Computer

De eerste “computer” was in feite een mechanische telmachine, uitgevonden door de Engelse wiskundige Charles Babbage in 1823. De in 1904 uitgevonden vacuümbuis werd pas in 1944 toegepast als aan- en uitschakelaar om zodoende de binaire code te kunnen gebruiken. Het principe voor de hedendaagse computer. De eerste computer was de Eniac, in 1946 gebouwd voor de Amerikaanse leger om ballistische problemen op te lossen, het ding woog dertig (!) ton. In de jaren zestig werd met behulp van de, in 1947 uitgevonden, transistors, de zogenaamde IBM mainframe computers gebouwd. De capaciteit van deze miljoenen kostende computer legt het af tegen de huidige gemiddelde pc. In 1959 begon Texas Instruments meerdere transistors op een klein stukje silicium te etsen, Intel gebruikte deze techniek in 1971 voor het maken van de eerste microprocessor, de 4004. De pc-revolutie begon. De computerclubs schoten als paddenstoelen uit de grond. Uit één van die clubs, de Homebrew Computer Club uit Californië, kwamen Steve Jobs en Steve Wozniak, de stichters van Apple Computer. In 1976 de Apple I, in 1977 de Apple II. In 1979 ontwikkelde Xerox het zogenoemde PARC systeem, waarbij gewerkt werd met een muis of een joystick en iconen op het scherm. Ook IBM kwam met een pc, gebouwd rond de nieuwe 8088 processor van Intel en met software van Microsoft: MS-DOS. Aanvankelijk alleen voor het opslaan van recepten. Of, in mijn geval, het schrijven van scripties. In 1991 volgde ik een opleiding aan de Rijks Hogeschool in Groningen. In die tijd werden alle scripties nog getypt op een typmachine. Kleine correcties waren met de correctietoets weg te werken. Grotere correcties deed je met correctievloeistof. Moest een heel paraaf worden verwijderd dan moest de scriptie geheel over worden getypt om de tekst aaneensluitend te krijgen. Soms werd een scriptie wel drie, vier keer overgetypt voordat het werd definitief werd ingeleverd bij de tutor. Ik had in die tijd geen typemachine. Maar er was een goede vervanger op de markt, een computer. Mijn kameraad had een Apple computer. Daarmee kon je tekst verwerken zonder papier. Alle correcties waren simpel op het scherm uit te voeren. Was je tevreden dan print je het spul gewoon uit. Natuurlijk moest ik ook zo’n ding hebben. Geen Apple want die krengen waren in die tijd ook al veel te duur. Bovendien hadden ze veel minder spelletjes en dat soort ongein dan de reguliere MS-DOS machines. Ik kocht me in de kelder van V&D in Emmen een Headstart computer. Wel 40 mb harde schijf en 4 mb intern geheugen. Kloksnelheid was 4 Mherz. Deze pc had echter een turboknop. Wanneer deze werd in gedrukt verscheen op het beeldscherm een rode balk met de mededeling dat de computer op turbosnelheid van 8 Mherz werd gezet. Je had de neiging om in vuurdekking te gaan liggen. Bij het opstarten van de pc verscheen een startprogramma. Je kon allerlei spelletjes kiezen, een publisher-programma waarmee je een krantje kon maken en natuurlijk de eerste versie van Windows. Dat laatste gebruikte je niet want dat vrat bijna al je embeetjes op. De pc was zelfs voorzien van een cd-rom drive. Zelfs een paar cd’s waren bijgevoegd. Een encyclopedie en een woordenboek. Zelfs een rijmwoordenboek zat erbij. Omdat de heren V&D zwaar Christelijk op de hand waren kon een elektronische bijbel natuurlijk niet ontbreken. Maar die bleef bij mij in het cellofaan. Ik voelde me toen mijn tijd ver vooruit. Ik deed echter nagenoeg niets met de cd’s. Het bleek een gereformeerde marketingtrucje. Opeens was de muis stuk. Hup, kapotte muis naar V&D. Zonder muisbesturing geen pc. Kreeg zo een muis terug. Niet dus. Daar kreeg ik te horen dat de muis naar de centrale werkplaats zal worden opgestuurd. 6 weken (!) later kreeg ik de muis terug. Natuurlijk experimenteerde ik met de computer zonder eerst de gebruiksaanwijzing te lezen. Een gewoonte die moeilijk af te leren was. Vol ontzag keek je naar het beeldscherm. Ik had nog nooit van directory’s gehoord, laat staan sub-directory’s en dergelijke. Je deed maar wat. Ik snapte er geen hol van. Nadat ik een boekje had gekocht van MS_DOS voor beginners begon langzamerhand iets te dagen. De onderlinge handel tussen mijn collega’s in software nam een aanvang. Van een collega kreeg ik een paar diskettes waarop het tekstverwerkingsprogramma Word Perfect stond. Je propte de juiste diskette in de juiste volgorde in de diskettegleuf oftewel station A. Op het beeldscherm las je wat je verder moest doen. Een kind kon de was doen. Ik kon mijn verslagen maken op een blauw scherm met witte letters. Ik kon tekst corrigeren waar ik maar wilde. Als ik het opsloeg bleef alles bewaard. Met de bijgekochte Starprinter kon ik op kettingpapier alle tekst uitprinten. Ik had opeens een voorsprong op al die studenten uit Groningen. Die zaten met hun tekst op papier letterlijk te knippen en te plakken tot alle tekst foutloos in goede context stond. Dan moest het hele zooi nog netjes worden uitgetypt. Natuurlijk had ik snel verstand van computers. In die tijd was je in het pc-land der blinden rap koning. De handel in spelletjes verliep eerst per diskette. Toen per doos diskettes. Later per CD en nog later per doos CD’s. Ieder had wel ergens een spelletje opgedoken. Prince of Persia was razend populair weet ik nog. Ook stoute dingetjes stonden toen al op diskette. Zo kreeg ik een diskette waarop de smurfin een beurt kreeg van een andere smurf. Onder begeleiding van een schreeuw van James Brown met zijn song ‘WAUW, I feel good, tadadadadada’. Om dit discreet te kunnen bekijken ging ik stiekem naar de lege kamer van de chef waar een pc stond met geluidsboxen. Met mijn ervarenheid wist ik de geluidsboxen aan te zetten, met mijn onervarenheid de volumeknop op VOL. De daaropvolgende schreeuw van James uit de boxen deed al het personeel naar de kamer van de chef rennen. Daar stond ik met twee handen op het beeldscherm mijn schaamte af te dekken. Bewonderend werd naar het beeldscherm gekeken, hoe deed ie dat? Ik was opeens een computerdeskundige. De tijd verstreek. Ik had inmiddels een andere computer gekocht bij ComputerTotaal in Klazienaveen. De computer werd compleet op wens geprogrammeerd en gaf service aan huis bij problemen. Opeens verscheen op mijn werk een leuk programmaatje, het vuilnisemmertje. Nu standaard bij Windows, toen in 1994 een nieuwtje. Je kon zo een bestand oppakken en naar het vuilnisemmertje slepen. Als je de muisknop losliet hoorde je een klaterend geluid in een vuilnisemmer. Het bestand was verdwenen in de vuilnisemmer. Prachtig toch? In het vuilnis-programmaatje zat een mogelijkheid om het bestand terug te halen. Als computerdeskundige had ik dat niet nodig, ik wist heus wel wat ik deed. Ik had het vuilnisemmertje ingesteld op alles definitief verwijderen. Vroeg in de volgende morgen deed ik mijn eerste beroep op service aan huis van Computer Totaal. Had ik toch, tot enig vermaak van ComputerTotaal, de hele C-schijf definitief in het vuilnisemmertje weggemieterd.

Geschreven door Henk Beukers

 


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *