SusScrofa

Maart 2015

Maart 2015

Vrijdag 27 maart om 00.06 uur stond Batman bepakt en gezakt voor de deur van Vliegend Hert. De traditionele hike van 35 km naar Gross Dorgen (GD) was begonnen. Het was zwaar bewolkt waaruit elk moment een plens kon vallen. Maar Pluvius was ons die dag redelijk goed gezind. Vol goede moed vertrokken wij naar de Duitse grens. Achter de Sint Antoniuskerk in Zwartemeer namen we onze eerste pauze. DSCN2259 DSCN2268Met in de verte de witte rookpluimen van de Purit in Klazienaveen namen we afscheid van Drenthe. We trokken via een smokkelpad Duitsland in. Aan beide kanten van ons trok de hemel dicht, de wind nam aan kracht toe. Die hadden we gelukkig achter ons zodat we af en toe een speels duwtje in de rug kregen. Opnieuw was het landschap anders dan voorgaande jaren. In razend tempo werd het landschap over de grens vol geplempt met varkens- en kippenschuren. De lucht hing vol met die van de kiloknallers. In de verte wachtte een ree ongeduldig op ons, achteraf bleek dit de enige ree te zijn die we dit weekend te zien kregen. Op de voorheen abortusweg kwam Yeti met de ondersteuningswagen ons inhalen. Hier konden we uit de wind even genieten van een bak koffie. Yeti was nog niet weg of het begon te regenen. We naderden de autobahn A31. Toen trok Pluvius de sluizen open. Vertwijfeld zochten we naar een overkapping, op een gesloten boerenkar was niets te vinden. Met het hoofd diep in de nek trokken we de A31 over. Zo’n vierhonderd meter verderop wisten we nog een overdekte bushalte te staan. Toen we die eindelijk bereikten hield het op met regenen. De rest van de dag bleef het droog. In Gross Fullen namen we de middagpauze. Omdat we vroeger waren vertrokken kwamen we dit keer in het centrum van Meppen een geopende kroeg tegen. Voldaan namen we buiten onder de serre plaats. Na het nuttigen van een Duits biertje voelden we ons afkoelen. DSCN2270 DSCN2273Wegwezen uit die koude wind. Bij onze bekende Schnell Imbiss waar normaal gesproken de currywurst niet te vreten was namen we Pommes frite. We zaten warm binnen. Daarom bestelden we gauw een paar koude Krombachers. De tocht naar Bokeloh was een fluitje van een cent. De statieweg leek steeds korter te worden. Op het eind wachtte ons de bekende beloning, Gasthaus Giese. Vier bellen Koningsbier later maakten we ons op voor de laatste kilometers van de Hike. Traditiegetrouw werd een foto op de Hasebrucke gemaakt. In de warme Ketel kregen we geen kans om op adem te komen. Bambam, Oehoeboeroe en Yeti verwelkomden ons met bier.DSCN2275 Ach, we droegen het kruis, we namen ten moede aan wat ons gegund werd. Oei-oei lag gedurende het weekend in de lappenmand, was daardoor absent. Zoals de sluipschutter zei tegen zijn vrouw: we hebben je gemist. Naast het bier was dit weekend niet de Bratwurst ons basisvoedsel maar zijn Hollandse neef, de frikandel. Gewoon eens een keer wat anders. Ondanks de siepels en sauzen bleek dit geen succes. Het was uitzonderlijk, dan bedoel ik niet een doodgraver op vakantie. Volgende keer gewoon weer de oude vertrouwde Bratwurst. Ook de roomsoezen, olijven, bitterballen en andere ongein kunnen we maar beter gewoon in het rek laten. Maar zo goed en zo kwaad worstelden we ons hier doorheen, hard werken hoor zo’n weekend.

 

Zaterdag 28 maart 2015.

Het grachtengordelweerbericht uit die Niederlanden beloofde niet veel goeds, regen, hagel, windstoten en andere narigheid. We werden dus wakker van een vroeg voorjaarszonnetje in een strak blauwe hemel gelardeerd met een zacht zuidoostelijk briesje. DSCN2292DSCF3708 Het plan was vroeg te vertrekken zodat we zo lang mogelijk van het voorjaarszonnetje konden genieten. Het keutelde en keutelde maar aan in de Ketel zodat we alsnog laat vertrokken. SusScrofa’s laten zich nu eenmaal niet opjagen, behalve als er geen bier is. Dan willen die stramme benen wel lopen, en hard ook. We namen dit weekend de Grote Voetentocht. Met een prachtige voorjaarszon in de rug trokken we langs de Hase naar Bokeloh. Onderweg zagen we landschappen al zijn ze geschilderd door Monet. De kerk en de zondagsschool in Bokeloh lieten zich op deze mooie dag van hun beste kant zien. Vandaaruit namen we de weg naar de historische Romerlager. Hier hadden ooit een legioen Romeinen een fort gemaakt van aarde en houten stellingen. De aarde is blijven liggen en vormt nu een toeristische pleister. We kwamen in een gebied waar de Hase diverse keren van loop was veranderd. Hoge zandruggen met prachtige landhuizen zakten naar een glooiend landschap met sappige weiden met daarop grazende rode runderen.

Zuiguhh, niet blasuhh!!

Zuiguhh, niet blasuhh!!

We observeerden de beesten een tijdje en deden al spoedig onze eerste natuurobservaties. Tussen de runderen liepen kalfjes met een hoog knuffelgehalte. Maar je hebt altijd weer zo’n rotkind die zich buiten de omheining bevindt. DSCF3734Zo ook hier.

 

 

 

Een Remi-figuurtje stond aan de andere kant van de omheining klagelijk kalfje te wezen. We konden hier niets van maken behalve foto’s. Dat deden we. Dat kleingrut heeft ook zoveel te leren. Hangt daar tussen de achterpoten van mamma een aantal spenen, weten ze niet of ze moeten zuigen of blazen. In dit geval had het kalfje zeer goede longen en besloot te blazen. Hiervan werd een foto gemaakt. De Katholieke kerk in Bokeloh liet zich in het passende landschap gewillig poseren. Bij het Romerlager stond een houten picknick-bankje waar we ons gemoedelijk ten ruste gingen rusten. DSCF3754Tevens dronken we drinken en aten we eten. Bambam leek met een knal zijn rug te breken, net op tijd kon hij hoger op de wal een splinter uit zijn rug trekken. Nou, die kant liepen we maar niet meer op. We gingen nog een historisch feitje bewonderen. Nu geen 2000 jaar terug maar slechts 75 jaar. Een omhoog gevallen korporaaltje besloot de rivier Hase in te korten met een kanaal. Het kanaal zou naar hem worden vernoemd. Nou, het is niks met dat korporaaltje geworden en ook niks met zijn kanaal. Een lange droge kanaal in het bos, dat is alles wat rest. Niemand praat er over. DSCF3735 DSCF3750 DSCN2307 Op landkaarten worden geen namen genoemd. Een roemloos eind. Niet voor ons want wij liepen door. In een tak zagen we een kunstwerkje, een nestje prachtig gedrapeerd om een takje. 

Yeti, Batman en Oehoeboeroe liepen in het bos, ze kwamen een Wensgeest tegen. De geest zei : als je van de duikplank in het water springt , en tijdens het springen iets wenst, dan ligt het in het zwembad vol met dat! Ooh! zei Yeti, ik wil snoep! Dus hij springt en ja .. heel het zwembad vol snoep , dan komt Batman: Naakte Wijven! oke dan heel het zwembad vol naakte wijven. Dan Oehoeboeroe: de Uil neemt een flinke aanloop en hij struikelt! SHIT!

We passeerden een beukenbos en kwamen uit op een buitenbocht van de Hase. Hier passeerde een kano met een paar stoere meiden. Na een paar foto’s van de struisen gemaakt te hebben trokken we verder. Het landschap van lanen en vergezichten bleef mooi. Totdat we eindigden in Bokeloh met name Gasthof Giese. DSCF3750 DSCF3756 DSCF3748Maar zoals al die andere keren was Gasthaus Giese op zaterdagmiddag gesloten. Nu ook weer. Dan maar de hotel bovenaan de trap. Ook gesloten, toen ook al. Gelukkig maar, we hadden immers een traditie hoog te houden. Ondertussen was het steeds harder gaan regenen. We roken de stal. Met gezwinde pas liepen we die paar kilometer snel naar de Ketel. Het was fijn om op een droge warme plek te komen. Snel trokken we een treetje Nat open. Er volgde een gezellige avond waarbij de veiligheid van ons luchtruim werd geëvalueerd. Wat dan uiteindelijk eindigde in een recept voor knoflooksoep. We kropen is ons nest. De gebitsprotheses in het glas, de gehoorapparaten in de doosjes. Kortom, een avondje SusScrofa.

Vliegend Hert en Oehoeboeroe zitten in de kerk. Zegt de Uil ineens tegen Hert: “Ik heb een klein scheetje gelaten wat moet ik nu doen?” Zegt Hert: “Niks, ik maak thuis je gehoorapparaat wel”

Zondag 29 maart 2015.

Een regenachtige dag verhinderde alle geplande activiteiten. Mistroostig aten we de zure haringen, knakworsten en frikandellen. Een unieke combinatie van smaken waarbij het bezit van een sterke maag een vereiste was. Bambam en Oehoeboeroe maakten nog een wandelingetje naar de Hase.

DSCN2277 DSCN2349

Oehoeboeroe wil weer aan het werk. Komt de Wijze Vogel op het politie bureau: ‘Ik zie buiten een poster hangen dat u voor € 10.000 een moordenaar zoekt. Ik wou bij deze vragen, is dat baantje nog vrij?’

Het zat erop, het voorjaarsweekend 2015 van de SusScrofa’s. Geslaagd zoals altijd. Wel een beetje fris en af en toe een beetje nat. We pakten onze spullen en zwaaiden af. Toen de laatste Bumsbullie het terrein verliet werd het weer rustig aan het Qwinzelpfad nr 1.

Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert

November 2014

November 2014

Vrijdag 21 november 2014.

We zouden ons om half elf verzamelen maar kregen helaas bericht van Bat dat hij niet meekon wegens plotselinge huiselijke omstandigheden. We gingen die dag met drieën naar onze schone Groß Dörgen, Oehoeboeroe, Vliegend Hert en Yeti. DSCF3490Hoewel we op tijd waren moesten we nog drie supermarkten bij langs. Allereerst een kersentaart voor Malies. DSCF3491Ze is enkele weken geleden geopereerd en de genezing wil nog niet erg vlotten. Er wil nog niets in haar maag blijven, vandaar de kersentaart. Dus eerst naar Super Plus. Daar behalve de kersentaart ook een flesje oude jenever en vier zoute haringen gekocht. We gaan namelijk met een nieuwe traditie beginnen. Als opening van het weekend laten we een harinkie in de keel wegglijden die weggespoeld wordt met een tulp jenever. Vis moet zwemmen nietwaar? Daarna naar de Aldi om weer eens veel te veel Schultenbräu bier in te slaan plus teveel van het andere gebruikelijke boodschapjes. Dan naar Stadt Meppen in K&K. Hier werden onder andere Jagdslock und Bockbier ingeslagen. Eindelijk hadden we alles, de Bumsbullie was vol. We waren er klaar voor. Op naar Groß Dörgen. Het weer was die dag en ook de rest van het weekend onbewolkt tot matig bewolkt met een gure oostenwind. Dit kon maar één ding betekenen. Toen we op het kampterrein aankwamen en onze spullen in de Ketel gekieperd hadden kwam Yeti met het voorstel om een schutting te maken van dekzeil. DSCF3504Jawel Yeti en dekzeil. Waarschijnlijk is ie op een zeil verwekt want hij heeft iets met dekzeilen. Kwam ie nu maar eens met een kleine. Yeti kwam met een variant van circus Rens aansjouwen. Maar dit keer had Yeti gelijk. DSCF3515De gure wind belemmerde ons om buiten te zitten. Even later zaten we redelijk comfortabel in een grote oranje cabine. Totdat Yeti met een kampvuur begon. Uit de wind en in de rook met zicht op de Hase. Een perfecte situatie voor SusScrofa’s. Het was Bokweekend 2014 dus werden enkele Bockbiertjes opengeplopt. Met een stukkie worst erbij. Of was het nou metworst? Nog een paar Bockbiertjes opengeplopt. Hoe zou de oude jenever toch smaken? Voorzichtig proberen. Dat smaakte voortreffelijk zodat we niet meer voorzichtig hoeven te zijn. Tegen twee uur kwam Oei-oei het team versterken. De wijze Uil viel even later over een stuk dekzeil en smakte met zijn uilekop tegen een circuspaal. Een gespleten wenkbrauw en twee halve brillen later liep Oehoeboeroe rond als Jules de Corte. De kop voorzien van zonnebril. Uil heeft ook altied wat. Leste keer aan de bar in het Schienvat zat ie ook met een kapotte wenkbrauw en een donkere zonnebril en riep plotseling vrij hard naar de barkeeper:DSCF3519 “Hé barkeeper, zal ik jou eens een goeie mop over domme blondjes vertellen?” DSCF3516De barkeeper loopt naar de bijna nietsziende Uil toe en fluistert hem in zijn oor: “De kerel naast je is twee meter groot en heeft zijn blonde vrouw bij zich, aan de andere kant naast je zit een blonde kerel waarvan ik toevallig weet dat hij Europees kampioen kick-boksen is, recht tegenover je zit een blonde kerel die worstelt als hobby en ik zelf weeg 145 kilo en ben ook blond. Weet je zeker dat je die mop nog wilt vertellen?” Zegt de Wijze Uil: “Mwah, laat maar zitten, anders moet ik hem 4 keer uitleggen”. Bij onze openingstraditie het haring happen vloog plotseling een visje door de lucht. Alsof ie de Hase wou bereiken om terug naar zee te zwemmen. Een uur later zochten we de Ketel op, de gure wind deed ons teveel afkoelen. Binnen in de Ketel werd de Bambino aangestoken en was het weldra behaaglijk warm. Het donkerde snel die dag. We hebben die avond nog flink doorgebabbeld over allerlei zaken en daarbij voorzichtig een blikje bier geopend. DSCF3530Die avond wel een halve trede. Dat schiet op, de kop is eraf.DSCF3533

Zaterdag 22 november 2014.

Vroeg op om ham onder een gebakken eitje te schuiven. Yeti even wakker maken. Dan dam en schaap enzo. Later zaten we alle vier aan het ontbijt. Brood, ei en knakworst. Lekker en voedzaam. We maakten ons op voor de Bonifatiustocht. Ons thema van het weekend was: Jeneverbesstruik. Die zouden volgens Yeti staan bij Wulf, zoere melkboer en bij de bijenkorven. Ons eerste doel was die ochtend de spookboerderij van Wulf. We konden kiezen over de droog verharde weg of dwars door het kleddernatte koolzaadveld. Uiteraard kozen we voor het meest logische. Oehoeboeroe liep voor ons om het koolzaad een beetje plat te trappen. DSCF3536Na veel gehannes en gedoe bereikten we eindelijk de andere kant van het koolzaadveld. We naderden de boerderij van Wulf aan de achterkant. De tijd leek hier stil te hebben gestaan. DSCF3542Niets is veranderd sinds de laatste keer, hoogstens een trekkerspoor. Voor de boerderij stond een taxusstruik die nog het meest leek op een jeneverbesstruik. Van de jeneverbesstruik zelf was niets te zien. Nog wat gesnuffeld te hebben in enkele bijgebouwen togen we richting rivier de Mittelradde. De natuur was in volle rust, vooral stilte die werd doorbroken door gekras van een verre kraai. Af en toe werd de grauwe omgeving opgeleukt door de frisse kleur van een paddenstoel. De bomen aan het pad naar de Mittelradde waren voorzien van kasten afkomstig van de universiteit. Het bleken kasten te zijn voor vleermuizen. Ooit zagen Yeti en Vliegend Hert hier een foeilelijke studente bevers bestuderen. Zag ze op een tak een groene papegaai zitten. Liep ze op ons en zei: ‘De man die weet wat voor een vogel op die tak zit mag vanavond met mij naar bed.’ Ze keek naar ons en zei: ‘Jullie mogen ‘t zeggen!’ Wij antwoordden: ‘Uuh, een duif.’ Zei ze: ‘Weet je wat, voor deze keer reken ik het goed.’ De zware populieren aan het pad hadden duidelijk hun langste tijd gehad.DSCF3548 Steeds meer zwammen namen plaats op de stervende bomen. Uit scheuren kon je zo stukken vermolmd hout trekken. DSCF3553Na stil te hebben gestaan bij de betrekkelijkheid van het leven liepen we verder. Aan het pad naar boer Alwies Rolfes stond een oud boerderijtje. Voor het huisje stond een soort van altaartje, ooit voorzien van een crucifix. Thans was het in vergane staat gelijk de boerderij. Het belangrijkste was echter dat het altaartje was voorzien van een jeneverbesstruik. De eer was gered. We gingen snuffelen in de oude boerderij. We vonden nog schoolopgaven die gedateerd waren uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Verder deuren die voorzien waren van de oorspronkelijk grendels en een schouw met beschildering. Een leuk boerderijtje om op te knappen, als er een tiet met geld op je kop valt. Hierna liepen we richting de bijenkorven in het bos tussen de Altarm van de Hase en het grote zandgat. Tussendoor kregen we nog een telefoontje van de schoonfamilie van Yeti. Er zou een boeven op het terrein van Wulf zijn gereden. Dan bel je de Nederlandse schoonzoon. Na het terrein goed gecontroleerd te hebben verlieten we opnieuw het terrein van Wulf. In tussentijd was er geen jeneverbesstruik bijgekomen. Op naar de bijen. De korven waren netjes voorzien van informatie maar het terrein was hermetisch afgesloten. Ooit heeft hier een wetenschapper zich 24 uur naakt aan een boom laten binden om te laten zien dat bijen ongevaarlijk zijn. 24 Uur later troffen ze een slap in de touwen hangende, uitgemergelde en radeloze wetenschapper aan, die jammerend smeekte om ‘verlossing’. DSCF3559“Mijn god”, zegt zijn collega, “ze hebben je toch gestoken!?” “Nee, dat niet,” zegt de wetenschapper, “maar de kalfjes zijn al zes keer komen drinken!” De kalfjes zijn inmiddels verdwenen. Een paar tellen later liepen Oei-oei en Yeti over het lege terrein. Het hekwerk was duidelijk niet SusScrofabestendig. De korven waren leeg, daar was geen bij bij. Er was ook geen jeneverbesstruik bij. Die zul je ook niet aantreffen in een donker bos. We liepen verder richting Hase Altarm om via een omtrekkende beweging naar de Kolk te lopen. Wellicht was daar in de wei nog een ree te zien. Toen we daar aankwamen kwam onze voorspelling netjes uit. Tussen de bomen en takken door konden we een tweetal reeën observeren. Ook die eer is gered. We trokken Gross Dorgen binnen en zagen boer Berend met het dak bezig, daar kwamen nieuwe pannen op. Een hele klus gezien het oppervlak van het dak. Op ons kampterrein namen we plaats achter de oranje dekzeil. Hier werden een paar pilsjes genoten. Toen snel naar binnen want het werd verrekte koud. In de Ketel werd het snel gezellig met stemmig licht en…. een plaat vol met warme vette Zweinehacksen. Gegaard in een houtfornuis door de plaatselijke autochtone schoonmoeder ener ons. Snel en behendig werden de botten ontdaan van alles wat eetbaar was. Dit onder luid gesmak, gekreun en geboer. Een half uur later lag het hele zwik te pitten. Werner en dochter Carina kwamen in tussentijd nog even in de Ketel kijken maar troffen een muur aan van walm met daarachter ronkende neuzen. De radio speelde zachtjes op de achtergrond “Wat een techniek hè, zei Carina, “bij FFN draaien ze muziek en ik kan het hier helemaal horen!” “Ja, ongelooflijk,” zei Werner, “en in Braunschweig maken ze Schultenbräu en ik kan het hier ruiken!” Later, tegen negen uur in de avond liepen vier SusScrofa’s in het stikkeduuster verdwaasd rond op de Hasebrucke. Iemand had dit voorgesteld om wakker te worden. Langzaam verdwenen de schellen voor onze de ogen. Een paar tellen later zaten we gezellig in de Ketel Schultenbräutjes te drinken. We bleven maar zitten en leuterden door. Uil zei op gegeven ogenblik dat ie naar bed wilde en vleide zich ten ruste. We bleven maar zitten en leuterden door. Uil werd wakker en kwam weer bij ons zitten. We bleven maar zitten en leuterden door. Uil zei op gegeven ogenblik dat ie naar bed wilde en vleide zich ten ruste. We bleven maar zitten en leuterden door. Deze cycli bleven zich herhalen tot de klok bijna vijf uur in de morgen aanwees. Plotseling hield het geleuter op. We gingen naar bed.

 

Zondag 23 november 2014.

Iets later dan een paar van ons gewend waren zaten we aan het ontbijt van eieren met spek, kaas en knakworst. Klein Reusiestocht zou gaan naar het altarm aan de andere kant van de Hase. Over een kale landschap deden we in de verte onze eerste observatie van die dag. Een grote groene plant. Er volgde een discussie. Het gevolg was dat de hele meute zich over de lege vlakte naar de groene plant toeliep. DSCF3563DSCF3573Het bleek een koolplant te zijn. Hierop volgde een discussie of het hier kool dan wel kaal was. Bij de SusScrofa´s bleek het gelijk weer eens uitstekend verdeeld. Ieder dacht er genoeg van te hebben. Met een omtrekkende beweging kwamen we terug op de Hase, doorlopen zou zinloos zijn omdat de stroming ons zou meesleuren. Langs de Hase deden we opnieuw een observatie. Tussen de struiken zo´n driehonderd meter verderop stond iets roerloos te zijn. Na de bekende wellus-nietus-discussie moesten we er wel naar toe te lopen. Er bleek een vijfde klep open te staan. De duiker tussen de Hase en de altarm. Ooit gedacht dat dit een ontsnappingsroute uit de hel was. We zagen daar in die dagen namelijk verschillende gerefo’s rondlopen. Waar kwamen zij vandaan? De vliegtuig boven ons kon toentertijd 121 passagiers dragen en vertrok met 120 gerefo’s en 1 katho. Boven Groß Dörgen verloor het vliegtuig haar bodem, iedereen hing met de handen vastgegrepen aan de opbergkastjes. De piloot sprak toen tot zijn passagiers. “Er is overgewicht, 1 iemand zal het vliegtuig moeten verlaten”. DSCF3575De katho antwoordde hierop, “aangezien ik als enigste kathootje hier ben, zal ik me voor jullie krentenkakkers opofferen” ….. Al de gerefo’s klapten toen in hun handen. Thans konden we door de duiker kijken en zagen we de altarm naar ons toe zwaaien. DSCF3578Doorlopen had geen zin. Of hadden geen zin. In ieder geval ontbrak zin. Boven bleven de vliegtuigen sereen het milieu vervuilen. We liepen in prachtige herfstsferen terug naar de Ketel. We namen achter het dekzeil nog een paar Schultenbräutjes en genoten van de prachtige omgeving. Het moest ervan komen, circus Rens werd afgebroken. Doordat we hoofdzakelijk wegwerpborden, -bestek en -bekers hadden gebruikt hoefden we alleen maar weg te werpen. We verlieten voor 2014 definitief het kampterrein en rondden onze Bokweekend 2014 af. Die komt nooit weer. Slechts een chemisch sliertje wegwerp-rook uit de kampvuurplaats verried vervlogen aanwezigheid van gezelligheid, gelach en verbondenheid. Tot Maart 2015. Moed broeders, struikel niet.

Vliegend Hert.

 

September 2014

September 2014

Vrijdag 19 september 2014

Batman en Vliegend Hert hadden erg veel zin in die dag. Wekenlang hadden ze geoefend door wandeltochten van 10 km te maken. Vandaag zouden ze dan die 34 kilometer maken, de inmiddels traditionele mars van Erica naar Groß Dörgen in Duitsland. DSCN1441Om iets voor zevenen stond Bat voor de deur van Vliegend Hert. Na een snel bakkie koffie vertrokken ze dan eindelijk. Het was een koele vochtige mistige septemberdag in 2014. Maar dat zou snel veranderen, het werd die dag maar liefst 25 graden, waarvan alle graden boven vriespunt. Langs de Kerkweg zagen ze in het oosten de Koperen Ploert zich een weg banen door de ochtendmist. Hiervan werden enkele sfeerfoto’s gemaakt. Het was vroeg in de ochtend, dat was heerlijk lopen in de koelte. Voor Oei’s huis zwaaiden ze nog even, ze dachten iets van bewegingen te zien achter de coulissen. Spoedig lieten de heren Erica achter zich, ze liepen de ochtendzon tegemoet. De Veenhoeksweg werd gepasseerd en Stront-Kuper werd al geroken. Langzaam verlieten de heren de bewoonde wereld. Voor hen lag de lange weg naar de Sint Antonius kerk die nog half verborgen lag in de ochtendmist. Na de kerk ook eindelijk gepasseerd te hebben waren ze, na bijna twee uur, toe aan hun eerste rustpauze. Ze trokken even later, via een verborgen smokkelpad, Duitsland in. Op een landweg werd een dikke stofwolk gezien. Een woestijnstorm? Het was een denderende landbouwtrekker op een rulle zandpad. Gelukkig sloeg die op tijd af. Ze naderden het Griendveen. Normaal zou de ondersteuningswagen langs komen met koffie en vers water maar Yeti had het nu even te druk met tenten opzetten bij het Schienvat. DSCN1445Geeft niet, ze zijn zowat zelf ondersteunend. Dan maar zonder de lekkere bakkie koffie. Op de brug tegenover het Griendsveen gingen de heren in de schaduw een korte pauze houden. Ze naderden de weg die vroeger bekend stond als het abortusweggetje. Thans kwam van het eier schudden niets meer terecht, gewoon omdat de weg nu volkomen vlak was. Heel in de verte zagen ze de auto’s van de autobahn A31 dwars over het pad voorbij flitsen. Ze passeerden de geheime radiolocatie. Hier kan niets over worden geschreven omdat het dan geen geheime locatie meer is. Op de viaduct over de A31 lieten de heren zich even uitwaaien in de frisse uitlaatgassen. Snel liepen ze verder. Achter de boerenbedrijven, feitelijk gewone kippen- en varkensfabrieken, kwam de rust van het stille landschap. Ze besloten de oorlogskerkhof met een bezoekje te vereren. Op het goed onderhouden kerkhof namen ze bezit van een bankje. In de serene omgeving namen ze hun middagpauze. Ze besloten de rust van de meer dan duizend gesneuvelde soldaten en omgekomen burgers niet verder te verstoren en trokken snel verder. In de verte stond een reusachtige windmolen in de wind windmolen te wezen. Nu kwam een taai stuk. De windmolen leek steeds voor hen uit te rijden. Alsof de windmolen op rails liep waaraan een Duitser met humor zat te trekken. Eindelijk hadden ze hem te pakken. Ze trokken door het dorp Groß Fülen. Net buiten het dorp hielden ze pauze bij een bekend verborgen bankje. In de verte verschenen de eerste huizen van Stadt Meppen. Ze trokken de buitenwijken van de Stadt binnen. Straat na straat werd genomen, langzaam werden de straten groter en drukker. Bekende bordjes van een andere lange voetentocht werden zichtbaar. Ze zagen koperen plaketten in de stoep voor voormalige woonplaatsen van Joodse inwoners. Een sinistere herinnering uit donkere tijden. Ze naderden rivier Ems. Gelukkig stond hier een tankstation met nog belangrijker, een shop. Ze misten nu toch wel de ondersteuningswagen. Ze zaten in die hitte al een tijdje zonder water. Ze tankten vlot bij met bronwater en ijs. Het lange eind langs de Ems richting de binnenstad bleek dit keer een eitje. Opnieuw stonden de heren een teleurstelling te wachten. De kroeg, wat eigenlijk een lunchroom was, ging net dicht. Geen bel koel Susscrofabier. Ze sleepten zich naar plan twee. DSCN1450Die bestond uit een verderop gelegen schnell-imbiss waar je vreselijk vieze currywursten kon kopen. Die kon je dan vervolgens wegspoelen met Krombacher. Je moest toch een reden verzinnen om een biertje te drinken. De krachten kwamen spoedig terug. De kilometers door de bossen naar het stadje Bokeloh was bijna toeristisch. Hier stond de bekende Gästehaus Giese op hen te wachten. Op het zonnig terrasje bestelden de heren twee heerlijke bellen ijskoud bier. Daarna nog twee bellen. De laatste kilometers waren zoals gewoonlijk vrolijk. Traditioneel werd een foto bij de Hasebrücke gemaakt. Op het kamp stond Yeti ons op te wachten. Met een prachtig kampvuur. Tot onze grote verrassing kwam daar Uil uit de ketel stappen! We zijn dit weekend voltallig! Na de vrolijke begroeting van onze gevederde vriend kregen we een welkomstborrel voorgeschoven. Gelukkig geen Alte liebe, een ander soortig Weinbrandt. Het smaakte voortreffelijk maar de leden moesten natuurlijk niet vergeten dat de Hike-heren net 34 kilometer hike achter de kiezen hadden. Nou vooruit dan, gauw het spul wegspoelen met bier. De middag en de avond was het erg gezellig om en bij de Ketel. Eerst kwam Bambam met zijn mobiele slaapkamer en later verscheen Oei-oei. Tegen elfder uur waren bij allen die ouder waren dan vijftig jaar de batterijen op. DSCN1463Die togen naar bed terwijl de ‘jongeren-maar-niet-meer piep’ nog even doorgingen aan het kampvuur.

DSCN1457 DSCN1455

Zaterdag 20 september 2014

Om zeven uur was het weer dag voor Bat en Hert. Alles uit het SusScrofa-weekend halen is hun devies. Alleen zat Moedertje Natuur ons tegen. Zij had het landschap in een dikke laag mist gelegd. Hierin was geen foto te maken. Afijn, nu ze toch op waren maakten ze wat eten klaar en koffie. Toen de mist maar bleef hangen grepen ze naar het bier. Eindelijk toch weer een alibi. Die ochtend verschenen druppelsgewijs de overige leden uit hun nest. Na het eten togen we naar de uitkijktoren achter de rivier de Mittelradde. Hert keek verbaasd naar de leden. Ieder had zich uitgedost alsof ze richting poolcirkel wilden lopen. Na wat goed gemeende adviezen te hebben gegeven over de stijgende temperatuur en dunnere kledij herinnerde Hert zich opnieuw dat normaliter toch geen hond naar hem luisterde. It´s him a rot-care (engels). Nadat we het kampterrein hadden verlaten en de boerderij van Berend verscheen (zo’n 25 meter) moest iedereen opeens terug naar de Ketel om kleding te lozen. Eindelijk togen we dan op pad. Richting Alwies Rolfes. De mist was opgetrokken, het weer werd zonnig en warm. Zes Susscrofaatjes stonden even later op de brug over de rvier Mittelradde. DSCN1470DSCN1472Hoe vaak hadden ze hier gestaan en in welke leeftijd? Als veertienjarig verkennertje had ik een touw aan de leuning van de brug gemaakt, aan het touw in het water hingen drie beugelflessen Fanta heerlijk in de Radde te koelen. Direct achter de waterval die toen nog door een ijzeren stuwbalk werd veroorzaakt. In de waterval koelde het fris het best. Ik heb er helaas geen drup van gehad. Je moet maar een neef hebben die toevallig ook bij de verkenners zat en ergo, hij wou lollig wezen. Die paardenlul sneed het touw door. Drie flessen fris moeten daar nog steeds op de bodem liggen. Wie ze vindt: ik zal mijn neef de bedorven Fanta niet meer laten drinken. Zachtjes zal ik hem de drie gesloten flessen achter elkaar in de strot duwen. In gedachte dan. Thans stonden we op de brug van de Radde maar zagen geen ijzeren balk meer, compleet weggeroest. De stuwing werd nu door stenen in het water veroorzaakt. Eigenlijk veel natuurlijker- en mooier methode. Verderop in de stroming probeerden ze iets met paaltjes in het water. Een beetje nep-meanderen? We zien wel, we wachten af. In de verte zagen we de verzinkte uitkijktoren reeds schitteren in de zon. In tussentijd keken we naar een echte meanderend stroompje en beschouwden we de nijvere activiteiten van een bever. We weken af van het pad en liepen naar de Altarm die Neuarm zou moeten heten want de afsluiting hiervan is doorgestoken. Volgend Yeti was dit de Hase, volgens de rest was dit de oude Altarm. 

DSCN1487 DSCN1484Wie had er gelijk? Feitelijk iedereen. Sinds de Altarm niet meer is afgesloten van de oorspronkelijke stroming is het een onderdeel van de Hase. Dus geen Altarm meer maar de loop van een rivier net als vroeger. Toch is het de voormalige Altarm. Beide gelijk. Niet dus. Yeti liep rood aan als een belaagde maagd. ‘Neu’, zei hij, ‘dit is de Hase’. Nu kan ik wel zeggen, het zit in de familie. Maar dat zeg ik niet. Waar we wel eens over waren was het tragische feit dat op deze plek aan de Hase een meneer uit Nederland, een hollander dus, was verdronken. Het was zelfs een meneer uit Drenthe, uit de omgeving van Smilde/Hoogersmilde/Eelde, die bij de vreselijke stroomversnelling in de HASE met zijn bootje is omgeslagen, hierbij zijn twee vrouwen en hijzelf in het water terecht gekomen.
De twee vrouwen zijn op eigen kracht uit het water geklommen, terwijl de man is afgedreven en naar later bleek is verdronken. Er is dagen naar hem gezocht door politie/brandweer en andere hulpverleners, zij hebben hem niet kunnen vinden. Na ongeveer een week is deze man aangetroffen door een persoon in een kano, die heeft aan de politie gemeld waar hij is blijven steken. In het gedeelte van de Altarm waar we stonden was sprake van dezelfde stroomversnelling, veroorzaakt door een stuw van stenen op de bodem. Diverse kano’s passeerden per dag deze plek. Omdat het overwegend amateur-kanovaardes zijn loopt een ongelukje in de golven snel uit de hand. Nu kun je onder water gewoon doorpeddelen. De mond gebruik je dan om hulp te roepen. Maar d’r loopt dan wel water in de neus, snap je? We keken nog even naar de stroomversnelling tussen de steile zandoevers waar zwaluwen nestelden. Hierna betraden we de uitkijktoren, hierboven werden diverse foto’s gemaakt van de meanderende rivier in zijn prachtige omgeving. Het werd warmer en warmer. DSCF3254Een paar kilometer verder bleven we steken op een terrasje van ‘Zum Biberburg’. We gingen aan de Weisbier die niet wit was. Lekker koel in een groot slank glas. Ooooohhhhh wat lekker. We pesten een paar Duitsers weg die in de schaduw zaten. Onder de parasol namen we nog een pint. Voldaan en enigszins vrolijk togen we huiswaarts. Die avond betrok het weer en namen we plaats om de stamtafel onder de luifel van Yeti’s sleurhut. Wederom ging om elf uur alles boven de vijftig naar hun slaapplaatsen.DSCN1507

 

Zondag 21 september 2014

Voor Batman, Oehoeboeroe en Vliegend Hert was het ‘Ochtendstek heeft goud in de bek’. Na een vroeg ochtendontbijt gingen Batman en Vliegend Hert wat trappen in de dauw. Oehoeboeroe ging water halen en droeg verder zorg voor de ochtendhandelingen die tot doel hadden de schade bij het ontwaken van de overige leden tot het minimum te beperken. Batman en Vliegend Hert togen over de Hasebrűcke en over het schoolpad, sloegen op het eind rechtsaf. Hier lag een Altarm zonder stroomversnellingen en diengevolgen zonder verzopen kanovaarders. In de mist belemmerde ochtendzon met zijn prachtige gouden glans werden sfeerfoto’s van de herfst gemaakt. Bij terugkomst in de Ketel waren de overige leden inmiddels verticaal aanwezig. Gelaten lieten zij zich bedienen door een ijverige Oehoeboeroe en werden ze voorzien van de eerste levensbehoeften t.w. koffie en knakworsten. De sfeer kwam al vroeg op peil toen een paar Schultebrauwtjes gedegenereerd werden tot zinloos blik. Het werd een lome dag aan het kampvuur. Een prachtige zonnige herfstdag werkte daar volop aan mee. Ieder van ons liet de herfst volop in zich inwerken, of was het nou de bier?

DSCF3285

In ieder geval kwam ook aan deze weekend een end. Herfstweekend 2014 ging de annalen in als een warme voldane weekend door oudere en jonge-maar-niet-meer-piep gezapige zwijnen. Op naar het Bokweekend in november. Moed broeders, struikel niet.

Vliegend hert.

 

Uilo Creativo

Uil ziet Yeti

Raad het plaatje, schoenmaat 60 met pijn.

Uil ziet Oei

Raad het plaatje, zwak landingsgestel.

Uil ziet Uil

Raad het plaatje, legt een ei als een komma.

Uil ziet Batman

Raad het plaatje, Houdt van nachtdienst.

Uil ziet Bam

Raad het plaatje. Werpt graag een blik op het vuur.

Uil ziet Vliegend Hert

Raad het plaatje. Weinig te raden, kwestie van lezen.

2014 Maart

2014 Maart

Vrijdag 7 maart 2014

Om even over zeven uur in de morgen stond Batman aan de deur. Om kwart over zeven nam Vliegend Hert afscheid van zijn echtgenote, ze trokken naar het oosten. Ze zouden de unieke jubileumtocht ´25 jaar SusScrofa´ gaan lopen. P1030526 P1030531Op de Kerkweg zagen ze de Koperen Ploert zich boven de horizon verheffen. Het zou een prachtig dag gaan worden, een jubileum waardig. Nog even zwaaien voor Oei´s tombe, even later verlieten Batman en Vliegend Hert ons geliefde Erica. De kop was eraf, ze hadden nog zo´n 34 kilometer te gaan. Bij de Sint Antoniuskerk hielden ze hun eerste pauze, even later trokken ze Duitsland in. Ze maakten een laatste foto van Nederland met de vertrouwde rookpluim van de Purit in Klazienaveen aan de horizon. In Duitsland, bij het Griendsveenfabriek, hielden de twee hun tweede pauze. De hemel was veranderd in een strak blauwe hemel. Duitsland was niet meer hetzelfde. Het abortusweggetje bleek helemaal opnieuw te zijn hersteld, de gravel lag er strak op. Toch vonden we duidelijke sporen van een Wildzwijn. Even later moesten we stil zijn, we passeerden een geheime radiostation uit de tijd van de koude oorlog. Alleen een mast was zichtbaar, de rest was stealth. Bij de A31 werd gepauzeerd en enkele foto´s geschoten. P1030533 P1030536We hadden de helft van de jubileumtocht er op zitten. Ter hoogte van Groß Füllen langs een gemaaide maiskavel waar ooit een concentratiekamp lag zagen we in de verte een witte stip. Yeti kwam onverwachts met de Bumsbullie de heren koffie brengen. Geen kwaad woord vandaag over Yeti. Maar eerst moesten hij nog telefonisch naar de plek worden geleid waar de heren stonden. Die konden anders de koffie wel vergeten. Het kwam goed, even later zaten Batman en Vliegend Hert in een bushokje heerlijk van een bak koffie te genieten. Yeti had haast en vertrok weer snel, hij moest Oehoeboeroe nog ophalen plus onze plunje. De heren trokken verder naar het oosten, niet veel later trokken ze Meppen binnen. Kütt, hun lievelingskroeg was gesloten. Gelukkig wisten ze nog een Schnell Imbiss. Hier aten ze een paar currywursten en dronken ze een paar flesjes Duits bier, wunderbar. Ze hadden weer energie als jonge goden. Een uurtje later zaten de goden in Giese achter een lekker koel glas Duits tapbier, mehr wunderbar. P1030530 P1030529De laatste kilometers van onze jubileumtocht zaten er snel op. Het welkom op de basiskamp was ondanks het jubileumkarakter gereformeerd zuinigjes. Sleet zullen we maar denken. De 35 kilometer lange jubileumtocht 25 jaar SusSchrofa zat er op. Zo’n tocht komt toch echt nooit meer.

 

Vrijdagavond, nog steeds 7 maart 2014

Bij het kampvuur was het spoedig bar gezellig. Langzaam trok de zon naar beneden en verdween het in een vurige gloed aan de horizon. P1030540 P1030533Het werd snel fris dus trokken we naar binnen. Oehoeboeroe trakteerde ons op een heerlijke dikke soep met gehaktballen. Even later kapseisde de kok. De soep bleek toch te zwaar op de maag te liggen. Later op de avond vervoegde de Uil zich weer bij de groep. Oei had zich inmiddels ook gemeld. De Ketel, die zo lang, slof en donker op ons moest wachten, straalde die avond als een ster. Het gerstenat vloeide weer eens rijkelijk en de sterkste verhalen deden de ronde. Kortom, we waren aanwezig.

 

P1030536 P1030542

Zaterdag, 8 maart 2014

Het wekkertje ging om kwart over zes ‘s morgens. Op het programma stond dauwtrappen. Batman en Vliegend Hert stonden als eersten paraat enige te zijn. Een prachtige zonsopkomst boven Groß Dörgen werd gekiekt. Het dauw bleek ijzige vorst te zijn. Met een dikke mist, die als een koningsmantel over het landschap uitrolde. Het bleek een goede combinatie om prachtige foto’s te maken. Bij de Hasebrucke, ook gehuld in een koude dikke mist, zagen we een bever beven en een haase langs de Hase. Batman kiekte nog snel even een staartmeesje. Ze trokken over de brug, daalden af en liepen naar een altarm van de Hase. De zon deed ondertussen verwoeste pogingen zich uit de wurgende greep van de mist los te maken. De strijd leverde prachtige sfeerfoto’s op. Dan te bedenken dat deze sfeerfoto’s absoluut niet kunnen tippen met wat je op dat moment met het blote oog ziet. Hoe de Witte Wieven over de velden rolden, hoe de ochtendzon zich door het bos wurmde, hoe Meerkoetjes en eenden zich in het dampende water een territorium verschaften. Het is niet vast te leggen, alleen te ervaren, te ondergaan (hier past een moment van zelfreflectie).

DSCF3001

De vorst aan de grond liet prachtige kristallijne creaties zien die waarschijnlijk Frank Govers deed zeveren als ie nog geleefd had. Wat de twee opviel was dat een hand werd gelegd op de ongebreidelde groei van de natuur die zo kenmerkend is voor de omgeving van Groß Dörgen. DSCF2950 DSCF2945 DSCF2936 DSCF2935 DSCF2923Kortom, afdeling Groen van de gemeentelijke platzoendienst deed zich weer gelden. Afdeling Groen die Groen heet omdat het die kleur haat en dit met elke vorm van mes, schaar of ketting te lijf gaat. Maar ook de autochtone bevolking van Groß Dörgen maakt zich schuldig aan het neerleggen van onschuldig hout. Houtbloed in de vorm van zaagsel duidt steevast op een lijk in de vorm van een afgezaagde boomstronk. Wat mankeren de mensen toch tegenwoordig. Het wordt tijd dat iemand zich een been afzaagt, dat zijn we weer even verlost van die frivoliteiten. Langs de Hase vonden we diverse gesneefde boompjes. DSCF3052De rups stond even verderop band te wezen. Met een hydraulische schaar voerde het zijn verfoeilijke taak uit. Batman en Vliegend Hert misten op dat moment het zakmes van Yeti. Terug op de Hasebrucke bleek vrijwel alle mist te zijn verdwenen. De zon nam aan kracht toe, het ging een warme dag worden. Terug in de Ketel waren de overige leden reeds opgestaan. Na een stevig ontbijt gingen we op pad. Over de Hasebrucke maar nu linksaf over de zomerdijk. Maar waar was nu Uil gebleven?Na een zoekmoment bleek ie bij de Kolk te lopen. Gelukkig hadden we een voorkeuzetoets op onze mobieltjes van De Blerinck. D’r moest een keer van komen, dan maar snel afhandelen. Aber Herr Blose hat kein Sclerose. Hij had zich vergist, met die mogelijkheid hadden we geen rekening gehouden, dat kon natuurlijk ook nog. Weg met die mobieltjes! Op de dijk deden we onze eerste observatie. In de top van een boom langs de akker zat een Grauwe Klauwier. Herkenbaar aan de zwarte streep op de kop en ronde staart. We hebben nog even getwijfeld bij de determinatie (torteldoeve). Later op het basiskamp na het bestuderen van de foto’s gaf Yeti het verlossende woord, de Grauwe Klauwier. DSCF2982 P1030592aWe liepen de dijk verder af en maakten een omtrekkende beweging richting Bokeloh. Hoewel de natuur al behoorlijk in reuring was er voor ons weinig te zien. Het was nog gewoon te vroeg in het jaar, de meeste vogels moesten nog komen. We zagen onderweg mensen die tuinafval in de natuur dumpten. We zagen een Ranger die dit had moeten voorkomen. Hij reed zwaaiend langs de vervuilers. Zeker schönfamilie.Links van ons vond een boer nodig een weiland in de zeik te nemen. Verderop vonden we bij een riviertje of sloot een zitbankje. In de prachtige zon zetten we een lekker koud pilsje om in strul. Het leven was zo slecht nog niet. Na wat omzwervingen kwamen we uit op de Hase. Aan de overkant was het Römerlager te zien. Een opstuwing van aarde en ooit gebruikt door de Römijnen die hier 2000 jaar geleden actief waren. Lang de Hase liepen we richting Bokeloh. In de verte was de kerk prachtig zichtbaar als een oude kasteel. Aan de overkant van de Hase zagen we dat ook hier ijverige knagers druk doende bezig waren.

P1030597 DSCF3024 Vlak bij de brug stond een meetstation om de hoogte van de Hase te controleren. Via een overspannende kabel kon meetapparatuur in het water worden gelaten. Maar ook op de wal konden waterstanden worden gemeten. Wij stonden op de wal ook te watertanden. We zagen de Kneipe. Giese was echter gesloten anders hadden we daar nog een pintje genomen. Aan de deur zagen we een bekend bordje met twee voeten. De wandelroute van Erica naar Groß Dörgen. We namen de kortste weg naar de Ketel. Overal stonden schilderijen van Otto Pankok. Uitgerekend bij een zelfportret (wat ‘n lelukkurd) deden we de tweede natuurobservatie. Een ijsvogeltje. Zeldzaam als kippentanden. Eigenlijk was het een blauw kwakje die snel over het water scheerde en van ons weg vloog. Het was onmiskenbaar een ijsvogel of het moest de Blauwe Scheerkwakje zijn, die komt hier niet voor. Op het basiskamp aangekomen vleiden we ons neder om het kampvuur. Een kouwe gloepwind deed ons grijpen naar een windscherm. Toen het windscherm er eenmaal stond hadden we last van dwarrelrook. Met betraande ogen en half verkleumd gaven we ons eindelijk gewonnen, we trokken we uiteindelijk de Ketel in. P1030605 DSCF3040Wederom kapseisde de wijze Uil, dit keer nam hij Oei-oei mee naar het zandmannetje. ‘s Avonds was het weer bar gezellig. Wederom schikten Uil en Oei zich later op de avond weer aan. Wat we als SusScrofa doen is toch iets bijzonders. Langzaam lijken we dat na 25 jaar te beseffen. Zoiets wil je toch niet missen.

 

P1030623a

Zondag, 9 maart 2014

Die morgen voerde ons de Klein Reussiestocht naar het gebied achter squawvally. Oei had kampwacht. Hij liep mank omdat hij zijn hiel op het spoor was. Hij maakte zich nuttig door de Ketel te voorzien van foto’s uit ons rijke verleden. In het zand langs de Hase vonden we sporen van zowel Bevers als Beverratten. De een gaf een brede sleepspoor in het zand, de ander een smal en diepe sleepspoor. Bij de Zwarte Poel deden we onze derde grote natuurobservatie, Kraanvogels. P1030545 We hadden die beesten al in de vroegte over de Ketel horen gaan. Ze waren voorbij gevlogen voordat we er erg in hadden, we dachten eerst dat het hysterische Rotganzen waren. Die Kraanvogels maken meer lawaai dan tien Kanadelaars. Strak in formatie kwamen dit keer aangevlogen. Altijd ongelegen want Hert was net aan het bellen met het thuisfront. Haastig moest hij het gesprek afbreken wilde hij geen foto missen. In het veld namen we later nog enkele macro-foto’s van verschillende korstmossen. DSCF3074Via OK-corral kwamen we langs de boerderij van boer Wulf. Deze was niet aanwezig i.v.m. een definitief transfer naar Bokeloh. Foto’s werden dit keer vooral gemaakt van de rijke gevels.

In de nok van de boerderij werd een monogram (HW: Heinrich Wulf) ontdekt van de boer. Van ingemetselde bakstenen, dat was vakwerk. Terug op het kamp restte ons nog tijd om een paar pilsjes te drinken en de boel op te ruimen. Ons jubileumweekend zat erop. Om 16.00 uur werden we door onze echtgenotes opgehaald voor een jubileumdiner in Gasthaus Giese te Bokeloh. Op de brug werd een gezamenlijke foto met leden en echtgenotes gemaakt. Daarna was het laven aan het goede leven in de gezellige Kneipe Giese. 25 jaar SusScrofa, wie had dat gedacht. Wat het meest is veranderd in Groß Dörgen zijn de mensen, wij dus.

DSCF2917

DSCF3072Groß Dörgen, Hase, bomen, paden, wind en water zijn hetzelfde gebleven. Klaar voor de volgende generatie. Moed Broeders Struikel niet.

13-03-14 Vliegend Hert

P1030647

 

November 2013

November 2013

Het was een donkere dag en het regende pijpenstelen toen op die laatste vrijdag van November 2013 de Bumsbullie van Yeti, vergezeld door Oehoeboeroe, onze oprit opdraaide. De herfst was in volle gang, overal waaiden bladeren speels door de straten. Niet lang geleden brak een dom blondje nog haar been bij het aanharken van bladeren in de tuin. Bleek ze hierbij uit de boom te zijn gevallen. Even later togen we in de regen naar het stulpje van Oei-oei. Toen deze ook plaatsnam in de auto was het weekend eindelijk begonnen. De komende 2 dagen waren we prettig met elkaar opgescheept. Allereerst de boodschappen. Traditioneel ingeslagen bij de Aldi in Klazienaveen. Traditioneel teveel bier, teveel koffiemelk, teveel koffie, teveel braadolie, kortom van alles teveel. Hierna gingen we naar een buurtsuper in het Duitse Versen. We hadden namelijk nog niet teveel braadworst en teveel Jagtslock. Met een gerust hart betraden we de winkel om uiteraard ook het traditionele Herfstbock in te slaan. In de hele winkel dus niet te vinden. Na een kort beraad besloten we midden in de winkel collectief in paniek te raken. Oehoeboeroe klaagde dat ook de rode paprika en rode uien niet goed waren, het stond zelf met een bord aangegeven: rot. Gelukkiger was Yeti de slimste van ons, altijd nog geweest. De meester op de Gerardusschool vroeg aan Yeti: ‘noem eens vijf dieren in Afrika’? De slimme Yeti wist toen al het antwoord. ‘Twee olifanten en drie tijgers’. Yeti kwam op de parkeerplaats uiteindelijk met een idee dat onze gemoederen enigszins deed bedaren. Hij wist nog een winkel. Hier ging hij altijd boodschappen doen als hij op vakantie naar Duitsland ging. Een K&K winkel midden in de stad Meppen. DSCF2784 DSCF2781En zo trok een Bumbullie omringt met pijenstelen naar het centrum van Meppen. Deze winkel had alles, ja zelfs Bockbier. Deze K&K winkel kon onze toekomstige foeragewinkel wel eens worden. Eindelijk hadden we teveel van alles. Groß Dörgen riep en wij kwamen. Even later stopte een witte Volkswagenbusje voor een hek aan het Quinzelpfad nr 1. Helaas regende het ook aan de andere kant van de hek. Snel brachten we de boodschappen in de Ketel. Luikjes open, spinnetjes weg, gaskraantje open, Bambino aan en het eerste gerstenatje werd een feit. Omdat het buiten toch maar regende bleven we de rest van de middag binnen. We hadden bij het boodschappen ook kerstverlichting gekocht, weldra hing in de Ketel een weldadige sfeer van Kerst. En het hagelde en het regende en het was er zooo koud, nou vooruit nog een gerstenatje. Oeioei had voor ons een leuke verassing in petto gehad en de vorm van 40 liter zelfgestookte bier. Echter, bij het bereidingsproces had een recalcitrante bacterie kans gezien de hele boel in de ketel te verstieren. Het resultaat deed de fineer van de tafel krullen, wat weer leuke effecten gaf. Jammer Oei, de volgende keer beter. Gezien het fineer twijfelen we nog of we ons daarop moeten verheugen. Dat het Bokweekend 2013 een Bourgondisch Culinair Hoogtepunt (BCH) zou worden hadden we in onze stoutste dromen niet gedacht. Het begon vrijdagavond. Een inwoonster van Groß Dörgen, toevallig de schoonmoeder van Yeti, had zich moeite getroost om ons eens flink te verwennen. Het resultaat was een braadschaal met vijf goudbruine Schweinshacksel. Daar had Yeti een fantastisch gerecht van gemaakt die ons het water in de mond deed stromen. Onze kok was niet te beroerd om het recept ter beschikking te stellen aan de wetenschap. Het recept:

9 schweinshacksen
4 bouillonblokken


1,5 kilo zuurkool
1,5 kilo aardappelen
1 dl room
200 gram spekblokjes
8 grote uien
30 gram boter
8 laurierblaadjes
10 witte peperkorrels
10 pimentkorrels
suiker
10 jeneverbessen
1 fles witte Riessling
Spoel de schweinshacksen af met koud water.
Breng 5 liter water aan de kook met de bouillonblokken en doe de hacksen erin.
Snij 4 uien in vieren en doe ze met 4 laurierblaadjes en de peper- en de pimentkorrels en 1 theelepel suiker in de pan.
Laat alles 1,5 uur sudderen op laag vuur.
Haal de hacksen uit de pan en zeef het kooknat.
Snipper 4 uien , verhit de boter en maak een bedje van gefruite uien en de spekblokjes.
De zuurkool uitknijpen en een beetje los maken en dan op het bedje van spek en uien leggen.
Voeg de jeneverbessen en 4 laurierblaadjes toe.
Giet de Riessling over de zuurkool en herhaal dit enige malen.
Schil de aardappels en kook deze in 20 minuten gaar.
Maak er met een handmixer een luchtige puree van met wat boter en room.

Maak een mooi bedje van zuurkool, rode kool en aardappelpuree.
Leg de hackse op het bedje, eventueel het vet verwijderen.

Onze stamtafel werd omgetoverd tot een tafel uit een viersterrenrestaurant. Dit was ongekend, dit hadden we nog nooit eerder meegemaakt. Het gerecht was een waardig voorspel op ons komend 25 jarig jubileum van de SusScrofa’s aankomend voorjaar. Vol overgave zetten we onze tanden in het malse vlees en onderwijl kreunen van genot. Het vet droop van onze kinnen, niets kon ons deren. Oehoeboeroe serveerde een Bockbier. Na dit decadent festijn deden we ons tegoed aan Schultenbrau en maakte Oehoeboeroe zich op voor het houden van een speech. De Wijze Uil die de wereld heel anders bekeek dan wij eenvoudige zwijnen. Zat ie onlangs nog met een uil in de Emmer dierentuin. Zegt Oehoeboeroe tegen de andere; ‘Triest hé, al die mensen achter tralies.’ Weldra rolden de plannen voor dit weekend over de stamtafel. De wijze Uil had rekening gehouden met allerlei mitsen en maren, tegelijkertijd bouwde hij voor en tegens in en hield hij rekening met een eventuele noodplan. Kortom, we hadden geen idee wat we morgen gingen doen. Die avond hadden we ons vol gegeten en ons gelaafd aan de dranken die de Herfst ons bood. Het werd niet laat die avond, de oogleden werden zwaar. Met een hoge cholesterolspiegel was het goed rusten.

DSCF2815 DSCF2798

Zaterdag.
Het was vroeg in de morgen, de Ketel lag nog in de schemer. We hoorden een duif tegen de koe roepen: ‘Roekoe’. Hoorden we de koe terugzeggen: ‘Roeduif’. Traditioneel waren Vliegend Hert en Oehoeboeroe vroeg aan de bak. Ons ontbijt van ei, knak- en braadworsten moeten op een proper manier door onze strot geduwd worden, dat gebeurde met koffie, veel koffie. We maakten ons op voor de Bonefatiustocht. Die morgen werd een bovenmatig staaltje van besluitvorming ten toon gespreid. Allereerst kwamen we zo’n vijfentwintig meter van de hek. Een acute grindverschuiving een der leden deed ons spoedig terugkeren. De volgende poging bracht ons tot de crucifix ‘Im Kreuz ist Heil’. Iemand onzer nam dat letterlijk zodat wederom een retour werd aangevat. De volgende poging was richting de Kolk. Bij een klus bij hun nieuwe vakantiehuisje deed een zwager, zus en een broer ons ophouden. De opgehouden tijd was net voldoende om ons met gezwinde spoed te doen terugkeren naar de Ketel teneinde een gevaarlijk biologisch proces de kop in te drukken. Een depressieve koe van Berend die in een uithoek stond was getuige van mensheids degeneratie. Nog diezelfde morgen vroeg de koe  vrijwillig noodslachting aan. Eindelijk gingen we op pad. Niet naar de Kolk. Plotseling stonden we op de Hasebrucke en besloten dan maar naar Bokeloh te lopen. Een nieuw bordje deed ons de geschiedenis van de brug doen gelden. Wat het Nieuwe Fietsen wel niet teweeg brengt. We zagen daar een man lopen in het Groß Dörgener Wald paddenstoelen te zoeken. Hij graait tussen een stel bladeren en wat denk je dat ie ziet? Een kabouter! ´Goeiedag eem’, zegt die kabouter, ‘nu mag je een wens doen’. De man zegt: ´ik zou wel een brug over de lengte van de Hase willen. De kabouter antwoordt hierop met te zeggen dat het wel een beetje binnen proporties moet blijven. ´Ok´, zegt de man, ´doe dan maar een vrouw die niet zeurt´. De kabouter zegt: ´hoeveel banen moet die brug hebben’? Het werd een klassieke najaarstocht met veel paniek. Het weer was die ochtend veranderd van gerefo-regen in een prachtige najaarszonnetje met witte stapelwolken. Het was stil in de natuur. In de verte het gekraai van een enkele kraai en het staccato van jachtgeweren. Ja hoor, het jachtseizoen was weer geopend. De litanie van schrootflinten was overal hoorbaar. De hoofdreden waarom we dit weekend geen ree te zien kregen, die verplaatsten zich hoogstwaarschijnlijk in tijgersluipgang door het struweel en bleven zorgvuldig in vuurdekking. In Bokeloh aangekomen was onze eerste ontdekking een gesloten Giesen. Kütt. Voor de Kneipe stond een tractor met een soort van mobiele hut. Eromheen liepen druktemakertjes met feloranje camouflagepakken. Aan de mobiele hut hingen twee onvrijwillige medewerkers in de vorm van meervoudig geperforeerde eenden. Achter Giesen lag een bosje van hoogstens een halve bunder. Daar trok onze jacht-armee op af. Vanaf een hoger gelegen weg hadden we er precies zicht op. In slagorde werden de jagers achter het bosje in een linie opgesteld. Vanaf Giesen werd door drijvers en jachthonden het wild opgedreven. Het bosje was echter zo klein dat jagers door het bosje de prijzenlijst van Giesen aan de deur zagen hangen. Wat we zagen was geen wild maar luie jagers. Zitten daar maar een beetje om de kroeg heen te hangen. De frustratie van de jagers nam  evenredig toe met ons leedvermaak. Tja, dan moet je daar niet tussen gaan zitten als kraai. We zien hem nog steeds zitten vanaf een hoge tak. Had ie goed zicht. Het beestje zag iets op zich afkomen. De kraai bukte zodat het lood over hem heen scheerde. De kraai leek een lange neus te halen naar de jager. Kraaien kunnen echter niet tellen. Het jachtgeweer was dubbelloops. Het volgende schot deed de kraai nog een keer vliegen, als een wolk veren. Wij hadden genoeg Weidmannsheil gezien. We liepen over het kerkhof, onvoorstelbaar hoeveel jonge Bokelohers in de oorlog gebleven zijn. Net buiten Bokeloh vonden we langs een bospad een Gedenkmal. In de negentiende eeuw hadden ze op deze plek een postkoets overvallen en de koetsier dood geschoten. Pikant is dat de overvaller hier met zijn slachtoffer op het kerkhof ligt. DSCF2816 DSCF2817We liepen langs het hondenkamp en betraden even later een voor ons onbekende bospad. D.w.z. deze bomen kenden we nog niet. Ook de Altarm kwam ons niet direct bekend voor. Het grote voordeel van dit gebied is dat alle paden uitkomen in de zandgroeve. Als  ´verdwaalde gasten´ ontkwamen we daar ook niet aan. Ondertussen is het begonnen te regenen, van die fijne regen. Alsof er gereformeerden ontsnapt waren. Aan de overkant zagen we de reden, de poort naar de hel stond als een afwateringsbuis wagenwijd open. Tja, dan wil het wel fijn gaan regenen. Met de paniekflesjes leeg kwamen we bij de Ketel. Moe vleiden we ons neder. In een duister reflex grepen we naar een hoek van de kamer. Even later lieten we een gerstenat goed smaken. Vliegend Hert wil van de Ketel een heuse clubhuis maken door foto’s van SusScrofa’s door de jaren heen aan de wand te hangen. Daar is ie een groot gedeelte van de middag zoet mee geweest. Het resultaat mag er zijn, van alle zijden kijken grijzende clubleden je aan. De Ketel wordt het Nirvana voor Zwijnen. Opnieuw bereikten we die middag een culinair hoogtepunt. Was ons de herfst naar het hoofd gestegen? Waren we lijp aan het worden? Feit was dat Oehoeboeroe een onbekend talent bij zichzelf had ontdekt. Jawel, onze eigen Uil ging die middag kokkerellen. En niet zo maar even. Oehoeboeroe maakte voor ons elk als voorafje een gevulde champignon. Ook de Edele Vogel stelde zijn recept belangeloos beschikbaar aan iedereen die het maar wil (w)eten.

MIJN VOORGERECHT is een SNACK GEMAAKT VAN;DSCF2830

12 grote CHAMPIGNONS met een kap diameter van 10 centimeter.
3 bakken met DOBBELSTEENTJES SPEK.
6 grote SJALOTTEN.
3 bollen KNOFLOOK.
Boter voor het bakken.

VOORBEREIDING de vulling van het menu.DSCF2837

Haal de spek uit de bakken en snij deze nog een keer doormidden.

De sjalotten snij je fijn.

De knoflook snij je ook fijn, en als ik zeg fijn dan doe je dat, en niet uitpersen.

Snij de steel uit kap de kap van de champignons, en snij deze fijn.

Als je de voorbereiding hebt gedaan ga dan bezig met de bereiding.

DE BEREIDING. van de vulling van het menu.

Doe de boter in de koekenpan en smelt deze.
Voeg vervolgens de fijngesneden spek toe en bak deze een iets bruin.
Daarna voeg je hierbij de de fijngesneden sjalotten en de knoflook.
Laat dit alles nog even meebakken.
Vervolgens doe je de fijngesneden champignonstelen toe en laat ook deze een klein poosje mee sudderen.

Als dit allemaal klaar is pak je een eetlepel en daarmee ga je het zo juist bereide in de Kap van de Champignon doen.

Als de kappen gevuld zijn doe deze dan ook in de koekenpan en laat ze allemaal nog een kleine 5 minuten braden.

Pak een mooi bord en doe hierop de Gevulde Paddenstoelen.

VERVOLGENS SLA EEN KRUIS EN BID VOOR DEZE SMAKELIJKE MAALTIJD.DSCF2836 DSCF2838

Een Schweinshackse en een gevulde champignon mogen allebei 3 wensen doen, de Schweinshackse begint en zegt: ik wou dat alle Schweinshacksel in Groß Dörgen meisjes waren. Dan wenst de gevulde champignon dat hij een auto had. En het gebeurt. Dan wenst de Schweinshackse dat alle Schweinshacksel van het land meisjes waren. En de gevulde champignon zegt van: ik wil de supersnelste auto. En alles gebeurt. Dan wenst de Schweinshackse dat alle Schweinshackse van de wereld meisjes waren. En ja, ook deze wens komt uit. Dan zegt de gevulde champignon: ik wou dat die Schweinshackse een homo was! Allerlei herfstvruchten vonden via de kundige handen van Oehoeboeroe hun weg naar de populaire mycelium. Het was een femofantastisch kunststukje, het was top, het was Uil. Dat ons dit in Groß Dörgen overkomt, dat ons dit in 2013 overkomt, het is een wonder! Aaaaahhh (katzwijm). Ik stel voor om van Groß Dörgen een culinaire Lourdes te maken. Het wordt etevaartsplaats ‘Grote Kwiele en Zever’. We bekommeren ons om de knappe zusters, die nodigen we uit in de Ketel. Om een nieuw culinair hoogtepunt te halen. We zijn dan ook erg blij dat de Wijze belangeloos zijn recept beschikbaar stelt op deze site en zo aan de wereld wil tonen dat wonderen de wereld niet uit zijn. Dan te bedenken dat dit slechts het voorafje was. Ditmaal was het Oei-oei die voor een smaakexplosie zorgde. Van herfstvruchten als kastanjes en paddenstoelen wist de Vogel-met-de-zware-familiejuwelen een goddelijk gerecht te maken die zijn weerga niet kende! Telkens werd de ene smaaksensatie afgewisseld met een andere als Bockbier. Het was een smaakestafette. Wat een herfst. Wat een weekend, het regende topkoks. Ook Oei wil zijn talent delen met de wereld en staat toe dat zijn recept op deze site beschikbaar wordt gesteld voor alle professionele chefkoks. Opdat ze kunnen leren. Recept voor het maken van een dwarsdoortbos herfstschotel.

Bij dit recept is het niet mogelijk op te geven voor hoeveel personen het is bedoeld, de kok is hier geheel afhankelijk van de eetlust der disgenoten.
Lees het recept in zijn geheel door voor u begint, dit voorkomt teleurstelling over niet aanwezige ingrediënten, en het in volle paniek zoeken naar de juiste gereedschappen op het moment dat ze onontbeerlijk zijn.

Bos-uien (van die met die rode rokjes)
Sjalotten of gewone uien.
Alternatief voor sjalotten, en een stuk gemakkelijker: uien
Varkensgehakt, vers en ongekruid
Spek
Boter
Mosterd
Suikerklonten
Tamme kastanjes
Champignons, voor de gevorderde kok en/of eter zijn andere paddenstoelen niet uitgesloten. Houdt hierbij wel voor ogen dat sommige paddenstoelen slechts eenmaal te eten zijn, en andere maag- en darmbezwaren kunnen veroorzaken. Wilt u na het nuttigen van de maaltijd liever alleen positieve opmerkingen van uw disgenoten, houdt hier dan rekening mee. Is er te weinig bier, dan kunt u overwegen toch de minder eetbare soorten toe te passen, zelf niet te eten en later in uw eentje het bier opmaken. Dit verhoogd de gezelligheid niet.
Eieren, van een kip, eend, fazant en dergelijke, nooit van vissen, krokodillen, schildpadden, insecten, spinnen, amfibieën en zo voorts
Het is geen bezwaar ook knoflook, kruiden, zout, rode kool of ander ingrediënten klaar te zetten, doch deze worden in dit recept niet gebruikt. DSCF2805

Pel de tamme kastanjes, een eventueel abusievelijk gevonden wild exemplaar zal tijdens het pellen door middel van bokkensprongen en ander ongerief zijn ongewenste aanwezigheid kenbaar maken. Het pellen van de kastanjes is een redelijk inspannende arbeid. Vindt u iemand die dit nog nooit heeft gedaan, spiegel hem of haar dan een onvergetelijke ervaring voor en besteed het werk uit.
Doe de gepelde kastanjes in een pan met ruim water, zorg dat ze geheel bedekt zijn. Voeg een handvol dobbelstenen spek toe, en breng aan de kook. Na enige tijd koken de kastanjes en het spek uit de pan nemen, en de kastanje-velletjes waar mogelijk verwijderen. Geheel verwijderen is niet nodig, maar zoveel mogelijk draagt bij aan het smaakgenot en het voorkomen dat deze soms wat taaiere stukjes tussen tanden en kiezen geraken. Snij de gekookte kastanjes in enige stukken. Maak voor het vaststellen van de grootte der brokjes gebruik van uw kennis van de fijnezinnigheid der eters. Niet te grof voor fijnbesnaarde luitjes, iets minder fijn voor de Bourgondiërs onder hen. Gooi het kookvocht weg, dit is echt nergens meer goed voor.
Pel de sjalotten en de bos-uien, maak ze fijn, pas ook hierbij uw kennis der disgenoten toe om de mate van fijnheid te bepalen. Snij ook de paddenstoelen van enige of diverse aard in gepaste brokken.
Beboter een koekenpan lichtjes. U gaat weliswaar geen koeken bakken, edoch in de Nederlandse taal is de naam koekenpan voorbehouden aan een uitermate geschikte pan-soort voor het aan te gaan bak-werk. Daarmee wordt niet bedoeld dat het maken van deze dis een bak werk is, edoch dat een bereidingsmethode van voedsel waarbij dit niet rauw wordt genuttigd wordt gebruikt.
Doe de gesneden uien, sjalotten en paddenstoelen in de pan, en fruit deze op gematigd vuur. Elektrisch mag ook, er bestaat geen voorkennis mijnerzijds dat dit van invloed zou zijn op de smaak van het eindresultaat.
Na enige tijd, als de uiensoorten mooi glazig zijn, het ontstane kookvocht afgieten, ruim mosterd aan de pan toevoegen, roeren en nog even nafruiten.
Voeg nu de in dobbelen gesneden spek toe, roerend bakken, dan de gehakt toevoegen en doorbakken terwijl u al roeren zorg draagt dat het geheel goed gemengd raakt.
Leg een forse handvol suikerklonten op een doek, bij voorkeur een schone en droge, vouw deze doek dicht en sla de klonten volledig aan losse suiker. Gebruik voor het fijn slaan een hamer, een deegroller, uw vuisten, andermans hoofd, of bijvoorbeeld een bijl. (Nee, niet de scherpe kant gebruiken). Neem de daarbij ontstane poedersuiker op de koop toe, en maak u niet druk om deuken in uw aanrecht. Als u later eieren gaat koken zijn deze deuken mooi om bijvoorbeeld te voorkomen dat rauwe eieren van het aanrecht rollen. Dat geeft namelijk een enorme smeerboel. Vergeet niet ondertussen in de koekenpan te roeren.
Voeg de losgeslagen suiker toe aan de pan, roer door en voeg nogmaals mosterd toe, roer weer door.
Laat de suiker voorzichtig karamelliseren. Zwarte aangebrande en knusprige stukjes onderin de pan kunt u later verklaren met de opmerking dat dit gekaramelliseerde suiker is, en zal bijdragen aan het smaakgenot.
Schud de eieren uit hun schaal, en voeg ze al roerend toe aan de koekenpan. Laat het geheel nog even doorwarmen tot de eieren goed gestold door het gerecht zijn gemengd.
Dek naar believen de tafel voor de aanwezigen of alleen voor wie u het eten gunt, dan wel geeft elkeen een vork en eet smakelijk. Vergeet niet de pan op tafel te zetten. We rustten ons uit en gaven de smaakpapillen kans om even bij te komen. Ook hier werkte Schultebrau louterend en als diuretica. We werden gedwongen een frisse neus te nemen om zodoende een warme broek te voorkomen, snappie? Over warme broek gesproken, Steven, Yeti’s Germaanse oomzegger die geen oom zegt maar Unkel, nam die avond zijn vriendinnetje mee. Die achteraf blijkt een andere vriendje te hebben (jammer dan Steven). Tot een uur bleef het kittig dingetje in de Ketel zitten. Sorry hoor, het eten bleek gewoon te lekker te zijn geweest. Voor vier uitbuikende zwijnen was het om half twee eindelijk kamprust.DSCF2849

Zondag.
We wisten op tijd onze ontbijt van knakworstjes en eieren door de strot te wurgen en togen op pad. Het werd een korte wandeling naar de Kolk en terug. We besloten dat paaltje achter de kolk eindelijk te ontdoen van dat witte plastic flapje. Die had ons jaren doen laten geloven dat het een spiegel van een ree was. Het is waarschijnlijk het meest gefotografeerde stukje wit plastic van Groß Dörgen. In Groß Dörgen hoorden we twee Duitse herders tegen elkaar tekeer gaan. Het was een boeiend gesprek. Blafte de een Duitse herder tegen de andere: ‘Ik zag je laatst nog zitten bij de dierenarts, waarom zat jij daar?’ Andere: ‘Wel ik liep met mijn baasje over de straat en aan de andere kant van de straat liep een teefje. De wet van de natuur was sterker dan mezelf en toen zat ik daar, …castreren’. Eerste herder: “Ooooh, erg hee”. Andere herder: “En waarom was jij toen bij de dierenarts?’. Eerste herder: ‘Wel ik zat voor de deur van de badkamer en mijn bazin zat in bad. Nu laat dat mens de zeep vallen en staat op en bukt om de zeep terug op te rapen, ik zag dat doosje, en de wet van de natuur was sterker dan mezelf’. Andere: ‘En ….. ook castreren?’ Eerste: ‘Nee mijn nagels bijknippen’. In de Ketel lag een enorme berg afwas op ons te wachten. Kwaliteit heeft zijn prijs. We dronken ons eerst moed in door een treedje Schultebrau om te zetten in zinloos blik. Dan toogden we an die Arbiet. Daar zijn we de rest van de middag zoet mee geweest. De Ketel zag eindelijk weer Spic en Span. Alles lag weer op zijn plek, de vloer netjes geveegd. De boog kan niet altijd gespannen blijven. Gelukkig hadden we nog tijd om een mooie pagode-vuur te maken. Naast dit kunstwerk werd een groepsfoto gemaakt. Van vier volgevreten-maar bovenal tevreden zwijnen. We pakten onze tassen en stapten in de Bumsbullie. De hek naar Quinzelpfad nr 1 werd gesloten. Het geluid van een Volkswagenbusje stierf weg en het werd stil. Elk een onuitwisbare herinnering rijker, dat al vijfentwintig jaar lang. Maar dat gaan we een andere keer vieren. Bokweekend 2013 gaat de boeken in als een culinair hoogtepunt en mag als zodanig zeer geslaagd worden genoemd. Moed broeders, struikel niet.
Vliegend Hert

2013 September

2013 September

Aanvankelijk was het de bedoeling dat we die vrijdag onze traditionele Hike van 35 km naar Groß Dörgen zouden lopen. Het werd anders. Batman kreeg problemen met zijn rikketik en was hierop alweer druk aan het revalideren. Om nu geen risico te lopen hadden we de route in kilometers enigszins ingekort, namelijk de eerste dertig. We zouden starten in het centrum van Stadt Meppen. DSCF2283Bij de Kochloffel. In deze Imbiss zouden we onze vaatwanden eens lekker in het vet laten marineren. Ook dit ging niet door. De SusScrofa’s zijn geen dag misbaar. Nu was de scoutingvereniging in een acute crisis, een van de leiding wou een paleisrevolutie beginnen. Zo kwam het dat ik ´s avonds om half negen een telefoontje kreeg van Yeti, ik moest maar vast klaar gaan staan, hij kwam me zo halen met de Bumsbullie. Nog even Oei-oei opgehaald en dan vertrokken we toch, het was al donker, eindelijk naar Duitsland. Hoewel Bambam en Batman al veel eerder vertrokken werden ze toch nog voor het hekwerk van onze kampplaats ingehaald. Yeti´s Bumsbullie had meer cilinderinhoud en was toch krachtiger en sneller. Bovendien had hij de sleutel van het hekwerk, dat wel natuurlijk. In het donker werd kwartier gemaakt. De Bambino werd opgestookt en weldra was het behaaglijk warm in de Ketel. Buiten was het donker en binnen was het warm, wat kon je dan nog doen? Juist, daar bleef ons niets anders over dan het beheerst consumeren van enig gerstenat. We kwetterden eerst als een stelletje oude viswijven totdat de braadworstbraadmachine op tafel kwam en onze praatspleten werden gevuld met braadworst. We gingen weer verstandig praten, zoals dat kan na een paar treden bier. Langzaam werden de oogleden zo zwaar als lood. De een na de ander kapseisde in bed. In een laatste poging om nog iets te betekenen ging ik met mijn fototoestel naar buiten om nachtopnames te maken bij volle maan, ook Yeti deed enthousiast mee. Toch moeilijk om de spookachtige sfeer vast te leggen in diffuse maanlicht. Tenslotte werd ook de maan gefotografeerd met zijn kraters. Het werd stil in en om de Ketel. De egeltjes konden weer boodschappen doen.DSCF2321DSCF2425

Zaterdag 21 september 2013.
Batman en Vliegend Hert hadden die ochtendstond al vroeg goud in de mond. Opnieuw toog Hert met zijn camera en statief erop uit om de zon opkomst boven Groß Dörgen vast te leggen. Hij dacht ook de Hasebrucke in dezelfde sfeerbeeld vast te kunnen leggen maar de slagschaduwen van de enorme bomen hield dit tegen. Toch werd een bever gekiekt die als een sleepbootje onder de brug kwam langs tuffen. Terug in de Ketel had Batman het ontbijt klaargemaakt en serveerde die uit aan de inmiddels wakker geworden publiek. Toch waren we die morgen redelijk vroeg op zodat we ook redelijk vroeg aan de expeditie konden beginnen. Ons plan was een bezoek te brengen aan het prachtige dorp Lohe. We waren ver in Duitsland, maar niet ver genoeg. Na nog geen 100 meter kwamen we twee zwagers van Yeti tegen die bezig waren met een klus. Een van de huisjes in Groß Dörgen werd namelijk gehuurd door een zus en zwager van Yeti, thans waren ze bezig om allerlei grindtegels uit een vrachtwagentje te laden. We togen verder naar de oude kampeerplaats. Het weer zat ons mee, door de dichte wolkendek waren er bijna geen schaduwen. Op het oude kampeerplaats stond een bestelauto van de ´Rettungsdienst´. Op de nieuwe aanhanger stond een reddingsboot, ook fonkelnieuw. We hebben al dat fonkelnieuw eens goed besnuffeld. Zag er goed uit. Het terrein werd ook hier langzaam overheerst door de Balsemien. Op het veld richting het Uilenveld stonden diverse Parasol zwammen zwam te zijn. Sommige stonden in een cirkel. Toch moeilijk om van zo´n heksenkring een duidelijke foto te maken. Ook een klein rood vlindertje liet zich maar moeizaam vastleggen op de gevoelige plaat. Op het partizanenpad langs de Hase Altarm werden enkele sfeerfoto´s gemaakt. Want het was immers een prachtige rustige herfstdag met hier en daar een verlate zwaluw. We volgden de Rundweg met de trap omhoog. DSCF2324 DSCF2327We vonden boven een naamplaatbordje die we in al die jaren nog nooit hadden gezien. Heinr. Schlömer Staffel stond op het bordje. Hij hing nog net aan een totaal vermolmde boom. Na een paar forse tikken werd het bordje veilig gesteld, voor het interieur van de Ketel. Even later kwamen we langs de vieze boom. Die stond daar nog steeds trouw vies te wezen. We naderen de openbare weg en trokken richting het Dörgener Moor. Een telefoonpaal trok de aandacht. Een barcode zou ingelezen kunnen worden. Dus niet. Tenslotte werd dan maar een foto gemaakt van de barcode, dan kon de mobiele eenheid dit later nog inlezen. We trokken de drukke straat over, bij gebrek aan Uil moest Batman er als eerste aan geloven. Langs het Dörgener Moor was alles in diepe rust, zelfs een bankje stond er rustig bij. Hier gingen we dan voorzichtig op zitten zodat de bank niet wakker werd. Een versnapering in blik werd genuttigd. We trokken verder door het mais en gele koolzaad beheerste landschap. Vooral het gele koolzaad leverde mooie plaatjes op. Op een driesprong ontstond een discussie over een soort van boom die daar in een oksel van de driesprong stond te staan. Wederom kwam het nieuwerwetse apparatuur te voorschijn. Maar ook nu weer kon al dat digitaal geweld geen uitkomst bieden. De Amerikaanse Eik, want dat was het, kwam niet voor in de Europese bomenbestand. Toch maar goed dat we het zelf wisten. We liepen op een bijzondere pad die aan weerszijden werd omgeven met vruchtbomen. DSCF2333 DSCF2334 DSCF2335 DSCF2341Op een bordje stond ´Appelbomenpad´. Even waanden we ons in Nederland. Waarom een pad met appelbomen in Duitsland die met een Nederlandse naam werd betiteld? Het bleek een liefdespaadje te zijn voor verliefde stellen, die als het moet een appel konden eten, gelijk Eva in het paradijs. Alleen in het paradijs hadden ze geen zwijnen. Vakkundig vraten de zwijnen zich genoeglijk vol met allerlei soorten appels en een enkele pruim. We schatten in dat driekwart Lohe hier moest zijn verwekt. Jammer dat Erica ook niet zo’n soortelijk pad had in het landschap. Het is goed tegen de vergrijzing. We lopen door het dorp Lohe die zich kenmerkte door hun enorme huizen. Echt vakwerk. De een nog groter dan de ander. Hoewel een enkele woning ‘over de top’ was gebouwd konden we zeggen dat de mensen in Lohe niet tot de armsten van Duitsland hoorden. Op het schoolplein van de ‘Katholische Schule’ hielden we op een grote houten bank een korte pauze. We trokken verder richting het dorp Versen. In het gebouw van het ‘Schützenverein’ hebben we in het verleden nog menigmaal een feest gevierd. Nu bezochten we even de schietplaats. In plaats van geblinddoekte mannen zagen we schietrozen tegen de muur. Iets minder spektakel maar ook wel interessant. De mensen aldaar waren zeer vriendelijk en gaven uitleg over het een en ander. Vol met informatie trokken we even later verder richting Groß Dörgen. Het weer bleef prachtig, het begon zelfs warm te worden. Verderop zagen we in het landschap een verhoging van zandwallen. Dit leek verdacht veel op een bunker. In ieder geval werd daar iets gedaan wat het oog niet mocht zien. Voorzichtig betraden we de geheimzinnige plek. Het werd ons snel duidelijk dat hier een smeerboer geheimzinnig hout zat te kloven. Dit werd voor Bambam allemaal teveel, temeer omdat de plek werd omzoomd door hoge maisplanten. Ergens leek bij hem een klep los te springen en kwam het grind in beweging. De overige leden maakten zich snel uit de voeten. We waren niet ver meer van onze Lagerplatz. Terug op onze vertrouwde plek aan de Hase maakten we een kampvuur. Na een paar pogingen begon het hout genoeglijk te branden. Van dit heugelijke feit werd een groepsfoto gemaakt. Met een lege laadklep en warme klompjes aan zakte Bambam langzaam weg in een coma. Het bleef gezellig aan het kampvuur. De inmiddels wakkere Bambam maakte de avondprak klaar in een wok op het kampvuur. In het donker werd nog een sfeerfoto van de groep gemaakt. Dit jaar hadden we ook buren, een groep Duitse mannen met eveneens een kampvuur. Die hadden alleen maar dun waaibomenhout ter beschikking, het kampvuur was te heftig of uit. Bovendien was het bij ons lawaaieriger, gezelliger, zopen meer en was ons kampvuur veel mooier. Maar op gegeven ogenblik koelde het toch behoorlijk af. In de Ketel was het behaaglijk warm en hadden we een gezellige sfeer bij gedempt licht. Jammer dat we geen piratenmuziek op de radio konden krijgen, een grote wens van Bambam. Een leuke groepsfoto werd gemaakt. Die avond wisselden we ervaringen op het gebied van fotografie uit, steeds weer bleek dat we van elkaar konden leren. Ook elkanders fototoestel werd op competentie gewogen. Het werd later tot laat, de diafragma’s werden steeds kleiner. De spelonk voor het sekreet werd nog een keer bezocht. Elk zwijn zocht zijn warme slaapplekje op, het werd weer rustig op het Pilzenkamp aan de Hase.

Zondag 22 september 2013, Klein Reusies tocht.
DSCF2378Deze keer trok Vliegend Hert met zijn fototoestel erop uit om het kwetterende gevogelte op de gevoelige plaat vast te leggen. Het was echter nog te vroeg, het was te donker. Wel lukte Hert om een overzichtsfoto van het kampterrein te maken en maakte hij sfeerfoto’s van de omgeving. Terug in de Ketel deed Hert verslag aan Batman over zijn jongste ervaringen met het fototoestel. Die kwetterende roodborstjes waren te snel in de donkere takken. DSCF2404_2 DSCF2413 Totdat Batman hem onderbrak en naar buiten wees. Op een dikke afrikpaal zat een borst rood te wezen. Vrolijk riedelde het zangvogeltje zijn liedjes af, ondertussen schoot Vliegend Hert het ene plaatje na het ander. Wederom lieten de zwijnen zich op een ontbijt fêteren door de vroege vogels Batman en Vliegend Hert. Die leken zich beter te realiseren hoe snel een weekend voorbij kon gaan, dus lieten ze zich geen kostbare minuut ontnemen. Die morgen trokken we naar het minst bezochte en daarom mooiste gebied van Groß Dörgen. Als Adam en Eva het opnieuw mochten proberen zouden ze het hier doen. Via het Indianenplatz trokken we naar het Hof van Eden. Daar waar de Hase met een enorme lus het landschap al eeuwen in haar greep hield. In dit, met bronsgroen eiken omzoomd, gebied waar koeien grazen in het gouden gras, waar de Meidoornstruiken pronken met hun rode sieraden, waar in de verte de Buizerd het leven toeroept, daar deden vijf SusScrofa’s zich prachtige herinneringen op. Gemaakte sfeerfoto’s probeerden dit te ondersteunen, opdat wij niet vergeten. We liepen zover we konden het Hof in, dat wil zeggen tot aan het prikkeldraad. Achter het prikkeldraad lieten we het Hof verder het Hof wezen. Dat gedeelte achten we het heiligste deel van het Hof van Eden. Bovendien stond het prikkeldraad te hoog, dat wel natuurlijk. DSCF2424_2 DSCF2430_2Verderop stond een Buizerd ons geduldig op te wachten tussen de afrikpalen in het gras. Eigenlijk te geduldig. De Buizerd bleek afgeknapt hout. In de verte hoorden we een Buizerd, of was het een lach? Vlak naast onze schoenen copuleerden twee slakken er lustig op los, d’r moest wel gewerkt worden ja! Yeti deed verderop een zeer bijzondere vondst, een schedel van een heel bijzondere vogel. We konden de vogel niet thuis brengen maar vonden de lach van Bambam erg verdacht. Nog meer sfeerfoto’s werden gemaakt. Jammer dat de serene stilte niet mee te kieken was. We hielden rust bij de OK-Corral. Hier nuttigden we een vloeibare snack. En ja hoor! Eindelijk liet de eerste ree van het weekend zich zien. In het aardappelveld achter een brummelstruik. De eer was gered. Al was de ree wel erg ver weg en moesten we de telelenzen tot het uiterste de sporen geven. Verder werden opnieuw sfeerfoto’s gemaakt en werd een foto gemaakt van een verlegen Berkenzwam. Net als de verzonken boerderij van Wulf stond hij daar rood te wezen. Nog een paar macro’s van zwammen en natuurlijk van een eikel trokken we richting de boerderij van Wulf. Hier bezochten we een bepaalde schuur waar we eerder reeënschedels hadden gevonden. Om ze tegen bederf te beschermen namen we enkele mee voor in de Ketel die zo langzamerhand ook verzadigd bleek te zijn. Je doet wat je kunt nietwaar? De rest van de prachtige nazomerdag hebben we uitgebuikt aan de stamtafel. Het weekend naderde zijn einde. De spullen werden afgewassen of opgeruimd. Een laatste groepsfoto in het koolveld van het septemberweekend 2013 werd gemaakt.
Het zat er op. De egeltjes en konijntjes op Pilzenplatz waren daar niet rouwig om. Dat zal niet lang duren, maar dat weten de beestjes nog niet. Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert

2013 Maart

2013 Maart

De maand maart startte precies op de SusScrofa-weekend. De weerberichten waren goed, zonovergoten en 7 graden. Tegen 10.30 uur arriveerden Yeti en Uil, nog even Batman uit de grot trekken en het weekend kon beginnen. Traditioneel gingen we foerageren bij de Aldi in Klazienaveen. En nog even bij C1000. Daar hadden ze zure- en geen gemarineerde haringen. Daar loop je wel even voor om. In Duitsland hadden we ook onze vaste adres gevonden. In de supermarkt in Versen kochten we de onmisbare braadworsten en Jagdsluck. Terwijl de rest naar binnen ging hield Batman de wacht bij de Bumsbullie. Kreeg ie gelijk weer aan de stok met een oude Duitse dame, de necrofiel. Maar nader uitleg van Batman bleek dat het andersom was. De oudje zocht toenadering door Batman bijna van de sokken te jagen. Wat heb je nu aan een dode vleermuis? De dame een necrofiel? Gatver. Na het noodzakelijke gefoerageerd te hebben trokken we Meppen in. Om die vervolgens weer snel te verlaten. De lente was in aantocht, zelfs de mollen zijn actief, overal worden de weilanden opnieuw ingericht. DSCF1340 DSCF1149In Groß Dorgen moesten we zijn, nergens anders. In deze prachtige plaats werden we opgewacht door een viertal reeën. Kijk, dat is wat je noemt een binnenkomertje. In het drassige weiland waar een meerstal zich had gevormd stonden de reeën parmantig ree te wezen. Snel reden we door naar Quinstelpfad nr 1. Wat nu? Stond daar op het pad een adolescente pink obstinaat te doen. Later dat weekend kwamen we de loslopende koe opnieuw een paar keer tegen. Raar beest, ging ie hetzelfde weekend nog dood. Op PilzenHein-stecke gingen de autodeuren open. De Ketel stond ongedurig op ons te wachten. Snel laden we de spullen uit en installeerden we ons om de stamtafel. De Bambino werd aangestoken en weldra was het behaaglijk warm in de Ketel. So ein Durst! Enige tijd later vervoegde Bambam zich bij ons. We zouden het voorjaarsweekend 2013 met z’n vijven zijn, Bambam, Batman, Uil, Vliegend Hert en Yeti. We hadden die avond heel wat bij te praten. Dat deden we dus, heel Erica werd even doorgenomen.
Zaterdag 2 maart 2013.
We waren vroeg uit de veren, nou ja redelijk vroeg dan. De dag begon doordat Batman de radio aandoet. Radio FFN onze huisradio. Volgens mij hebben we verschillende soorten muziekliefhebbers. De freaks: worden lyrisch om een onbekende band en doen net alsof zij de ontdekker zijn. De kenners: de grootste groep, sommigen schromen niet om een hele bevolkingsgroep als mongool neer te zetten wanneer deze niet aan hun smaak voldoen. De emo’s: luisteren met een traan in de ogen. De specialisten: houden van muziek waar niemand iets van snapt. Nederland heeft de Engelse ziekte dus de muziek moet Engelstalig zijn. Kom niet aan met namen als Gouden Oorring of De Katten. Ondanks hun muziek hadden beroemde bands niet bestaan als ze Diep Paars, De Adelaars of Koningin hadden geheten. Muziek van FFN werd afgewisseld door het gesis van de omeletten in de pan. Tegen de tijd dat ieder wakker was had Batman een stevig ontbijt uit de koekenpan gestampt. Bambam ontwikkelde zich dit weekend als een Eekhoorn-fluisteraar. Hij kreeg een Eekhoorn zo ver dat deze voor ons op een tak ging poseren. De handen van Bambam straalden de Eekhoorn in en het beestje bleef vervolgens doodstil op de tak zitten. Hiervan maakten we snel een foto. DSCF1167 DSCF1185De fluisteraar: ‘Ik heb ‘n scalpel metneum, ik fiek straks zien vel eraf’. Snel togen we op pad. We gingen naar een rustplaats van onze verre voorouders, de Hunen. Deze maakten een graf en noemden het Bed. In die tijd gingen ze vroeg naar bed, soms alleen, soms met meerdere. Rare jongens die Hunen. We passeerden de boerderij van Berend. De boer deed veel aan verval. Onlangs had hij nog een stuk uit de muur van een bijschuur gereden. Langs de Kolk toogden we naar het zandgat. De Kolk lag er bevroren bij. Koning Winter droeg dezelfde mantel als bij het Bokweekend. De Camping met zijn wasgelegenheid lag er verloren bij. Toch vonden een paar reeën het nodig om ons in de weg te lopen. Snel werden daarvan een paar foto’s genomen. In het zandgat was activiteit, de Bevers hadden een grote dam in de afwatering opgeworpen. In het zandgat hoopte het water zich op in een bult. Zonder natte voeten kregen we het voor elkaar de zandgat te passeren. We verlieten het veilige woud en trokken de snelweg over. Hier geen waarschuwingsbord van Overstekende Zwijnen. We moesten het weer zelf doen. Voorzichtig duwden we Oehoeboeroe de snelweg op. Was het veilig? Snel stak de rest de gevaarlijke weg over. De natuur begon levendig te worden. De vogels waren druk bezig met de inrichting van hun nieuwe stulp, dat kon blijkbaar niet zonder geluid. Gelukkige wij, die genoten hiervan. We hielden halt. We zagen een voorouder. Een voorouder van Vliegend Hert. Bevallig lag de carrosserie van een ree over een tak dood te liggen. Dubbelgevouwen, als een boterham. Waarschijnlijk door een Havik gemakkelijker op te peuzelen. Dubbel van het lachen was de ree wel vergaan. Over vergaan gesproken, de kop ontbrak. Alleen een hoef lag op de grond. Kop weg hoef niet. Een eindje verder zagen we iets roken. DSCF1188 DSCF1187 DSCF1200Toen we dichterbij kwamen bleek het een mestbult te zijn. Ze zeggen wel eens: ‘Je kunt ruiken dat iemand rookt’. Voor ons lag de bevestiging. Toch blijft roken slecht, de pijp van Bokeloh krijgt er rode plekken van in zijn hals. Door het prachtige prehistorisch landschap zwierven een vijftal varkentjes. Het was fris maar het regende niet. Niet lang daarna betraden we een bosperceel. Hier lag het wetenschappelijk bewijs dat we niet van een tuinslang afstamden. Vele handen hadden loodzware stenen op elkaar gestapeld en er een hutje van gemaakt. En een tuinslang heeft geen handen. Duizenden jaren later deden we dit stapelen opnieuw, nu met stropakken. Tja, het zit erin. Het is een raadsel hoe de Hunen de stenen op elkaar hadden gekregen. Wij waren geen goede SusScrofa’s als wij daar geen oplossing voor vonden. Het was zo simpel. In die tijd lagen de stenen op ijs. Dat gleed zo van de plaats en hup tegenop een helling op van sneeuw. In de lente smolt het ijs en klaar, een hunebed. Op het grafmonument werd een groepsfoto gemaakt. In een nabijgelegen schuilhut dronken we van het meegebrachte bier. Toen we genoeg buikpijn hadden van het koude bier trokken we verder. Door sompige landerijen die vol lagen met vuistbijlen en grote klompen Barnsteen. Die lieten we liggen omdat we nog steeds buikpijn hadden. Buikpijn kregen we ook van die smeerboeren die geen enkel oog hadden voor het milieu. Zelfs de natuur liet zijn afkeer merken door een boomstam zuur te laten kijken. DSCF1222 DSCF1210We naderden het Dorgener Moor vanaf de noordkant. Er ontstond nog een discussie over een wildkansel. Deze zou ooit een nest bevat hebben van de Hoornaars, een grote wespensoort. In het Dorgerner Moor vonden we een bankje met een prachtig uitzicht over het veld. Hier werd een Grauwe Kiekendief geplaagd door een paar brutale kraaien. Verder zat het veld vol met ganzen en zwanen. Verderop vonden we ons oude onderkomen, nu geheel vervallen. Thans werd het gebruikt als opvang voor Overige Artikelen. Even later joegen we Oehoeboeroe opnieuw de snelweg op. Toen hij het sein veilig gaf betrad de rest het bronsgroene woud van Groß Dorgen. We passeerden de ‘Vieze Boom’. De Hase Altarm lag er vredig bij, zeg maar zo levendig als een pier. Even later stonden we weer bij het beginpunt, De Ketel. Bambam maakte een begin met het maken van een overheerlijke macaronischotel.  De rest liep in de weg of nam een gerstenatje. Die avond was het weer bar gezellig in de Ketel.
Zondag 3 maart 2013.
De zondagmorgen bakte Batman ze bruin met de omeletten en kregen de haringen  een augurk als zwemboei. Alweer zijn die nacht de SusScrofa’s een dag ouder geworden. Dat straks al vijfentwintig jaar. Wanneer je op de site alle verslagen nog een keer leest en vooral de foto’s ziet vraag je je af: hoe lang nog. Over vijftien jaar zijn de meesten over de zeventig, Uil is dan een krasse tachtiger. Of dood, maar dat geldt voor ons allen. Om ons een beetje op te vrolijken liepen we de Klein Reussiestocht naar de boerderij van Herr Wulf. DSCF1249Vanaf eind 18e eeuw tot begin 21e eeuw werd deze boerderij door de familie Wulf bestiert. Nu lag het als een ruïne te vergaan met overal omgehakte bomen. Ja hoor, daar knapten we van op. Het terrein bestond uit een boerderij als hoofdgebouw en zo’n tien bijgebouwen. Alle gebouwen hadden hetzelfde beeld, zomaar verlaten, niets opgeruimd, bevroren in de tijd. Het waren stuk voor stuk tijdcapsules.  Een werkplaats met een antieke hooiwagen, aan de wand allerlei aandrijfriemen en overal oude onderdelen van vergeten machines. Vliegend Hert trapte weer eens in een vossenklem, gelukkig stond deze niet op scherp maar strompelde hij er slechts over. In een andere schuur vonden we hertenschedels en andersoortig vrolijke klemmen en vallen. Tegelijkertijd dachten we allen aan dezelfde persoon, Schnoing. Langzaam begon het in de schuur naar zwavel te ruiken. DSCF1320 DSCF1321We maakten ons uit de voeten en trokken achterlangs richting de personeelsverblijven. Deze stonden vol met koetsen. Met het vergaan van de daken vergingen ook de koetsen. Een koets werd doorklieft door een ingestorte dakspant. Ooit werd een kostbare koets uit een dezer gebouwen gestolen. Als verkenner heb ik nog in de deze koets gezeten. Met hoge ramen en de binnenkant met fluweel bekleedt. In de deuren het familiewapen. Met de diefstal werd de koets een vreselijk lot bespaart, wat is wijsheid. We trokken via het Elfenpad naar de Mittelradde. Vanaf de brug zagen we hoe het landschap was toegetakeld. Met een grijper was her en der grote happen uit de oever genomen. In het gele landschap lag een grote steen die magnetisch was. Een grote klomp oer? Of toch een meteoriet? Die zijn namelijk magnetisch. En kostbaar. We trokken verder en vonden diverse sporen van de vlijtige knagers, de bevers. Waar ooit een uitkijktoren stond, waar ooit slechts fundamenten lagen, daar stond zowaar een nieuwe toren. Van verzinkt staal. Het betreden vergt een enigszins sterke maag, het bleek een heuse zwabbermast. Maar het uitzicht was perfect. Na de nodige foto’s te hebben gemaakt trokken we weer richting Ketel. Even voorbij de droge karpertrap vond Bambam in het rode oerwater een lijk, in een tas. Althans twee blouses die waren verzwaard met een steen. Ooit had iemand hier twee blouses vermoord. DSCF1339 DSCF1354Op de terugweg zagen we in de verte een grauwe Kiekendief geduldig op ons wachten. Verveeld wachtte hij of we dichterbij kwamen, toen vloog hij tergend langzaam in de verte weg. Terug bij de Ketel deed onze Eekhoornfluisteraar een poging om de Eekhoorn van jas te ontdoen. Dat lukte natuurlijk niet, het was veel te koud. Bambam’s poging eindigde pas toen de Eekhoorn als compromis zijn staart had ingeleverd. Voor lezers die enigszins trager zijn van begrip, de eekhoorn was door Bambam gevonden nadat het door een auto was aangereden. Het beestje was hierbij gesneefd. Doodstil op de tak was dus letterkijk bedoeld. Het weekend liep ten einde, de boel werd opgeruimd. De wijze Uil en Bambam vertrokken als eersten. Vliegend Hert, Batman en Yeti volgden niet veel later. Het werd weer stil aan het Quinzelpfad nr 1.

2012 November

2012 November

Vrijdag 23 november 2012

Om 10.45 uur stopte een volkswagenbusje voor mijn huis. De bekende 3 Drentse kwartiertjes. Na een hartelijke begroeting met Yeti en Oehoeboeroe, de Wijze Uil, trokken we oostwaarts. De Bumsbullie was afgeladen vol van de boodschappen. DSCF0727 DSCF0738Maar er moest nog meer bij. We reden eerst richting Duitsland. Later in Duitsland. Steeds verder naar het oosten. Als men een zieke Duitsland de koorts zou moeten opmeten. Dan zouden ze de thermometer stoppen in de plek waarheen we nu reden. Het gat van Duitsland. Al jaren onze plek. Waar we met losse handen plassen. Waar we tegen een tak swaffelen tot het droog is. Waar al we snel leerden dat hierbij windrichting wel degelijk ertoe doet. Deze plek heet Gross Dörgen. Maar, na eerst gefoerageerd te hebben in Klazienaveen en Versen, want met een droge gagel beginnen we niets. Volgende keer niet vergeten dat we de sterke drank uit Versen halen. Je krijgt daar veel meer duizeligheid voor hetzelfde geld. Wat was de reden waarom we in het koude november hier neerstreken, wat was onze motief? Het was onze BOK-weekend. We lieten ons die vrijdagmiddag het bokbier goed smaken. Want er was nog een reden waarom we hier waren. De kalender van de Maya’s. Volgens die klukklukkers vergaat de wereld op 21 december 2012. Dit bokweekend is dus onze laatste weekend. Eindelijk een legitieme reden gevonden om nog een treetje bokbier aan te breken. Des avonds sloot Oei-oei bij ons aan en we vierden heftig wat ons aan tijd nog rest.
Zaterdag 23 november.
Al in de vroegte stonden Oehoeboeroe en Vliegend Hert eieren te bakken in de Ketel. De dampende koffie deed onze brillen beslaan. Telkens moesten we met een schoon doekje onze brillen weer schoonmaken. Ook later toen Oei-oei en Yeti al lang waren aangeschoven en ons ontbijt achter de kiezen hadden moesten we de brillen weer schoonmaken. Uil had het niet meer, hij besloot in paniek te raken.  Op gegeven ogenblik stonden we buiten voor de Ketel onze brillen schoon te maken. Totdat iemand van ons opmerkte dat het niet aan onze brillen lag. We deden onze brillen af. Het was mistig. Op Oehoeboeroe na deden we onze brillen weer op om de mist beter te kunnen zien. En ja hoor, de wereld zag potdicht. Dit keer geen heldere vergezichten, geen staalblauwe luchten. Toch waren we vrolijk. Dat kwam niet alleen door het niet geheel uitgewerkte bokbier, dat kwam ook door het feit dat mistige weersomstandigheden ook leuke sfeerplaatjes kunnen geven. We toogden op weg waarbij Oehoeboeroe pardoes tegen een boom liep. Eindelijk deed hij zijn bril ook op. Op de indianenplatz, niet van de Maya’s hoor, die hadden lang geleden hun eigen feestje van 22 december gevierd. En ons maar doen geloven dat de wereld vergaat. Nee, deze plek was van een andere Indianenstam. Het was de plek van Steigerende Wolfgang en Dampige Brunhilde, aus Nordhorn. Die kwamen hier af en toe logeren. DSCF0745 DSCF0770Een Wigwammetje opzetten. Op deze plek vonden wij een spinnenweb die prachtig was verpakt in de zilveren ochtenddauw. We volgden de Hase stroomopwaarts. Best wel moeilijk dat volgen in die dikke mist. We konden maar zo’n twintig meter zien van de honderden kilometers die de Hase lang was. Veruit het meeste van de Hase zagen we dus niet. We moesten afgaan op die laatste twintig meter. Nog een probleem, we moesten stroomopwaarts. Door de mist zagen we de stroomrichting niet. Nu misten we onze clublid Hakketee. We hadden zijn schoen in het water gegooid. Zo konden we mooi de stroomrichting van de Hase bepalen. Zonk de schoen, dan lag dat aan zijn stalen steunzool. Zo waren wij die ochtend als ware scouts allerlei natuurkundige problemen aan het oplossen. Wij zouden niet verdwalen. Bovendien hadden we deze tocht al zo’n dertig keer gelopen. Het toeval wil dat we langs een boom liepen waar de bevers een zandloper uit geknaagd hadden. Daar zou later iets bijzonders mee gebeuren, daarover meer later in dit verslag. We toogden verder in deze desolate landschap die tot de nok toe gevuld was met mist. So ein Mist! Langzaam werden onze poten nat van het vele gesjouw door het natte gras. We liepen verder en verder. In het landschap maakte de Hase een loop gelijk een loop van een schoenveter. In de ‘taille’ was de afstand niet meer dan een zo’n driehonderd meter. We liepen die dag helemaal door tot onder in de lus. Daar aangekomen kwamen we tot de volgende conclusie: het was hier ook mistig. In de verte stond een man ons op te wachten. Zijn silhouet was duidelijk zichtbaar in de dichte mist. Was het een struikrover? Het bleek inderdaad een struikrover te zijn, maar dan zonder rover. Het was een struik. In de verte hoorden we geknal, Schnoing schoot weer eens mis. Er doemde een bord voor ons op. Ab hier Schutzgebiet! Bitte verhalten Sie sich ruhig. Bitte steigen Sie nicht aus. DANKE Ihre Anwohner. We wilden op het bord toe lopen. Maar goed dat we dat niet gedaan hadden. door de dichte mist zagen we niet dat het bordje aan de overkant van de Hase stond. Hadden we bijna natte noten gehad. Na lang door de mist te hebben gedoold doemde eindelijk OK-Corral voor ons op. Zeg maar de koeienhangplek. Zelfs dit bouwsel leek spookachtig in het dichte landschap en had iets weg van Bergen Belsen.

DSCF0751 DSCF0778Plotseling verdween mij been dertig centimeter in Duitsland. Langs het pad waren afrikpalen ter grootte van een spoorbiels uit de grond getrokken. Daarbij waren de gaten niet dicht gegooid. Grootwild als Vliegende Hert kon hierin naar hartenlust hun poten breken. Klotenboer. We zagen in de verte de schuur waar ons avontuur vele jaren geleden begon. De schuur is hetzelfde gebleven, alleen het verval is sterk veranderd. Tussen de struiken door zagen we de Ketel die ongedurig op ons stond te wachten. We hadden een droge keel en natte voeten. Dat moest snel andersom. Eerst droge sokken aan voordat we de keel nat gingen maken. We kregen die avond visite. Een speciale gast uit Nederland. Een uil. Jawel, een uil met dezelfde naam als Oehoeboeroe. Zijn naam is: Oehoeboeroe. Ook hij had als uilskuiken vroeger als verkenner hier in het ruige landschap gekampeerd. Onze gast-Uil is kunstschilder van beroep. Hij leek zelfs een beetje op Rembrand van Rijn. Zeg maar Rembrand van Hase. Hij had alleen geen houten lijst om zijn hoofd. De nieuwe Oehoeboeroe gaat een schilderij voor ons maken. Die komt aan de ketel te hangen. Dit gaat echt iets geweldigs worden. Morgen bij de Klein Reussies Tocht wou de kunstenaar inspiratie opdoen uit het oude landschap. Maar die avond was hij van ons, hij at met ons mee, vertelde mooie verhalen en laafde samen met ons van het leven.DSCF0790 DSCF0804
Zondag 24 november 2012
De weergoden hadden die dag geheel andere plannen met het weer. De dichte mist met al zijn dichtbijgezichten had plaats gemaakt voor een fikse Zuidwester storm. Er werd die dag niet uit de vrije hand geplast, en gezien al die zwiepende takken ook niet geswaffeld. Boven al het donderende lawaai van loeiende windstoten stond een blauwe hemel gevuld met enorme witte stapelwolken. We konden nauwelijks met elkaar te praten. Kortom, het was een prachtige dag. Aangezien Oehoeboeroe hier in jaren niet is geweest namen we opnieuw een tocht stroomopwaarts langs de hase. Toen gebeurde het. Vroeg in de middag. Langs de Hase. Boven het lawaai van de storm hoorden we een korte diepe grondtoon. Alsof er iets knapte. Uil controleerde zijn breukband. Die hield stand. Vlak voor ons zeeg een woudreus langzaam neer. De enorme stam sloeg op de grond en de kroon stortte half in de Hase. Zestig lange jaren had deze boom hier gestaan en nu het scheelde het niet veel of we hadden de reus op onze kop gekregen. Over toeval gesproken. Desalniettemin waren we getuige van een unieke natuurgebeurtenis. DSCF0799De boom was jaren geleden ten prooi gevallen aan de bevers. Die hadden er een grote zandloper in geknaagd. Het was echter de wortelstok die diep in de grond afgeknapt was. Volledig verrot. De kroon half in het water wordt nu een mooi opstapje voor de bevers in de Hase. In de natuur heeft alles zo zijn doel. Omdat de wind transparant was konden we prachtige landschapsfoto’s maken in het harde najaarslicht. We doolden door het ruige landschap waarbij het witte haar van de kunstenaar op ons werkte als een spiegel bij een reebok. Door de sinistere bezigheden van Feldwebel Schnoing was er dit weekend geen ree te zien. Die lagen allemaal nog in vuurdekking. Gek eigenlijk dat ze zo’n primaat een jachtvergunning geven en deze ook nog vrijlaten. Via de spookboerderij en het elfenpad kwamen we bij de Mittelradde. We gingen het nieuwe landschap in. Waar ooit een uitzichttoren stond restte alleen fundament. Compleet weggerot. Zestig miljoen geïnvesteerd in het landschap maar een fatsoenlijke uitkijktoren kon er niet af. Na een paar jaar werd de toren verwijderd. We liepen terug langs de enorme verlaten boerderij van boer Wulf. We besloten dit keer het pand eens goed te bekijken. Eens een machtige en rijke boer met veel potentie. Echter, de potentie zat verkeerd. Ze lagen liever op het geld dan op een vrouw. Bij gebrek aan jonge Wulfjes liep hun dynastie letterlijk in een doodlopende weg. Een lijkwade heeft geen zakken. Een of andere verre neef moest de naam Wulf aannemen. Vervolgens kreeg hij de hele kwak in de schoot geworpen. De boerderij met al zijn bijgebouwen, die al op oude landkaarten werden genoemd, liggen er nu verlaten bij. Weer en wind hadden al op een aantal gebouwen grip gekregen. DSCF0850 DSCF0839Ik denk dat de rest spoedig zal volgen. Een typisch geval van vergane glorie. Bij de Ketel gekomen ruimden we de boel op. Oehoeboeroe de kunstenaar nam afscheid van ons. Hij zou zich hier vast en zeker nog vaker laten zien. Na de Ketel te hebben afgesloten namen ook wij afscheid van elkaar. Een prachtig weekend, met twee totaal verschillende weertypes met eigen sfeermomenten en fotosessies. Maar waar het bokbier weer goed smaakte.

Moed broeders, struikel niet.  Vliegend Hert.

2012 September

2012 September

Om kwart voor zeven stond Hakketee voor de deur. Hij was klaar voor de Hike van 35 kilometer die we die dag zouden gaan lopen. Na een bakje koffie toogden we op pad. Er ging een gastloper mee, Barry. Bij zijn huis begon de wandelroute ´Over de Gruppe`. Laat nu deze wandelroute precies eindigen in de Ketel. Tijdens de wandelroute gingen we kijken of de bordjes nog goed hingen. Deze hadden Hakketee en Barry een jaar eerder uitgezet. DSCF0558Nadat we bij Barry nog een bakje koffie hadden gedronken toogden we echt op pad. Het was bewolkt toen we Erica via de Ensingwijk verlieten. Boven het huis van Klein Reusie kwam de Koperen Ploert boven de boomtoppen uit. Het bleef die dag 16 graden en belangrijker, het bleef droog. Ideaal wandelweer dus. In Zwartemeer hielden we een pauze bij de Antoniuskerk. Daar brachten we teven een bezoek aan het graf van Bary´s moeder. We hadden er al zo´n negen kilometer op zitten. Langs de grens zochten we een doorgang naar Duitsland. Uiteraard werd deze met een bordje aangegeven. Nu volgde een lange rechte weg door veen en landbouwgebied. De ruimte en stilte kwam per jaar steeds meer in gedrang door de bouw van mega stallen. De middagpauze hielden we traditiegetrouw bij Griendsveen. Yeti ving ons daar op met koffie zonder bekers. Gelukkig was een Duitse werknemer aldaar bereid om ons kopjes voor te schieten. Zelf Wasser is aardig in Duitsland. We trokken verder naar Gross Fullen. Op een gemaaid maisveld had ooit een concentratiekamp gestaan uit de tijd dat een aantal Duitsers minder aardig waren. Griezelig terrein. We dachten nog een Russische schedel te zien schitteren in de zon maar dit bleek een zwerfkei te zijn. De middagpauze hielden we vlakbij Stadt Meppen. Yeti was met zijn BumsBullie nergens te zien. We trokken Meppen binnen. We namen de brug die versierd werd met het beeld van Sint Vitus. Dat was althans de stellige overtuiging van Hakketee. Over de brug stond een bordje die aangaf dat het beeld NIET van Sint Vitus was. Dus namen we de weg naar de Kochloffel. Je moest toch wat. Hier stond Bambam op ons te wachten. Barry nam een halve kip en ik nam de andere helft. Dat ging er heerlijk in. Bij vertrek uit Meppen stond ons een teleurstelling te wachten. De kroeg waar we altijd ´Zwienebier´ dronken was dicht. Dat bier moest ons juist de spieren versoepelen. We zochten een oude man om ons af te reageren. Als je ze nodig hebt zijn ze er niet. De tocht naar Bokeloh werd dus een beetje afzien. De man met de hamer diende zich aan. Gelukkig was Gasthaus Giese wel open. Na een paar pinten bier kregen we praatjes voor tien. Pocherig zaten we tegen de gastvrouw te snoeven dat we 35 kilometer hadden gelopen. Het meisje toonde begrip voor onze stramme spieren. Dat had ze ook toen ze die 100 kilometer liep op een dag. ‘Totenmars heistte das glaub ich’ zei ze bescheiden. We keken mekaar stoer aan. ‘Mo..mogen we nog een biertje Fraulein? De eierrek. We waren er snel uit dat we met haar liever tussen de lakens lagen dan met veertig graden koorts. Of zoiets. We hadden zin om de laatste kilometers te lopen. Die waren dan ook zo genomen. Voor mij startte het SusScrofaweekend. Bary en Hakketee liepen de volgende dag de de hele route terug. Om te kijken of de bordjes hier ook nog goed hingen. Het kampvuur brandde, de verhalen werden verteld. ´s Avonds vervoegden Batman en Oei-oei zich bij de club zodat de Bonte Avond kon beginnen. Met Barry als gast kon het ook niet mislukken. De hoorn des Overvloed vloeide weer eens rijkelijk over.

De volgende morgen waren er al vroeg allerlei activiteiten. Hakketee en Barry maakten zich op voor de terugtocht van 35 kilometer. Na hun afscheid namen we de tijd voor het ontbijt. Ons dagprogramma moest worden afgewerkt. We zouden een tocht maken achter de houtfabriek van Bokeloh, via het Moor met een omtrekkende beweging weer terug naar de Ketel. We liepen nog even langs de boerderij van Berend. Hier leek de tijd wel stil te staan. Elk jaar zagen we meer sporen van verval. Onze schuur waarin we onze eerste kampeerplek hadden leek een ruïne.

DSCF0603

 

DSCF0599

Op de oude kampeerplaats stond nog een kampeerder. Een herdershond bewaakte de boel. In de Kolk stond het water laag. Het stond bij te komen van de jaarlijkse aanslag van vis-lokvoer. Een dikke plak gifgroene alg was hier het gevolg van. Door het natte gras ontdekten we een groene kikker. Toen we rondkeken stikte het eigenlijk van de kikkers. Bij de Hase Altarm zagen we diverse paddenstoelen, eentje was voorzien van een geurvlag van een Das of Marter. Het zandgat stond is Herfst-dressing. Waterplantjes zetten het water in felle kleuren. Rondom ons heen was duidelijk te zien dat de herfst in aantocht was. Toch hoorden we nog een verlate TjifTjaf in het struikgewas die gehuld was in allerlei tinten herfstkleur. We passeerden het gedenkteken. Een volledig vergeten gedenkteken die het 25 jarig regeringsjubileum aangaf van Kaizer Wilhelm op 15 juni 1913. Op de achterkant van het monument werd met een plaquette de vrijheidsstrijd in 1813 op de de Fransen (Nappie) herdacht. We trokken de grote weg over. Hier moesten we altijd goed uitkijken want die Duitsers rijden hier alsof ze de duivel op hun achterbumper hebben. Iedereen haalde de overkant. In het bos zagen we een boom die ooit was omgevallen of omgewaaid. Uit pure overlevingsdrang was er uit de schuine stam een nieuwe stam ontstaan die de zonnestralen boven de kruinen opzocht. DSCF0626 DSCF0631 We kwamen op het treinspoor. Die volgden we tot achter de fabriek. We zagen een wissel in het spoor. Natuurlijk werd er geprobeerd om de wissel om te gooien. Dan ging de trein zo het fabrieksterrein op, leuk. De wissel was echter SusScrofa-bestendig. We trokken verder en zagen in de verte de condenstoren van de oud-elektriciteitscentrale in Haren. Die werd door menig zwijn gekiekt, temeer omdat het zo mooi in de zon stond. Donkere wolken pakten zich samen aan de hemel. Op zich een prachtige natuurverschijnsel ware het niet dat regen niet lang uitblijft. Om enigszins beschutting te vinden doken we in het Wald. Langzaam trokken de zware regenbuien over. Het zonnetje begon twijfelend te schijnen. Door het bos gelopen volgden we een landweggetje. Achter ons kleurde de lucht opnieuw blauw. Daar kwamen een paar flinke schepen met zoere appels op ons afdrijven. Even later gingen de sluizen open. Net op tijd konden we ons schuilen achter een paar dikke bomen. Het werd gewoon gezellig zo met z’n allen achter een boom. Hierna was Pluvius uitgeraasd. De donkere schepen trokken verder en de lucht klaarde op. Die dag zou het verder ook niet meer gaan regenen. Halverwege hielden we nog een kleine pauze in een Wildkanzel. Via een zandweg trokken we terug op het zandgat. Hier zagen we een bijzondere bloem, de stalkaars. Hier kon BamBam zijn camouflagejas testen. We maakten een foto waarbij hij met open jas nog zichtbaar was. Vervolgens deed Bam zijn jas dicht, door Stealth was hij volkomen onzichtbaar.

DSCF0645 DSCF0644

We togen Dorgen binnen en namen de oude wandelpad. We kwamen langs de vieze boom. Deze boom spleet zich in tweeen en uit de oksel groeide een berk. De reeen hadden blijkbaar die dag een snipperdag. Geen enkel liet zich die dag zien. Vermoeid maar voldaan kwamen we weer bij de Ketel. Hier had de zoon van Pilzen-Hein zich verzameld met een paar zwart-bonte dirndels.

DSCF0657_2Wat zo’n datingsite wel niet opbracht. Het werd fris zodat enkele blote braadworstjes zich opwarmden aan het spit. Het was inmiddels namiddag, na een paar pilsjes vielen bij een paar de oogjes dicht. Na het middagdutje zorgde een koude wind ervoor dat we binnen gingen zitten. Na het eten nam Oei voor die avond afscheid. De overigen namen deel aan het avondritueel. De maan werd nog door enkelen onder ons gekiekt of deden daar een poging toe. De biervoorraad nam op het eind een kritieke volume aan. Oei voegde zich op het eind weer binnen de groep. Het bleef tot in de kleine uurtjes nog erg onrustig aan het Quinspelpad. Na het ochtendontbijt namen we de Klein Reussiestocht. Over het Schoolpad via een omtrekkende beweging om de altarm weer terug op de Hasebrucke. We zagen een paar reeen. Althans we dachten ze te zien. Het waren schaduwen van diepe tractorsporen in het maisveld. Want dat is wat we dit jaar opvallend vonden in Duitsland. Er werd ontzettend veel mais verbouwd. Voor biobrandstof. De tijd zal het leren of dit een goede ontwikkeling was. Wij zagen er in ieder geval geen ree meer door. We betraden paden waar we nog nooit waren geweest. Maar ook hier stikte het van de bomen. Op een gemaaide maisveld (ja hoor) zagen we een vlinder badend in de zon. Het was het Bonte Zandoogje.

DSCF0668_2 Op een paar gespannen lakentjes op de rug na was ze geheel bloot. Zachtjes werd ze wakker en keek recht in een drietal lenzen van fotocamera’s. Verontwaardigd om haar geschonden privacy vloog ze verder. In het landschap kwamen we soms een kunstuiting tegen. Op een schildersezel werd met een plaquette historisch  e feitjes duidelijk gemaakt. Hier deed Yeti een zeldzame ontdekking. De bliksem had een brandplek veroorzaakt in het gras. Hoe vaak kwam je dat tegen zat hij ernstig te mijmeren. Dit is pure toeval dat we dit tegen kwamen in de natuur. Een roep van een mede-SusScrofa deed hem wakker worden uit zijn mijmeringen. ‘Hier nog eine’, riep een zwijn. En ja. Een tweede brandplek was zichtbaar in het gras. Yeti was zichtbaar geroerd, zulke zeldzame verschijnsels en dat vlak naast elkaar, het werd hem bijna teveel. Wat moest dat een hevig onweer zijn geweest. De rest van de troep had toch het donkerbruin vermoeden dat het kwam van laswerkzaamheden aan de brug aldaar. We gingen gauw verder. De natuur in Dorgen werd de laatste jaren stormenderhand veroverd door een bijzonder plant, de Spring-Balsemien. Overal zag je die plant opdoemen. De plant bracht nog een kleurtje in de grote kleurenpracht van de herfst. De kardinaalsmuts was met zijn felle rode/roze/gele kleur de topper en stak iedereen de loef af. BamBam vond verderop de ingang van het Dodenrijk. Verwoed deed hij een poging deze klep te openen. Gelukkig voor hem en ons bleef het Rijk gesloten. Je zal Pierlala maar chagrijnig uit die buis zien stappen. Onze aandacht werd afgeleid. Een kano met kranige dames kwam voorbij. Stoere meiden die tegen de stroom in roeiden. We trokken verder en vonden een insekt met een lange achterlijf. Het was een Houtsluipwesp. DSCF0683_2 DSCF0705Als Oehoeboeroe hier was geweest was het een NAMpijp-Kapsonesmug geworden. We richten ons op en keken rond. De natuur stond op deze prachtige septemberdag er gewoon schitterend bij. De geknaagde boomstammen, de diverse bladerkruinen en de staalblauwe lucht. Daar zagen we ooievaars vliegen op duizelingwekkende hoogte. Slechts als bijna onzichtbare stipjes waren ze te zien. Wellicht op zo’n 3 kilometer hoogte. De aanlegsteiger in de Hase daarentegen lag bijna op de bodem, zo laag stond het water. En wederom deden we in het gras een prachtige natuur ontdekking. Een kever met een geel/zwarte dekschild. Een Doodsgraver. BamBam had die klep naar de onderwereld iets eerder dicht moeten gooien. Gewillig liet de kever zich kieken en verdween in de grond. Ik zie jullie later leek hij te zeggen. Nou mooi niet, alleen al om die reden vier ik mijn Grote-Finale op de BBQ. We naderden de Hase-Brucke. Vanaf deze brug namen we afscheid van onze schaduwen. Je moet toch wat. We ruimden onze spullen op, bliezen nog een blik soep op, en namen we elkaar afscheid. Dorgen was ook in september 2012 voor ons een goede gastheer geweest. Rest me nog te zeggen, Moed Broeders, Struikel niet.    Vliegend Hert

3 of 8
12345678