hier nu weer mee, RubberLatex roepen kan niet, want dat is een vies woord, ook om op papier te zetten, maar dat is bij ieder lid van onze crew bekend. Houden wij het maar liever romantisch, wat dacht je van deze. Niet geschoren. Mijn roosje, fluisterde hij zacht, en drukte zijn wang tegen de hare, mijn cactus, antwoordde zij, haar hoofd zacht terugtrekkend. Mooi of niet, het staat er toch maar. In ieder geval hebben wij de Yeti wakker gekregen, en vervoerd naar de Batmobile. Aldaar hebben wij hem in z’n slaapzak gelegd. Waarna hij toch ruim een uur heeft geslapen. Omdat er toch kampwacht moest zijn, hebben wij onze observatie voortgezet op en rond het kampement, en ook nog enige mooie planten waargenomen. Ik noem de Spaanse ruiter, de Daslook, Perzikbladig Klokje en de Wilde kaardebol. De avond hebben wij gebruikt voor het onderhouden van de sociale contacten en  wat daar zoal bij hoort. Toen de duisternis ingevallen was zijn Oei-Oei vogel en Oehoeboeroe samen op nachtobservatie uit gegaan en wel langs de openbare weg om daar groot wild te zoeken. Over een afstand van 5 km. hebben wij zeker 5 reeën zien oversteken, vlak voor ons langs, inclusief de nodige konijnen en hazen, maar het grote wild wat wij zochten was in geen velden of wegen te bekennen, wij zochten naar Zwart-wild en vonden het niet. Hiervan verslag uitgebracht, aan de groep, en daarna onze nesten opgezocht om te slapen. DIT WAS DE ZATERDAG. De zondagmorgen, die begint voor ons altijd vroeg, de reden hiervan is dat deze dag altijd kort is omdat er een bepaalde tijd is afgesproken om huiswaarts te keren. Het eerste wat door ons gedaan werd, toilet maken uiteraard, en daarna voedsel. Voordat je aan een observatie begint kun je dat beter wel doen, want een knorrende maag kan al gauw het wild verschrikt doen weglopen zodat je niet meer kunt spreken over observatie, maar meer aan een speurtocht, om het terug te vinden en dat is het laatste wat wij willen. Iedereen deed dus weer mee, en wij zijn onze observatie gestart, op het pad langs de door ons veel bezongen Hase, want dat wij toffe jongens zijn, dat willen wij weten. Aan datzelfde pad, daar deden wij onze eerste ontdekking, wij vonden daar een zeldzaam beschermt plantje en mocht deze nog niet beschermt zijn, dan wordt dat hoog tijd. Het plantje was een donkerhartkleurig bermviooltje. De naam zegt het al, bermviooltje. In alle bermen doodgespoten, maar aan de Hase nog niet, dus heren niet PLUKKEN…….bosvioolVerder langs de Hase, een mus vliegt verschrikt op, uit de struiken langs het pad, en een groene kikker springt voor onze voeten weg. In het water van de Hase drijft hout met daarop een vermoeide eend. Rechts naast ons, hoor je de roep van een Buizerd welke is neergestreken op een weidepaal. Boven ons zweeft een valk, op zoek naar een prooi. Bij het zandgat aangekomen, schiet er een bosmuis z`n holletje in, vlak voor de klauwen van een valk. Een gewone Pad kruipt langzaam over het pad, zich niet bewust het mogelijke gevaar, van hetgeen onze grote voeten kunnen aanrichten. De wanden van de zandafgraving lijken ieder jaar steiler, maar daarvoor hebben wij geen angst. Geen angst.  Een bergbeklimmer: “En als het touw nu een moest breken?” Gids: “Geen angst, zegt hij, ik heb er thuis nog hopen liggen.”  Wij nemen dus de makkelijkste weg, dan hebben wij, de rest van het touw niet nodig. Vanaf het zandgat lopen wij weer het bos in, voor ons zien wij een Vliegend Hert, zijn grote kaken dreigend vooruit gericht, maar geen angst, hij vliegt bij ons vandaan, Op zoek naar een andere prooi. Verderop in het bos hoor je de bijen van de bijenvereniging zoemen. Een eekhoorn springt verschrikt van de ene naar de andere boom, om uit ons gezichtsveld te verdwijnen. Bij de dooie arm aangekomen, zien wij vissen zwemmen in het warme voorjaarszonnetje, een rivierkreeft laat zich zacht naar de bodem zakken en zwemt uit ons zicht. Hoog aan de hemel roept een sperwer en zweeft vredig verder zonder zich om ons te bekommeren, op het weiland zien wij een ree in de bossen verdwijnen. Dit allemaal meemaken en zien, dat doet ons goed, wij zijn allen diep onder de indruk en laten dit over ons heenkomen als een roes, een roes die nooit verdwijnen moet. Een stuk natuur langs de Hase zo puur. Omdat te aanschouwen, die plek waar volgens ons ieder dier zijn eigen plek heeft gebouwen. Dit stuk natuur, niet groot en ondoordringbaar, is voor ons vreselijk mooi en laat deze plek en stuk van ons leven worden, al is het maar voor een paar weekenden in het jaar. Hier kun je, je drukke leven tot rust laten komen, samen met de natuur. Wat zou het mooi zijn om van die natuur, alles te weten, ieder dier te kennen, iedere te onderscheiden, de eetbare en de giftige. Ik stop met dit verslag, want het is tijd om op te breken. Wij moeten weer terug naar onze dagelijkse beslommeringen en ons weer voorbereiden op een volgend natuurweekend. Maar de herinneringen, aan dit, en voorgaande weekenden, zullen ons ook door deze moeilijke tijden loodsen. Ons aller Yeti en Oehoeboeroe deden het in de zomervakantie, samen met hun kinderen, nog eens dunnetjes over, in de vorm van een vis- en natuurvakantie. Een vakantie, waar zij buiten het vissen, absolute rust hebben gehad, omdat Koos,  een zwager van ons, de kinderen alles vertelde, over wat er groeit en bloeit heeft verteld, en van planten en vissen heeft laten eten, planten waarvan wij dachten daar moet je afblijven. Jongelui mocht ik wat teveel op papier hebben gezet, neem het mij niet kwalijk, het is aan mijn brein ontsproten. Ik wens jullie een goede voorbereiding op het volgend weekend.  Groeten, Oehoeboeroe van de stichting.

Bijgevoegd informatie: Oehoeboeroe benoemd zichzelf in het verslag samen met Yeti en Oei-oei. Natuurlijk waren in dit weekend ook Batman en Vliegend Hert stevig aanwezig. Yeti vond het nodig, dit weekend, zijn schoonvader te confronteren met het feit dat de verkering van Marlies in een andere relatie reeds een kotertje op de wereld had gezet. De daarop volgende emotionele explosie werd door die twee geblust in alcohol. Bij Yeti gingen de oogjes toe, hij lag als een schoteldoekje over de hek. Schoonpa had eindelijk een reden om de kroeg in te duiken, hij deed het nablussen nog eens dunnetjes over. Oehoeboeroe en Oei-oei achten zich verplicht schoonpa te zoeken, ze zijn daar het grote deel van de nacht mee bezig geweest, voor niets uiteraard. En schoonpa? die kwam die dag gewoon iets later in de morgen thuis.  Batman en Vliegend Hert? Zij stonden erbij en keken er na, ….met ogen zo groot als argus.

 

 

 

 


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *