Vrijdag 27 maart om 00.06 uur stond Batman bepakt en gezakt voor de deur van Vliegend Hert. De traditionele hike van 35 km naar Gross Dorgen (GD) was begonnen. Het was zwaar bewolkt waaruit elk moment een plens kon vallen. Maar Pluvius was ons die dag redelijk goed gezind. Vol goede moed vertrokken wij naar de Duitse grens. Achter de Sint Antoniuskerk in Zwartemeer namen we onze eerste pauze. Met in de verte de witte rookpluimen van de Purit in Klazienaveen namen we afscheid van Drenthe. We trokken via een smokkelpad Duitsland in. Aan beide kanten van ons trok de hemel dicht, de wind nam aan kracht toe. Die hadden we gelukkig achter ons zodat we af en toe een speels duwtje in de rug kregen. Opnieuw was het landschap anders dan voorgaande jaren. In razend tempo werd het landschap over de grens vol geplempt met varkens- en kippenschuren. De lucht hing vol met die van de kiloknallers. In de verte wachtte een ree ongeduldig op ons, achteraf bleek dit de enige ree te zijn die we dit weekend te zien kregen. Op de voorheen abortusweg kwam Yeti met de ondersteuningswagen ons inhalen. Hier konden we uit de wind even genieten van een bak koffie. Yeti was nog niet weg of het begon te regenen. We naderden de autobahn A31. Toen trok Pluvius de sluizen open. Vertwijfeld zochten we naar een overkapping, op een gesloten boerenkar was niets te vinden. Met het hoofd diep in de nek trokken we de A31 over. Zo’n vierhonderd meter verderop wisten we nog een overdekte bushalte te staan. Toen we die eindelijk bereikten hield het op met regenen. De rest van de dag bleef het droog. In Gross Fullen namen we de middagpauze. Omdat we vroeger waren vertrokken kwamen we dit keer in het centrum van Meppen een geopende kroeg tegen. Voldaan namen we buiten onder de serre plaats. Na het nuttigen van een Duits biertje voelden we ons afkoelen. Wegwezen uit die koude wind. Bij onze bekende Schnell Imbiss waar normaal gesproken de currywurst niet te vreten was namen we Pommes frite. We zaten warm binnen. Daarom bestelden we gauw een paar koude Krombachers. De tocht naar Bokeloh was een fluitje van een cent. De statieweg leek steeds korter te worden. Op het eind wachtte ons de bekende beloning, Gasthaus Giese. Vier bellen Koningsbier later maakten we ons op voor de laatste kilometers van de Hike. Traditiegetrouw werd een foto op de Hasebrucke gemaakt. In de warme Ketel kregen we geen kans om op adem te komen. Bambam, Oehoeboeroe en Yeti verwelkomden ons met bier. Ach, we droegen het kruis, we namen ten moede aan wat ons gegund werd. Oei-oei lag gedurende het weekend in de lappenmand, was daardoor absent. Zoals de sluipschutter zei tegen zijn vrouw: we hebben je gemist. Naast het bier was dit weekend niet de Bratwurst ons basisvoedsel maar zijn Hollandse neef, de frikandel. Gewoon eens een keer wat anders. Ondanks de siepels en sauzen bleek dit geen succes. Het was uitzonderlijk, dan bedoel ik niet een doodgraver op vakantie. Volgende keer gewoon weer de oude vertrouwde Bratwurst. Ook de roomsoezen, olijven, bitterballen en andere ongein kunnen we maar beter gewoon in het rek laten. Maar zo goed en zo kwaad worstelden we ons hier doorheen, hard werken hoor zo’n weekend.
Zaterdag 28 maart 2015.
Het grachtengordelweerbericht uit die Niederlanden beloofde niet veel goeds, regen, hagel, windstoten en andere narigheid. We werden dus wakker van een vroeg voorjaarszonnetje in een strak blauwe hemel gelardeerd met een zacht zuidoostelijk briesje. Het plan was vroeg te vertrekken zodat we zo lang mogelijk van het voorjaarszonnetje konden genieten. Het keutelde en keutelde maar aan in de Ketel zodat we alsnog laat vertrokken. SusScrofa’s laten zich nu eenmaal niet opjagen, behalve als er geen bier is. Dan willen die stramme benen wel lopen, en hard ook. We namen dit weekend de Grote Voetentocht. Met een prachtige voorjaarszon in de rug trokken we langs de Hase naar Bokeloh. Onderweg zagen we landschappen al zijn ze geschilderd door Monet. De kerk en de zondagsschool in Bokeloh lieten zich op deze mooie dag van hun beste kant zien. Vandaaruit namen we de weg naar de historische Romerlager. Hier hadden ooit een legioen Romeinen een fort gemaakt van aarde en houten stellingen. De aarde is blijven liggen en vormt nu een toeristische pleister. We kwamen in een gebied waar de Hase diverse keren van loop was veranderd. Hoge zandruggen met prachtige landhuizen zakten naar een glooiend landschap met sappige weiden met daarop grazende rode runderen.
We observeerden de beesten een tijdje en deden al spoedig onze eerste natuurobservaties. Tussen de runderen liepen kalfjes met een hoog knuffelgehalte. Maar je hebt altijd weer zo’n rotkind die zich buiten de omheining bevindt. Zo ook hier.
Een Remi-figuurtje stond aan de andere kant van de omheining klagelijk kalfje te wezen. We konden hier niets van maken behalve foto’s. Dat deden we. Dat kleingrut heeft ook zoveel te leren. Hangt daar tussen de achterpoten van mamma een aantal spenen, weten ze niet of ze moeten zuigen of blazen. In dit geval had het kalfje zeer goede longen en besloot te blazen. Hiervan werd een foto gemaakt. De Katholieke kerk in Bokeloh liet zich in het passende landschap gewillig poseren. Bij het Romerlager stond een houten picknick-bankje waar we ons gemoedelijk ten ruste gingen rusten. Tevens dronken we drinken en aten we eten. Bambam leek met een knal zijn rug te breken, net op tijd kon hij hoger op de wal een splinter uit zijn rug trekken. Nou, die kant liepen we maar niet meer op. We gingen nog een historisch feitje bewonderen. Nu geen 2000 jaar terug maar slechts 75 jaar. Een omhoog gevallen korporaaltje besloot de rivier Hase in te korten met een kanaal. Het kanaal zou naar hem worden vernoemd. Nou, het is niks met dat korporaaltje geworden en ook niks met zijn kanaal. Een lange droge kanaal in het bos, dat is alles wat rest. Niemand praat er over. Op landkaarten worden geen namen genoemd. Een roemloos eind. Niet voor ons want wij liepen door. In een tak zagen we een kunstwerkje, een nestje prachtig gedrapeerd om een takje.
Yeti, Batman en Oehoeboeroe liepen in het bos, ze kwamen een Wensgeest tegen. De geest zei : als je van de duikplank in het water springt , en tijdens het springen iets wenst, dan ligt het in het zwembad vol met dat! Ooh! zei Yeti, ik wil snoep! Dus hij springt en ja .. heel het zwembad vol snoep , dan komt Batman: Naakte Wijven! oke dan heel het zwembad vol naakte wijven. Dan Oehoeboeroe: de Uil neemt een flinke aanloop en hij struikelt! SHIT!
We passeerden een beukenbos en kwamen uit op een buitenbocht van de Hase. Hier passeerde een kano met een paar stoere meiden. Na een paar foto’s van de struisen gemaakt te hebben trokken we verder. Het landschap van lanen en vergezichten bleef mooi. Totdat we eindigden in Bokeloh met name Gasthof Giese. Maar zoals al die andere keren was Gasthaus Giese op zaterdagmiddag gesloten. Nu ook weer. Dan maar de hotel bovenaan de trap. Ook gesloten, toen ook al. Gelukkig maar, we hadden immers een traditie hoog te houden. Ondertussen was het steeds harder gaan regenen. We roken de stal. Met gezwinde pas liepen we die paar kilometer snel naar de Ketel. Het was fijn om op een droge warme plek te komen. Snel trokken we een treetje Nat open. Er volgde een gezellige avond waarbij de veiligheid van ons luchtruim werd geëvalueerd. Wat dan uiteindelijk eindigde in een recept voor knoflooksoep. We kropen is ons nest. De gebitsprotheses in het glas, de gehoorapparaten in de doosjes. Kortom, een avondje SusScrofa.
Vliegend Hert en Oehoeboeroe zitten in de kerk. Zegt de Uil ineens tegen Hert: “Ik heb een klein scheetje gelaten wat moet ik nu doen?” Zegt Hert: “Niks, ik maak thuis je gehoorapparaat wel”
Zondag 29 maart 2015.
Een regenachtige dag verhinderde alle geplande activiteiten. Mistroostig aten we de zure haringen, knakworsten en frikandellen. Een unieke combinatie van smaken waarbij het bezit van een sterke maag een vereiste was. Bambam en Oehoeboeroe maakten nog een wandelingetje naar de Hase.
Oehoeboeroe wil weer aan het werk. Komt de Wijze Vogel op het politie bureau: ‘Ik zie buiten een poster hangen dat u voor € 10.000 een moordenaar zoekt. Ik wou bij deze vragen, is dat baantje nog vrij?’
Het zat erop, het voorjaarsweekend 2015 van de SusScrofa’s. Geslaagd zoals altijd. Wel een beetje fris en af en toe een beetje nat. We pakten onze spullen en zwaaiden af. Toen de laatste Bumsbullie het terrein verliet werd het weer rustig aan het Qwinzelpfad nr 1.
Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert
Geef een reactie