1997 November

Bat en Vliegend Hert kwamen tegen 11.00 uur aan in Groß Dörgen. Berend Rolfes had ruimte vrijgelaten in de schuur. De batmobiel stond er dus spoedig. We snoven de vrijheid plus een wolk rook diep in onze longen. We overleefden de sigaar dankzij een Jagermeister. Eenieder zou het zelfkastijding noemen, wij doen het graag. Weerrapport: zwaar bewolkt waar elk moment regen uit kon vallen, het was een duustere dag. Toch kregen we die dag geen regen. De B. en V.H. maakten de eerste loop. Dat wil zeggen, over squawvally met een omtrekkende beweging richting boer Wolff. De natuur lag er dreigend bij, heerlijk depri. Tijd voor een zielknijper: Onvoorstelbaar dat je vervaagt, oplost, na een druk druk leven. Na alle inspanningen die je hebt gedaan om vat te krijgen op het leven. Mensen die zich verzetten tegen verval, het eindeloos rekken en kleuren. Hectisch leven, omdat we geloven dat het hier en nu moet gebeuren. De dood is absurd net als geboren worden, uit gaat het licht en dooft het geluid. Op is op, als we eenmaal in het kistje belanden, komen we er echt nooit meer uit. In de kist ligt de dood, koud en klein, het komt meestal te vroeg, zelden te laat. Het lichaam nietiger dat het bij leven was, we lijken te krimpen als ons hart niet meer slaat. Als het einde van het leven nadert, en het besef van vergankelijkheid groeit ten top. De dood is een genade, stel dat er geen dood zou zijn, waar verheug je je dan nog op? Van mensen die geloven, geloven velen in de hemel, slechts enkelen in het vagevuur. Bijna niemand die vermoedt dat hij daar zelf terecht komt, na zijn laatste uur. Het leven moet worden gerechtvaardigd, door een hiernamaals met brood en wijn. Het biedt in ieder geval perspectieven waar afvalligen jaloers op zijn. Aanvaarding zonder rancune, geen rekening vereffenen met het autoritaire Rome. In de vertrouwde omgeving van wierook en kaarsvet, het leven over je heen laten komen. Toch is de dood even onherroepelijk als alle hoop op leven daarna voorzien. Die ongrijpbare dood, het wordt de hoogste tijd voor een massale demonstratie. Schluß mit dem Tod, diese Schweinerei muß endlich abgeschafft werden!!. Naast de kikkerwei zagen we zwarte Taliban-koeien. Het waren ook nog stieren. We besloten niet voor rode doek te spelen. In de verte zagen we boeren met het vee bezig. Tot diep in de avond zijn ze daar bezig geweest met Joost mag weten waarmee. In het donker staken de lichtbundels van de tractorkoplampen priemend in het niets, als een buitenwereldse dikke tor pruttelde het later op ons af. Wij zaten inmiddels bij de tent en rispen Struik op. Tegen half acht kwam de rest van de ploeg. Oehoeboeroe opende het tentdoek en liet tegelijkertijd een krakende scheet horen, alsof zijn rug brak. We verwachten een door hevige pijn vertrokken gezicht te zien, maar zagen Uil grijzend van oor tot oor. De leden installeerden zich in de batmobiel. Oehoeboeroe opende het weekend met het traditionele openingswoord: Bedokokoma, afdeling suscrofa, team nobst. Groß Dörgen 21 november 1997, 15.00 uur. Geachte heren, het is inmiddels ongeveer 10 jaar geleden dat wij zijn gestart met deze weekenden. Dus ik wil een toost uitbrengen op zo`n lange tijd samen. (oerwoudgeluiden) Het programma van het weekend kennen wij, het thema is: ijsvrij. Wij beginnen met het volgende, het voorwoord. Dit keer van de secretaris Generaal (alco)Owl. Wij zijn hier reeds allen bijeen om het weekend uit te zijn. Ik wil er niet teveel woorden aan vuil maken, wij maken er een mooi weekend van. Wij startten met de koffie, daarna onze verplichte nachtwandeling over de dreven en zo (van Groß Dörgen). Zaterdags staan wij op en nuttigen onze maaltijd enzovoort. Zaterdag gaan we ook de natuur verkennen als deze ijsvrij is. Teveel ijs is koud. Zaterdag gaan we ook warm eten, zondag maken we ook wat van. Nu iets van de uil zelf, van de owl: aan de dreven van de Hase, zullen we ons altijd verbazen. Over de natuur, want die is nog puur. Prettige weekend jongs. Owl. (applaus) De avond begon, wetenschappelijke stellingen vlogen heen en weer, heftige discussies begonnen. Gek eigenlijk, dat je daar zo van gaat lekken. Zaterdag 22 november 1997. We togen tegen 9.15 uur op pad, we trokken op richting het oel`nbossie. Door het vochtige weer van de laatste tijd wemelde er van de paddestoelen. Het vreemde aan het oel`nbossie is dat we de laatste jaren geen enkele teken van een uil gevonden of gezien hebben. We maakten een rondtrekkende beweging om de Hase-altarm. De natuur was in diepe rust. Alles was even grijs, grauw en zo vochtig als een gebruikte Tenaluier. Kortom Yeti, Oei-oei, Oehoeboeroe (In het chinees: oeloeboeloe), Vliegend Hert en de Bat werden vrolijk. Een man had net een motor gekocht. Hij kreeg het advies mee om dagelijks de grote leren zadel goed in het vet te zetten. Bij thuiskomst toog de man gelijk aan het werk, even later glom de lederen zadel van de ledervet. Hij beslot die middag een toertocht te maken. Dat ging zo mooi dat hij de tijd vergat. Hij belde bij een boer aan voor overnachting. Dat was vanzelfsprekend, hij mocht zelfs mee eten. In de keuken zag hij stapels vuile serviesgoed. Hij keek de boer vragend aan. Tja, zei de boer, we hebben in dit huis een afspraak: wie het eerst onder het eten praat moet de afwas doen. Tijdens het eten was het muisstil. De motorrijder keek de mooie dochter aan en denkt, die is voor mij. Hij nam de dochter waar iedereen bij zat. Niemand had trek in een grote afwas dus het bleef stil. Hierna nam hij de vrouw van de boer, het bleef stil. Hij keek rond en dacht, tijd om mijn motorzadel in het ledervet te zetten. Hij stond op, nam de pot ledervet en liep naar boer toe. Deze keek hem verschrikt aan en stamelde, laat maar, ik doe de afwas wel….Oei-oei begon een treurig lied te zingen: _Jantje had een klein konijntje, dat zijn beste vriendje was_. We zagen, door spechten, bewerkte boomstammen. De houtwormen hadden wonderlijke gangen in het hout gevreten, hun schrift leek op hiërogliefen. Alsof de wormen ons iets te zeggen hadden. Iets in de trend van: thans hout, later jullie. Rotbeesten. Een door bevers afgeknaagde boom lag in de Hase. Alleen de verse vraatsporen aan de boomtop verried hun huidige aanwezigheid. Bevers zijn in opkomst en tellen weer volwaardig mee. We zagen nog meer paddestoelen, volgens Oehoeboeroe: lederhozenpaddestoelen of hondsdrafzwammen, zeker geen buisjeszwammen. Dan zouden het Wavin-zwammen heten, want daar hebben ze buizen zat. Waarom heeft Bill Clinton onderbroeken van katoen? Dan houdt hij het warm om zijn enkels. Een schone maagd in Trinidad, zwom zo maar in haar blote gat. niet voor de show, maar meer omdat, ‘r ’n kwal in haar bikini zat. Gezien in de Story: Geachte Mona, ik ben erachter gekomen dat mijn man een homofiel is, moet ik hem nu de rug toekeren? Oei-oei slaakte een diepe zucht, even leek hij een orgas-musje. Links van ons zag Yeti een fortificatie boven op de wal, “de russen komen”, werd gemompeld. We troosten ons aan een oud belgisch spreekwoord die zegt: Eén Rus op de Wal maakt nog geen Walrus. We zagen een vijfarmige boom, op deze boom zagen we mossen, braam, vogelkers en varen groeien. Een sterk staaltje symbiose. Oehoeboeroe strekte zijn schouders, keek ons ernstig aan en sprak: Wat de natuur ons laat zien is verbluffend, als je wilt kun je er van janken, maar wij willen niet van janken, dus lopen wij gewoon door. Welke lippen spreken zo een waarheid? Wie negeert zoveel wijsheid? Verderop zagen we een Kardinaalmutsstruik. De prachtige rode kroonblaadjes met roze vruchtjes, samen de vorm van een kardinaalsmuts, gaven een speels accent aan het omgevende grijs. Oehoeboeroe zag een silhouet in het water, hij begon zachter te praten. “Het lijkt wel de monster van Loch Ness. De monster van de Altarm kon het niet zijn want dat is een dooie arm” mompelde Wijze Hij. We naderden de Hase, we zagen wederom een vlammende Kardinaalsmuts. Dat onze gesprekken getuigen van diepgang getuigt het volgende: “hé, kiek, kardinaalskatjes”. “Aaah neeee jong, da`s `n katholieke struuke, kiek d`r zitten oranje zaden in, dat lussen vogels graag, als je ze in de tuune gooit, komt d`r niks van terecht”. (Achterop lopend lid) “Wat zei hij?” (Antwoord) “Als je die oranje zaden in de tuune gooit, komt van de vogels niks terecht..”. We liepen even later langs de woeste stroom van de Hase, met onze woeste blikken. Links van ons kronkelt bosrank en duivelsnaaigaren wurgend in de takken hop en neer.

Korstmos3 Hop1

We naderden het zandgat en zagen Alwies Rolfes met de fiets. Hij zocht taaie berkentak voor een bezem. In de verte zagen we raceteven. Voor één van de hondenkarretjes liep een dame in een strakke legging. Ze had het koud want ze was puntig. Onze priemende ogen lazen schaamteloos lip. Als je de hand in haar broekje doet, moet het aanvoelen alsof je een paard voert. Oei-oei meende iemand te herkennen, wederom een uniek dialoog met Oehoeboeroe: “Kiek, doar heb je joen maat ok”. “Die?, die ken ik niet, hoe ziet ie d`r uut dan, is dat die hondenbaas?”. “Nee, da`s iene van Jan Maat”. “Wie?, Vlooien Willie?”. “Nee, die vent die altied met popcorn voor de Hema staat”. “Oo, iene van Zwarte Diene!”. “Jaa, juust ja…,Jan Klaassen, die wil mij ok niet meer kennen…, ben bliede van trouwens”. We naderden het veld van eikelgras. Volgens Oei-oei: equisetum. Owl nam een handvol mee voor zijn tuin. Weer zagen we beversporen. De volgende keer nemen we een boot mee, we gaan de oeverrand bespieden van onder uit. We kwamen terug op het bospad, volgens Oehoeboeroe het pad van Robinson Crusoë. Vliegend Hert durfde te vragen naar het waarom. Zijne Wijsheid antwoordde: “omdat het zaterdag is, vrijdag is geweest”. Wie negeert zoveel wijsheid? “Kiek, een dinosaurusei, die ligt hier al lang, het is al helemaal gruun…” Via het zandgat, over de diek kwamen we terug op het kamp. De barbecue werd opgestookt. In een dichterlijke opwelling oreerde Oei-oei:
terwijl het vuurtje vrolijk vlamde, brandde hij zijn grote hande.. Gezien in de Story: Geachte Mona, mijn man wil dat ik hem pijp. Moet ik dit slikken? If there’s no colour at all, in alcohol, Why does the nose of a slurper, turn to purper? De tosti`s op de barbecue gingen erin als koek, in een mum van tijd aten we ons klem. Die avond werd niet de gebruikelijke kost gegeten. Batman capituleerde, zelfs een aangeboden augurk of pilsje kon hem niet meer oprichten. Een typisch geval van jammer. Als Titanic kapseisde hij neder, vol begrip deden we een stap opzij. De rest ging nog een korte avondwandeling maken. We liepen over de Hase-Brücke, via het smalle zandpad, naar de andere dooie arm van de Hase. Hier vonden we een eendenval. Deze stond nog op scherp, een eend zou hierin ongetwijfeld de hongerdood hebben gevonden, de val werd namelijk niet door de eigenaar bezocht. Wat zou die figuur veel eekhoorns lokken. (Die komen altijd op de grootste eikels af.) Het donkerde snel, we stevenden rap af op het nat-in-het-vat. Yeti trakteerde die avond de happy few op een heuse paddestoelenstoof. Notabene door zijn schoonmoeder (schönmutter) gemaakt. Hij was wel zo slim om ons de eerste happen te laten nemen, de leperd!! Zondag 23 november 1997. We mochten weer wakker worden, we dankten Yeti (en nog meer zijn schoonmoeder). Yeti en Oei-oei hadden weer eens ontzettend geen zin om op te staan. We verwenden ons met zakkenspanners, apenlullen en kikkerruggen. We maakten ons op voor de klein reussiestocht. Ons doel was de mittelradde. Deze zou verbouwd zijn, Alwies had ons dat daags tevoren verteld. Eerst gingen we richting Wolff, hier vonden we gekleurd schimmel op een boomstam, paars, felrood met witte punten. Kleuren die men zelden in de natuur ziet.

kooiklem Korstmos2

Vliegend Hert zag als eerste twee reeën over de dreven wegrennen. Hij kon als enige een foto maken. Yeti en Oei-oei waren te druk bezig met het instellen van hun meccanodozen. Lopen die bakken soms op stoom? Op een fris groen blad kroop een vette worm, hij dacht: deze sappige groene blad ga ik heerlijk opeten, daar wordt ik groot en rond van. Echter, achter de worm loerde een vogel, hij keek naar de vette worm en dacht: deze worm is voor mij. Wat de vogel niet zag was een poes achter hem. Deze zette zich schrap en dacht: deze vogel wordt mijn middagdis. Hij nam een sprong….maar mistte. De poes belandde in een grote plas water onder de boom. Moraal van het verhaal: Hoe groter de begeerte, des te natter de poes. Verderop vonden we een val. En wel een vreemde. Een ei moest een bunzing in een tunnel met een diameter van een regenpijp lokken. Temidden van een overdekte middenplaats lag opnieuw een ei. Een enorme berenklem moest bij het betreden dichtslaan. De klem zou over hem heen dicht slaan, net als touwtjespringen bij schoolmeisjes. Ooit een koe een haas zien vangen? We maakten de val verleden tijd, een viel. Bij de mittelradde vonden we de derde val van dit weekend. Een kooiwerk moest de bezoeker een verdrinkingsdood bezorgen. In alle drie gevallen zal het slachtoffer een tergend langzame dood sterven. Loopt hier Mengele nog rond? Ons rust de schone taak deze martelwerktuigen onklaar te maken, definitief. Wat voor soort val we ook tegenkomen, het is één pot nat. Net als twee lesbiennes die het bed delen en één ervan heeft geen zin. Eén pot nat. De Mittelradde werd terug gebracht in zijn originele loop, compleet met overloopvelden.

klem1 Landschap2 Het landschap cultiveert in een cirkel en is weer terug bij af, hetzelfde zie je bij de Drentse AA. We trokken dwars door de wouden naar onze kampplaats, het najaarsweekend 1997 zat erop.

Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert 18 januari 1998.

Bedenk, wie nicotine vreest, en hier ontdaan mijn grafschrift leest: Ik overleed aan roest afzetting, na het roken van een ketting.

Al heeft een wekker een gouden bel, men wenst het kreng toch naar de hel.

‘U vraagt’, zei de man uit Manilla, ‘waarom ik hier zo zit te gilla, wel verdorie ik zit, op mijn eigen gebit, en nou bijt ik mezelf in de billa.’.

Are you ticked by Lot?

De Nederlander noemt het water, de Fransman spreekt van L’eau, De Belg, die beide talen kent, spreekt van Waterloo.

Een man snoefde tegen de herder: “Ik kan in één oogopslag raden hoeveel schapen je hebt”. Als je dat lukt, antwoordde de herder, dan krijg jij van mij een schaap. De snoever raadde precies het juiste aantal schapen en won hiermee de weddenschap. Hij liep door de kudde, vond een mooi exemplaar en gooide het op de schouders. De herder naderde de man, keek hem strak aan en zei: als ik nou eens raad uit welk land je komt……, mag ik dan mijn hond terug?

‘You’re always blutt’, said Yall to Yutt, ‘for reason you, ain’t got no futt’, ‘Shut up, old trutt,’, said foul-mouthed Yutt, ‘I gotta do, my midday-dutt’.

‘Van brood’ sprak mijn nicht in Snake, ‘raakt mijn maag zo van strake, vandaar dat ik maar, voorlopig een jaar, niets anders eet dan cake’.

The hemp is nearer than the rock, but nearer is the roll, when Malies rocks around the clock, in her baby-doll.

Rompelt een rover, ooit u over, futsel dan terstond, zijn pistool ont.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *