Erica in oorlogstijd, bombardement.

Ooggetuigeverslagen zijn zeldzaam en daarom waardevol. Een verslag uit de eerste hand is meestal spannender dan een tweedehands opgetekend verhaal.

Het was een rustige winterdag in het najaar van 1944. Mijn opa was op dat moment op erica nabij de molen een turfschip aan het uitladen. Het turfschip lag vast in het bevroren kanaal. Het was zwaar werk waarbij mijn opa met een speciale kruiwagen de turf tegen de wal moest op rijden. Het was eentonig werk, niets leek die dag het ritme te kunnen verstoren. Mijn opa was de laatste lading aan het opstapelen achter een huis toen in de verte een geronk hoorbaar werd. Het was oorlog, voor mijn opa was het de zoveelste vliegtuig die over Erica vloog. Hij besloot gewoon door te gaan met zijn werkzaamheden. In 1944 waren de geallieerden heer en meester in het luchtruim. Hun snelle jagers schoten op alles wat verdacht leek. Bijvoorbeeld een turfschip. Terwijl mijn opa achter het huis aan het werk was dook een Engelse jager uit een wolk naar beneden. Het geronk nam toe, uit de vleugels schoten korte felle vlammen. Luide knallen overstemden het motorgeronk. Uit het ijs in het kanaal spoten geisers van water en ijsstof. Overal op Erica zochten mensen dekking, behalve mijn opa die werkte stug door. Na zijn eerste salvo maakte de jager een bocht boven Erica om zich voor te bereiden op zijn volgende salvo uit de mitrailleurs. Nu werd de molen getroffen, een wiek werd eraf geschoten en het dak beschadigd. Bij de derde duikvlucht werden een paar turfschepen getroffen waaronder die van mijn opa. Zo plotseling als de jachtvliegtuig was gekomen zo snel was het verdwenen. Voorzichtig kwamen de mensen uit hun schuilplaatsen. Aan het kanaal stond mijn opa verbaasd om zich heen te kijken met een lege kruiwagen in zijn handen. Hij keek naar het kanaal en krabde zich even onder de pet. Waar was zijn turfschip gebleven? De molen op Erica bleef tot in de jaren zeventig een bouwval. In Emmen hadden ze ook een molen, deze stond in het centrum. Maar zoals vele oude gebouwen in Emmen werd ook deze molen gesloopt. Ze dachten een nieuwe molen te kunnen realiseren door de molen uit Erica te confisqueren. Met de trambrug op Erica was het ook gelukt. Die staat nu in het veenmuseum in Barger-Compascuüm. Gelukkig werden de bewoners op Erica tijdig bewust van hun erfgoed. De molen werd gerestaureerd en is thans een monument in het dorp. Terug naar het laatste jaar van de oorlog. Wanneer mensen op Erica naar de horizon het zuidwesten keken zagen ze een witte streep die langzaam naar boven kroop en verdween in de wolken. Soms zagen de mensen op Erica elk uur zo’n geheimzinnige streep in de wolken verdwijnen. Het waren V2 raketten die de Duitsers vanuit de omgeving van Uelsen op hun vijand schoten. Dat kon zijn Londen of het front in Frankrijk of België. In het laatste oorlogsjaar was het druk in de lucht. Dagelijks tegen negen uur ’s morgens werd uit het westen een diepe grondtoon hoorbaar die langzaam luider werd. Pas tegen tien uur zagen mensen de oorzaak van het geluid. Het waren honderden Amerikaanse bommenwerpers. Als wespen vlogen daar jachtvliegtuigen om heen. Wanneer de vliegtuigen eindelijk waren verdwenen naar het oosten was de zon achter een dikke nevel verdwenen. Uren later kwamen de Amerikaanse toestellen terug. ’s Nachts namen de Engelsen het over. Het kon niet uitblijven dat het een keer misging. Zo hoorde mijn vader ’s nachts een luide knal en zag in het noordoosten een enorme vuurbal naar beneden stortten. Later bleek dat een Engelse bommenwerper te zijn die was aangeschoten door een Duitse nachtjager. Het vliegtuig was neergestort op een woonhuis. De bemanningsleden werden in Nieuw Dordrecht begraven. Wie goed kijkt ziet tegenover de oorlogsgraven graven met dezelfde naam. Het zijn de bewoners van het woonhuis. Tijdens het werk op het land zag mijn vader een paar Amerikaanse bommenwerpers, zogenaamde ‘Vliegende Forten’, boven Schoonebeek vliegen. Plotseling zag mijn vader vanuit het noorden drie Duitse jagers naar de bommenwerpers toe vliegen. Ze openden de aanval op de bommenwerpers. Een moment later hoorde mijn vader explosies en zag vleugels en staarten door de lucht vliegen. Twee jagers waren door de Vliegende Forten te grazen genomen. Een vliegtuig van de Amerikanen vloog rokend verder. Mijn vader draaide zich om en schoffelde verder. Het veengebied ten zuiden van Erica werden door de geallieerde vliegers vaak als noodlandingsgebied gezien. Blijkbaar werd geredeneerd dat veen een zachte substantie is. In de praktijk bleek de enige kans op overleven een parachute te zijn. Van een neergestorte bommenwerper bleef in het veen door de regel alleen stukjes over. Dat gold doorgaans ook voor de bemanning. Er zijn getuigen die spreken van bemanningsleden die pas op het laatst uit het vliegtuig sprongen. Niemand overleefd zo’n impact in het veen met zo’n snelheid. De bemanningsleden stonden als poppetjes in het veen gepriemd. Tot op de dag van vandaag kunnen op bepaalde plekken in het veen nog onderdeeltjes van vliegtuigen te vinden zijn. Uiteraard worden hier de crashplekken niet bekend gemaakt. Soms ging het met de bommenwerpers anders. Zo verdwenen Amerikaanse bommenwerpers niet naar het oosten maar bleven ze cirkelen boven het oostelijk gelegen dorp Klazienaveen. Om daarna naar het westen te verdwijnen. Een evacué uit het westen van Nederland waarschuwde dat de vliegtuigen terug zouden komen. Hij had dit in het westen vaker gezien. Een week later werd de Puritfabriek in Klazienaveen gebombardeerd met een aantal doden tot gevolg. Dat niet de gehele fabriek niet in de as werd gelegd lag aan het feit, zo werd beweerd, dat aandeelhouders van de Puritfabriek Amerikanen waren. Op een ander minder bekende gebeurtenis maakten zo’n twaalf Amerikaanse bommenwerpers boven Erica zich los van de hoofdmacht. Via een omtrekkende beweging vlogen ze weer richting Engeland. Boven het gebied Tweede Zuiderraai gingen de bommenluiken open en lieten ze hun dodelijke lading vallen op de daar op het land werkende arbeiders. Voor Ericase begrippen waren de gevolgen gruwelijk: een dode tiener, een zestal zwaar gewonden en een aantal dode paarden. Het was een bombardement op Erica die geen geschiedenis heeft omdat niemand het zich herinnerd.

 

Geschreven door Henk Beukers


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *