De geschiedenis van Erica

Voor het ontstaan van Erica moeten we terug naar de negentiende eeuw. In 1860 werd begonnen met het graven van de Hoogeveensche vaart ten zuiden van Emmen (Dr). In de tijd dat de Amerikaanse burgers elkaar te lijf gingen betraden de eerste verveners Noord- en Zuidbargerveen, de streek van toekomstig Erica. We schrijven 1863. Van het gezin Veltrop is bekend dat zij de eerste nacht op Erica doorbrachten aan de toenmalige weg Schoonebeek-Emmen. Deze zandwal lag 200 meter oostelijk van de huidige Ericasestraat. Deze plek wordt nu nog steeds bewoond. Het werd niet zomaar door Veltrop gekozen. Uit overlevering is bekend dat hier zandwallen lagen die met hun blonde kruinen bakens vormden in een zee van veen. Het waren de meest zuidelijke uitlopers van de Hondsrug. Opzij van Ericase straat ligt een uitloper, deze is als een verhoogde glooiing in het landschap te zien. Was dit de oorspronkelijke weg naar het noorden? Het was gebruikelijk dat op strategische plekken langs wegen schansen werden gebouwd. Zo loopt de oorspronkelijke weg van Erica via het Schoolpad naar oostelijk Emmen. Hier ligt een schans, de Emmer Schans. Het is mogelijk dat de Ericase zandwallen, waar de familie Veltrop een heenkomen zocht, onderdeel waren van een versterking. De zgn. ‘Bargerschans’ lag immers niet ver uit de buurt. Zo’n honderd meter het veld in aan de kerkweg werd een oude voorladerpistool gevonden. Omstreeks 1670 trok hier een gedeelte van de 24.000 man sterke leger van Bommen Berend langs. Bé ging shoppen in Groningen en met zo`n groot leger wil je wel eens een pistooltje verliezen. De eerste plaggenhut bouwde het gezin Veltrop aan de huidige Kerkweg. Later heeft Rieks Berendsen hier nog gewoond. De woonplaats is allang verdwenen, het is nu landbouwgrond. Door de definitieve vestiging waren de Veltrops feitelijk de eerste bewoners van Erica. Korterik werd ook genoemd als eerste bewoner, deze trok echter snel verder. Een dochter uit het gezin Veltrop was Anna Gezina Veltrop (1856 Slagharen-1919 Erica), die huwde met Herman Josef Kölker (1847 Slagharen-1928 Erica). Herman Josef Kölker en Anne Gezina Veltrop zijn in feite de stamouders van de huidige familie Kölker (of Kolker) te Erica. De eerste bewoners van Erica kwamen uit Slagharen en de voorouders van deze mensen kwamen uit het Duitse katholieke Bentheim. In Zuidoost Drenthe zijn vele familienamen van Duitse oorsprong. Sommigen zijn vernederlandst door de umlaut weg te laten of de klank letterlijk te noteren. Kölker werd Kolker, Bökers werd Beukers. Op het kerkhof in Wietmarchen zijn veel oorspronkelijke namen terug te vinden. De eerste bewoners hadden de nieuwe nederzetting graag “Nieuw Slagharen” willen noemen. Er was immers ook Nieuw Amsterdam, Nieuw Dordrecht en Nieuw Schoonebeek? Gelukkig was er iemand met iets meer fantasie, of hij kon geen lange plank vinden. Feit is dat iemand aan zijn huis een plank had geplaatst met de letters “Erica”, verwijzend naar alom aanwezige dopheide. Erica werd het en is zo gebleven. Erica ligt zoals gezegd op de meest zuidelijke uitloper van de Hondsrug, deze liep vanaf het noordelijke gelegen Zuidbarge dwars door Erica. Overleveringen spreken van gele zandheuvels op de huidige Kerklaan. Vroeger werd op Erica gezegd dat de Hondsrug eindigde in de mestbult van van Dooren. Ze hadden bijna gelijk. De zandrug liep echter verder richting kerk, boog naar het zuiden, volgde een stuk kerkweg en boog in zuidoostelijke richting af. Ter hoogte van de Duikerstraat lagen in het veld zandheuvels met verstuivingen die overgingen in hoogveen. Kinderen speelden op deze zandheuvels en kwamen thuis met broze vazen die ze in het zand vonden. De plaatselijke boer heeft later nog veel stenen werktuigen gevonden, waaronder een prachtige zwarte vuistbijl. Niet de arbeiders die het zand moesten afgraven waren debet was aan de vernieling van grafheuvels. Die twijfelachtige eer kwam toe aan de toenmalige Archeologische Dienst uit Groningen. Bij archeologische vondsten werd het werk stilgelegd. De heren archeologen hadden alleen oog voor de historische vondsten, zonder zich te bekommeren om de sociale omstandigheden van de arbeiders. Stilleggen van het werk betekende voor de arbeiders geen inkomsten. De gevolgen lieten zich raden. Elke glooiing of heuveltje werd snel geëgaliseerd zodat het werk door kon gaan. Verrassend genoeg lieten de arbeiders een stukje grond onbewerkt liggen. Het plekje blijft geheim, daar valt ongetwijfeld nog iets te vinden.

Geschreven door H. Beukers.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *