Vrijdag 24 maart 2023
Kort na Angelus verscheen op de oprit een bekende Zuzuki. We werden opgeroepen voor een expeditie in Duitsland. De voorjaarsexpeditie. Plicht roept. Afscheid nemen van het vrouwtje, ervoor gaan. Iemand moet het doen. Het weer zat ons mee, staalblauwe hemel. We vertrokken. Om een kilometer verder aan te komen bij Yeti. Of moeten we zeggen Malle Pietje. Hij had weer een hele bos hout achter zijn deur. Hout voor het kampvuur. Niet komend weekend, daarvoor was het s ‘avonds nog te koud. Eerst naar Klazienaveen, ons laatste halte voor Duitsland, voor foerage. Yeti nam met zijn kampvuur een bescheiden plaats in op de parkeerplaats.

Het was de laatste keer blikbier, voortaan statiegeld op blikjes, teveel gedoe om dat in te leveren. Worden weer flesjes. Na foerage in Nederland naar Stadt Meppen voor speciale boodschappen, Bratwurst und Jagdslock. Niet veel later installeerden we ons in de Ketel op onze kampplaats. Ons eerste SusScrofaweekend zonder Oehoeboeroe, de Wijze Uil. Gezien zijn lichamelijke klachten besloot hij definitief zijn eigen wildspoor te volgen. Oude zwijnen gaan nooit dood, ze verdwijnen gewoon. Oehoeboeroe de Uil, ontzettend bedankt voor je aanwezigheid al die jaren. We gaan je missen. Als je een keer op een zaterdagmiddag mee wilt lopen, misschien samen met je kameraad Gerard, je weet het, je bent en blijft altijd van harte welkom. Na het installeren gingen we buiten aan de stamtafel het leven evalueren. Nou, om dat goed te doen moet je er wel even goed voor gaan zitten. Die avond kregen we hulp van Oei en Bam, het evalueren ging nog even door.
Zaterdag 25 maart 2023
De expeditie ging naar het Römerlager. We hadden allemaal braaf op school geleerd dat het rijk van de Romeinen aan de noordzijde begrensd werd door rivier de Rijn. Niet dus. Ze hadden een onoverwinnelijke voorpost aan de Hase, hier bij Bokeloh. Onoverwinelijk? Niet door een vijftal Saksen. Wij dus, dank zij onze toverdrank. Okee, qua tijdstip een paar duizend jaar later, detail. Na het ontbijt, die we allemaal overleefden, maakten we ons op voor de tocht. De Römerlager lag pal aan de Hase, een paar kilometer achter Bokeloh. Het bestond uit een enorme vierkant van aarden wal, zo’n vijftien meter hoog. Het binnenplein was in totaal zo’n hectare groot. Geen kleine fort dus. Ons eerste hindernis om daar te komen was rivier de Hase, die moesten we oversteken. We hadden geluk, precies op de plek waar we wilden oversteken lag een brug. De Hasebrücke.

Nu rest ons nog een klauwende tocht door de groene hel. Wederom hadden we geluk. Ook hier hadden vriendelijke Duitsers honderd jaar geleden een pad voor ons aangelegd. Het schoolpad. We wilden niet onbeleefd overkomen, dus namen we het pad. We trokken langs de boerderij waar ze vorige keer ijverig het mais ingekuild hadden. Van de grote bult was bijna niets meer over. Allemaal omgezet in melk.

Vlak voor Bokeloh staken we het bos in, we vervolgden onze weg langs de Hase. Voor ons verscheen de brug van Bokeloh. We konden de Hase oversteken en onze sokken droog houden. Als een machtige burcht torende de kerk van Bokeloh boven alles uit.

Gasthof Giese lag nog op dezelfde plek als voorheen. Deze Gasthof hebben we, in het verre verleden, nog als een kleine Kneipe gekend. Een kroeg pal tegenover de kerk. Zag je toentertijd vaker. Voor het ‘nabidden’.

We vervolgden onze weg, deze ooit eerder gelopen als ‘grote voetentocht’, langs de Hase. We zagen rechts van ons zo’n typisch gebouwtje waar je niks mee kon. Een kippenhok? Gezien de openingen waren het reuzenkippen. Voor opslag te klein, voor een hondenhok te groot. Wat moet je ermee? Dan maar een hippe vogelhuisje er aan hangen.

Aangezien er belangrijkere dingen in de wereld waren togen we door. Overal zagen we wolf-vaste omheining staan. Hieraan kon de wolf zich vasthouden, terwijl hij slap lachtte, wijzend naar de hek.

Een paar toekomstige roodlederen meubelen achter het hek deden een wedstrijdje domkijken. We betraden een prachtig rivierenlandschap. Het bijzondere van het Hasegebied is de kleinschaligheid, een landschap met hakhoutbosjes, hooilandjes, een meanderend rivier, houtwallen, Hans en Grietje met een huisje van peperkoek, oude karakteristieke bomen, kleine weilandjes met kikkerpoelen, monumentale huizen op de hellingen en nog veel meer. Tijdens onze tocht veranderde het landschap voortdurend. Na elke bocht van de Hase was het weer verrassend anders. Wandelen in een eeuwenoud landschap, van ruilverkaveling bespaard gebleven. Wegdromen in een schilderij van Van Ruisdael.

Ik werd wakker, verderop maakte de Hase een bocht, iemand vond het nodig om daar een bankje te plaatsen. Dat kwam ons goed uit, precies op die plek wilden we gaan zitten. Een mooi moment voor een groepsfoto. Dat lukte uiteindelijk na de, volgens traditie, gebruikelijke TEGENwerking van de troep.

Het vroege voorjaarszonnetje gaf enkelen onder ons voldoende motivatie om gouden momentjes digitaal vast te leggen. We naderen Juuls vroegere voorpost. De oever rees zo’n 15 meter boven ons uit. Na een flinke klimpartij tegen de glibberige helling veroverden we het Romeinse kamp bestaande uit een vierkante hectare Engelse raaigras omgeven door het bronsgroene woud.

We volgden de rand totdat een paar grote uilenogen ons aan aankeken. Een groet van Oehoeboeroe? Leek er wel even op. Het bleken afgezaagde boomstammen.

Bij het verlaten van het terrein passeerden we de woningen die tegen de heuvels leken geplakt. Gezien de locatie geen burgermanswoninkjes. Toentertijds volgens Uil woonde hier Panoramix de druïde. Het begon te regenen, dan werd zelfs het mooiste landschap nat. En wij ook. We besloten de route enigszins in te korten. Via de vindplaats van de Koperwiek kwamen we weer uit bij de kerk in Bokeloh. Met de kop in de nek, boven ons donkere wolken, trokken we richting Ketel.

Een plotselinge voorjaarszonnetje deed het landschap in bijna fluoriserende kleuren oplichten. Dit kadootje kregen we nog even mee. Gelukkig lag het schoolpad met bijbehorende brug er nog. Nog even bij de kinderopvang van Berendt kijken, dan de rest van de dag in de Ketel. Daar verveelden we ons echt niet hoor. Daar was het ook nat, maar anders.
Zondag 26 maart 2023
We vertrokken die zondag op tijd zodat men thuis nog iets aan de zondagmiddag had. Maar voordien maakten Batman en Vliegend Hert een klassiek tochtje langs de Hase stroomopwaarts zoals we vroeger vaak deden.

Eindelijk eens toegankelijk, eindelijk eens geen Asus-stieren in het weiland. Het werd een voettocht waarbij opviel dat veel struweel en struikage was verdwenen. Een rechtstreeks gevolg van het teveel aan stikstof, en boeren. Daar is al heel wat om te doen geweest.
Gelukkig hebben we bestuurders als Pieter Omzigt en Caroline van der Plas die hier iets of juist niets aan willen gaan doen. Maar…., besturen is iets anders dan in de oppositie roepen dat het allemaal anders moet. Besturen is ook iets anders dan Jan Modaal naar de mond praten. Veel mensen vinden Caroline oprecht, sympathiek overkomen. “Iemand die luistert naar het volk, iemand die Jan met de pet serieus neemt”. Het lastige is dat je daarmee geen land kan besturen. Je moet compromissen sluiten in binnen- en buitenland. Compromissen met anderen partijen, met andere landen (80-90% van het agrarische beleid en ook milieu- en klimaatbeleid wordt in Brussel gemaakt). Maar ook heb je te dealen met de belangen van grote bedrijven en nog zo veel meer. Daarnaast moet je langetermijnvisie hebben en onpopulaire maatregelen nemen die wel op de lange termijn heel belangrijk zijn (financiën, zorg, pensioen, veiligheid, defensie enz.) Tenslotte moet je verbinden en oog hebben voor meer dan de boeren. En dan kom je er snel achter dat een plekje in de oppositie zo vele malen leuker is.
Bomen die toentertijd zich aan de oever bevonden klampten zich nu met resterende wortels aan de oever om niet meegesleurd te worden door de meedogenloze Hase.

Bomen zonder resterende wortels waren inmiddels verzwolgen door de stroming. Ook enkele reuzen zagen we worstelen met de stroming, nieuwe scheuten uit oude wortels klauwden zich vertwijfeld in de oever. Hoger op de oever zagen we jonge scheuten een race naar het zonlicht maken. De cirkel van het leven, overal zichtbaar. Het landschap zoals we die in vroegere verslagen lieten zien was deels verdwenen. Maar gelukkig ook veel gebleven, de stille ruimte, de bronsgroene bosranden, het glooiend landschap, het bloeiend speenkruid. Het zandstrandje in de binnenbocht van de Hase was flink gegroeid, een geclaimde tuinstoel met handdoek ontbrak nog.

Een dier die het uitzonderlijk goed doet was de bever, overal getuigden knaagsporen van het ijverige bijtertje. Verderop werd de kikkerplas fanatiek bewaakt door een eendenpaar. Dit was hun vijver, wegwezen!

Terwijl Batman achter een heuvelrug verdween doemde pal voor mij een vos op, zijn oranje vacht lichtte op tegen het groen. Voordat ik mijn fototoestel kon richtten dook ie weg in het struweel. Even later had ik meer geluk met een eenzame ree die in het groene veld stond te foerageren. De ochtend zat erop. Terug bij de Ketel pakten we onze spullen bij elkaar en gingen we terug naar ieders snelle wereld. Niet alleen het landschap, ook wij zijn veranderd. Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert.
Geef een reactie