Tegenover een kerk stond vaak een kroeg. Na de H. mis gingen de mensen daar vroeger ‘nabidden’. Erica vormde hierop geen uitzondering. Pal tegenover de RK kerk stond een authentieke kroeg die met name op zondagmorgen goede zaken deed. Aan de andere kant van de Kerklaan, ook tegenover de kerk, stond een andere fenomeen uit die tijd, een smederij. Als achtjarig kind heb ik hier een paar mooie herinneringen opgedaan. Hier verdiende smid Berndt zijn nering. Smid Berndt was een smid pur sang. Krachtig gedrongen, oersterk. Zijn smederij stond naast zijn woonhuis aan de Kerkweg. Het was een rood stenen gebouwtje met een pannendak. Aan de voorkant zaten twee grote deuren. Wanneer je de smederij betrad kwam je in een andere wereld. Donker en stoffig en vol met machinerieën. Direct rechts van de deur stond een groot vat. Hier werd van carbid acetyleengas gemaakt, daarmee kon je lassen of iets los branden. Eind december was smid Berndt een goed bezochte leverancier van carbid, brandstof om het oude jaar uit te knallen. Links boven in de vliering bevond zich een aandrijfas voorzien van wielen voor een platte riem. De platte riem liep naar beneden naar het apparatuur. Elke machine was voorzien van een wiel waarover de platte riem liep. Indrukwekkend was het moment waarop het spul werd aangezet. Een grote elektromotor zette de aandrijfas in beweging en platte riemen dreven met daverend geweld alle aandrijfwielen aan en daarmee het apparatuur als slijpsteen en kolomboormachine. Het apparatuur was in die tijd al sterk verouderd. Alles was diepbruin van kleur. Het was niet duidelijk of dit kwam door de leeftijd of door de roest. Het kon ook veroorzaakt worden door de altijd aanwezige stof en rook in de smidse. Zelfs het glas in de ramen zag roodbruin. Het meest indrukwekkende van de smidse was het smidsvuur tegen de achtermuur van het gebouw. Smid Berndt had beschikking over een echt stukje hellevuur. Vol ontzag keken we in het felle witte licht wat gloeide onder een laag kolen. Het vuur werd aangeblazen via een buis dat stak in de kolen. De buis stond in verbinding met een gigantische blaasbalg bovenin de vliering. Met veel kabaal en gesis hapte het ding naar lucht om vervolgens met stormgeweld het vuur in de kolen aan te wakkeren. Allen in de smidse verdwenen opnieuw in een wolk van as en rook. Vol ontzag maakten we ruim baan voor de smid. Met een grote tang in zijn gigantische knuisten zat hij ergens in de kolen te roeren. Opeens trok hij een rood gloeiende hoefijzer uit het vuur die hij vervolgens op het aambeeld trakteerde op een paar gigantische slagen met een voorhamer. Bovenaan de zijmuur hingen tientallen hoefijzers aan dikke spijkers geduldig op hun lot te wachten. De roodgloeiende hoefijzer verdween weer onder de laag kolen, de blaasbalg nam weer een teug lucht. Ondertussen keken we naar de ingang van de smederij, hier verscheen een grote paardenkont. Met een korte schreeuw werd een paardenbeen opgelicht en keken we tegen de zool van de hoef. Zonder genade werd met een soort van holle beitel de hoef uitgelepeld. Tot onzer gruwel werd de roodgloeiende hoefijzer tegen de hoef gelegd. Een wolk van rook en de lucht van verbrande nagel verdrong de rook van het smidsvuur. Na een tevreden knor van de smid verdween de gloeiende hoefijzer stomend in een bak met water. Meedogenloos werd de hoefijzer met spijkers aan de arme paardenvoet getimmerd. De spijkers gingen dwars door de hoef! Met een knijptang werden de uiteinden van de spijkers afgeknipt. Het paard vond alles goed. Ondertussen legde smid Berndt geduldig aan ons uit dat het paard hier niets van voelde omdat de hoef eigenlijk een dikke nagel was. Want dat was ook smid Berndt, een zeer sociaal mens. Hij nam tijd voor een praatje. In die tijd kon dat nog en werd het als een deugd gezien. Maar de tijd veranderde snel. De boeren gingen mechaniseren. Niet alleen het paard verdween, ook de typische kar achter het paard, de blauwe wipkar, verdween. Hoewel de wipkar hoofdzakelijk uit hout bestond waren de trekhaak, de sluithaken aan de schotten, de banden om de wielen de vruchten van gedegen vakmanschap van de smid. Niemand zat meer op dergelijk vakmanschap te wachten. Het werd stil in de smidse. Jarenlang heeft voor de smidse, vlak aan de straat, een wrak van een kar gestaan. Niemand keek er naar om, niemand had behoefte aan die kar. Symbolischer voor de teloorgang van een tijdperk kon bijna niet. De boer kocht voortaan afgemonteerde producten als een tractor of karren. Monteurs werden voortaan gevraagd, geen smid. Bij boeren die niet meegingen in deze ontwikkeling vond geen schaalvergroting plaats omdat de grenzen van de mogelijkheden van een paard waren bereikt. Met 10 hectare werden respectabele boeren op den duur automatisch keuterboertjes. Om tenslotte opgeslokt te worden door degene die wel met de tijd meegingen. Smid Berndt deed een verwoede poging om mee te gaan in de tijd. Hij werd fietsenmaker annex installateur. De zware werkmanshanden moesten nu schroefjes aandraaien. Als tiener mocht ik van mijn moeder aan mijn fiets een kettingkast laten aanleggen. Even later stond ik in de smidse van smid Berndt, mijn fiets hing aan een ketting op werkhoogte. Ik keek om me heen. Alles was nog aanwezig, het aandrijfmechanisme, het apparatuur en de blaasbalg. Alleen hadden ze hun tijd gehad. Als fossielen uit een vorige tijdperk keken ze je dood aan. Ook de rook was verdwenen evenals het kabaal. Ik leerde een andere geluid kennen. De stem van de smid. Tijdens het aanbrengen van een kettingkast aan mijn fiets mocht ik smid Berndt als fietsenmaker meemaken. Gedurende de installatie van de kettingkast kreeg ik onder andere het advies hoe een lek in de uitlaat van een auto te dichten. Door een stalen band om de plek van het lek te plaatsen met daartussen een plak brood. Het brood verkoolde en sloot het lek perfect af, aldus de smid. Een smid die een lek in een uitlaat op zijn manier wilde dicht smeden. Zie hier de tragiek van een gepasseerd tijdsperk. Alhoewel, jaren later heb ik bij mijn oude Eend nog gebruik gemaakt van zijn advies, het werkte perfect! De kettingkast kwam destijds vakkundig aan mijn fiets. Zijn toenmalig gewaardeerde deugd, praten, ging hem nu parten spelen. Het aanbrengen van de kettingkast werd een lang sociaal gebeurtenis. Voor smid Berndt geen enkel probleem, hij deed het met veel plezier, nam er geen extra geld voor. Het was de voortschrijdende tijd, gejaagder, onvergefelijker, die hiervoor geen ruimte meer gaf.
Geschreven door Henk Beukers
Smid Berndt op Erica
door
Geef een reactie