2012 Maart

Vrijdag 16 maart 2012

Na een aantal avonden te hebben geoefend met rondjes van 10 km, stonden Bat en Hakketee vrijdagmorgen om vijf voor zeven voor mijn deur. Na afscheid te hebben genomen van mijn echtgenote togen we op pad. Even later tikten 3 paar Nordicstokken over de Kerklaan op weg naar Groß Dörgen. De Hike van 35 km was begonnen. Het eerste stuk tot aan de Duitse grens was gelijk ook de stevigste, zo’n 9 kilometer. Hier namen we onze eerste pauze en deed ik mijn eerste natuurobservatie, twee Kiekendieven. Mijn determinatie moest ik enigszins bijstellen toen de Kiekendieven begonnen te snateren. Ik maakte dit goed door mijn kompanen erop te wijzen dat verderop een Buizerd op een paal zat. Ik besloot toch maar een pauze in mijn determineren te leggen toen bleek dat de Buizerd begon te kraaien. Allen waren er over eens dat dit een goede zet was. We waren echter nog geen 100 meter in Duitsland toen ik wederom een natuurobservatie deed. P1020305Pal naast de hak van Batman, de lomperd, deed een Adder zijn best om een veilig heenkomen te zoeken. Maar dat ging zomaar niet. Die kapsoneswurm moest eerst nog voor ons poseren. Dat deed ie dan met een gelaten gezicht. Toeristen, hoorde je hem denken. Hakketee duwde voorzichtig een Nordic stick in het Adder-strotje. ‘Kiek’n offe wul biet’n’. Batman maakte een paar mooie foto’s. We liepen snel verder, een beduusde Adder op het pad achterlatend. Een aantal kilometer verderop kwamen we bij de Griendveenshalte. Er waren inmiddels een aantal uren verstreken. Het ondersteuningsteam liet ons van hun meegebrachte koffie genieten. Na Noe?, twee BumsBullies? Jazeker, Yeti had zich ook Ein Vollig-TUV-geprufte-Rollstuhl-fahige-Shutlle-Bus-fur-jedes-Krankheitsbild aangeschaft. Hij wou ook eens het gebied tussen Giethoorn en Noord- Groß Dörgen verkennen. Vrolijk toeterend namen de twee afscheid, een geluid dat weghad tussen een slippende V-snaar en een grieperige Gans. We passeerden de A 31 waar we een korte pauze hielden in een bushokje. De pauze werd ernstig ingekort door een illegale methaangasdump van Hakketee. Het voorheen vernietigingskamp Groß Fuhlen diende zich aan. Hiervan stond alleen nog een transformatietoren. Op de belendende panelen hadden zich in de vorige eeuw huiveringwekkende taferelen afgespeeld. Een paar kilometer verder had ik het punt bereikt waar ik de vorige keer kapseisde. Snel stoomden we op naar de middagprak. droppedImage_1Na de middagpauze trokken we op naar Meppen. Een Drents Kwartier later werden we ingehaald door een Schnell Imbiss. Wederom werden we door het ondersteuningsteam verwent met een heerlijk bakje koffie. De voorste wijken van Meppen waren inmiddels in de verte zichtbaar. In het centrum wisten Batman en Hakketee een leuk terrasje. Hier ploften we tevreden knorrend neder. Naast het terras zagen we een oud mannetje moeizaam uit het restaurant strompelen. Tot verbazing van ons allen stapte het opgewarmde lijk in een patserige BMW en reed langzaam weg. Wij stapten hoofdschuddend op en aten verderop in een Schnell Imbiss een currywurst. Op naar Giesen in Bokeloh, onze laatste halte voor Gross Dorgen. Bij Giesen namen we nog een pint. Tegen 16.00 uur stonden we op de Dörgener Brucke. Vanuit de struiken konden we de ons bekende ganzenstrontgroene Ketel zien. Een foto van aankomst werd gemaakt. Na 35 kilometer zat de Hike erop. Met de reeds aanwezige leden van het ondersteuningsteam namen we plaats aan het Kampvuur. `s Avonds vervoegde Oei-oei zich bij ons en trakteerde Bambam ons op een heerlijke warme prak. Die avond maakten we plannen om een bepaald gebied bij het dorpje Versen te verkennen. Er waren voornemens om een vierbaansweg aan te leggen door dit gebied. We besloten de zaterdag het gehele traject af te lopen en een gedeelte van de route met closetpapier uit te zetten. Uiteraard werd het die avond weer bar gezellig, stond de Ketel te schudden op zijn grondvesten en liep de Porie langzaam vol.

Zaterdag 17 maart 2012

Na ons ontbijt van brood, eieren, gemarineerde haring (niet zure) en in mosterd geswaffelde knakworstjes gingen we op pad. De A37 wordt in Duitsland als het ware doorgetrokken richting Cloppenburg. Bij Versen wordt de binnenbocht genomen en loopt het dwars door een moerasgebied. Het is de vooruitgang maar we vonden het toch jammer van het gebied. We hadden een missie. We hadden de Berenburcht nauwelijks verlaten of we deden onze eerste observatie. Een roege chauffeur had een boom geramd en een paar stille getuigen achtergelaten. Bij de volgende observatie gingen we ons afvragen of het bier gisteravond d’r wel goed was ingevallen. Aan een tak hing iets roods. De kerstman was een bal kwijt, kan pijnlijk zijn, hoeft niet. Op de topografische kaart hebben we de binnenbocht gisteravond eens goed bekeken. We besloten de weg in het gebied uit te zetten met een lange sliert toiletpapier. Als een soort van Land-art. Die middag toogden 6 man en een toiletrol naar het moerasgebied om de route van de snelweg precies in kaart te brengen. We verlieten de verharde droge weg en deden nog even het watertje aan naast Knubbe. Het water was zwart, koel maar vooral nat. Bij Alwies werden we op een originele wijze gewezen op café An der Biberburg. 055 061Alleen het verband met de fiets ontging me een beetje. Onderweg werd nog een ree gefotografeerd en kreeg een oude schuur plotseling belangstelling. Dan nog even een pauze op een bankje in het bos met een lekkere pilsje erbij. De boog is niet altijd gespannen. Een oprisping herinnerde ons aan de gemarineerde haring. In het moerasgebied waren we nog nauwelijks eerder geweest. We vonden in een oud vervallen schuurtje allerlei attributen van een imker. Een klein kooitje voor de koningin was iets bijzonders. Verderop kwamen we een proefopstelling tegen van de universiteit van Osnabruck. Ik adviseer de studenten nog een aanvullende cursus te volgen: Achtergelaten Troep Opruimen. Sompige rietvelden, modderige paden. Vele bomen stonden naargeestig dood te wezen, alsof ze de snelweg al zagen aankomen. Af en toe zakte je langzaam tot de enkels weg in Duitsland. Maar het mooie voorjaarszonnetje maakte alles goed. De route van de snelweg liep precies over een groot weiland. Hier nam Bambam plaats in een jachtkanzel en gaf luide aanwijzingen die prompt met de harde wind werden meegevoerd. Dat viel nog niet mee, zo’n sliert papier in de wind recht te leggen. Yeti werd slim. O jee. Hij legde op het papier natte aarde zodat het bleef liggen. Het natte papier knapte echter zodat we achter de slierten aan moesten rennen. Geweldig idee Yet. Ondertussen zat in de verte hoog in een kanzel Bambam te gebarentalen. Links, links, tikkie rechts. Langzaam werd de kromme sliert recht. Eindelijk lag het op zijn plaats, hierlangs kwam de snelweg te liggen. Vanuit de kanzel maakte Bambam een heuse land-art-foto.IMG_5508_09_10_tonemapped Zoals gebruikelijk bij snelle kunst werd de sliert opgeruimd en in brand gestoken. We trokken verder. Achter een boerenerf waakte een enorme haan over zijn hennen. We kwamen op de grote weg en staken de Mittelradde over. Die volgden we een tijdje, er was namelijk een drijvend corpus gezien. Dat bleek een enorme Beverrat, een mannetje. De opblaaspop lag voor een stuw relax te drijven. Totdat het van Hakketee met een lange stok een duw kreeg richting opening. De dode Beverrat had zijn vrijheid terug en dreef richting Hase. Met een beetje geluk was hij eerder bij de Ketel dan wij. Onze pogingen om de toekomstige snelweg te volgen werd ernstig belemmerd door het landschap. Het moeras deed zijn best om moerassig te zijn en zat vol met oer. IJzer dat je in kluitjes zo aan de oppervlak kon vinden. Als het water dan gaat kleuren naar het vele ijzer dat hier in de grond zit leverde dat wel prachtige foto’s op. Onze route eindigde bij een brede sloot. Hier kwamen de genietroepen Bambam en Hakketee. Deze wierpen een paar grote takken in het water, daarover vervolgden we onze weg. Na even gerust te hebben bij een grote Fischteich kwamen we uit bij een brede sloot die eindigde bij Alwies Rolfes. 096 In het bouwland had zich een grondverschuiving voorgedaan waarschijnlijk door het vele water dat in de winter was gevallen. We liepen van hieruit terug naar de Ketel. Onze veldtocht zat erop. Het kampvuur wachtte. En een staldeur wil ook branden. Na genoeglijk een paar goudgele rakkers te hebben genuttigd kwam Bambam met een wokgerecht die stond in de maag, bij sommigen bleef het staan. Na enig wikken en wokken (grapje) gingen we in de Ketel om de dag in het bijzonder en het leven in het algemeen te evalueren. Pas diep in de nacht werd het wat rustiger.

Zondag 18 maart 2012

Terwijl Oei-oei een innige relatie met zijn knuffel onderhield stond de schoonmaakploeg vroeg op. D’r lag behoorlijk wat achterstallig onderhoud in de potten, pannen, glazen en bestek. Het ochtendontbijt werd klaargezet met de unieke smaakcombinaties. Opnieuw kwamen de gemarineerde haringen op tafel, niet dezelfden van gisteren hoor. Plus een mosterdpot om hierin wederom de knakworsten te swaffelen. Zachtjes naboerend gingen we op weg. De Klein Reussiestocht ging naar het zandgat om de biodiversiteit aldaar te bestuderen. Vanaf de dijk langs de Hase konden we een viertal reeën observeren die achter de Kolk in het veld graasden. Op de dijk zelf zagen we een boom waartegen de reeën heerlijk hebben geschurkt. Ach, het zijn ook maar uhh reeën. Altijd jeuk op een plek waar je niet bij kunt komen. 122Het zandgat lag erbij zoals een zandgat in maart erbij hoort te liggen. Stil en doods. In het gat zag Bambam een ijsvogel langsflitsen. Het kon aan de opgeboerde gemarineerde haringen liggen hoor, maar wij zagen niets. Wat we wel zagen waren sporen van crossers. Van die gasten die hun vrije tijd gaan besteden ten koste van de natuur. Achterin het gat liep de wal langzaam naar boven. Van hieruit had je een prachtige uitzicht over het zandgat. Deze gaat voor de snelweg zand leveren zodat de bodem nog twintig meter lager komt te liggen. Misschien niet zo gek. Nu hadden ze in het ondiepe water zo’n honderdtal afgezaagde boomstronken gedumpt. Niet bepaald een natuurlijk gezicht. Mooier is een diepblauwe binnenmeer. Uit het zandgat gekomen liepen we richting het Pratend Pad. Hier bood de Lente zich aan. Een bekende gezegde luidt: de Tjiftjaf kondigt de lente aan. En de Tjiftjaf kondigde zich aan, en hoe. Het was net alsof we een buslading van die tjiftjafferige verenbollen over ons uit gestrooid kregen. Helemaal in het lentegevoel dartelden we terug naar de Ketel. De natuur in Maart is nog niet mooi maar wel in blijde verwachting. Overal zie je lentebodes die de mooie tijd aankondigen. Wij werden blij en dorstig. Terug in de Ketel werden de laatste biertjes opengetrokken. Toen gingen we de spullen bij elkaar pakken en maakten we ons op voor de groepsfoto. We vertrokken naar Drenthe. Het werd weer stil in en om de Ketel. Een eekhoorntje rook voorzichtig aan een kwak witte wurmen die onder de Ketel lag. Macaroni afgieten is best nog wel moeilijk hoor. Moed broeders, struikel niet.                                Vliegend Hert

[slideshow_deploy id=’2573′]


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *