2006 Oktober

We vertrokken iets later die vrijdag de 6e Oktober 2006. Het was het eerste weekend in Oktober, we moesten nog even wennen dat het nu midden in de herfst valt. Net als de laatste jaren was het ook dit najaar ongekend warm. Het leek wel of de zomer steeds meer opschikt richting eind van het jaar. Wij profiteerden er in elk geval van. Die avond knorden de varkentjes er weer lustig op los. Het was weer Berengezellig. Zaterdag 7 oktober. De volgende dag stonden Bat en Hert vroeg uit de veren voor dauwtrappen. Hoewel het een mooie dag zou worden dreigden de luchten boven ons naar iets anders.

DSCF0021DSCF0073In de vroege ochtendschemering schreeuwde de bloeiende groenbemesting om aandacht. In de verte schitterde het dak van ons zo vertrouwde kapschuur die zovaak onze hostess was. Natuurlijk kreeg de herfst extra aandacht zoals Eekhoorntjesbrood, een eetbare paddestoel. We trokken verder door Squaw Vally. Na het mooie natuurgebied doorgetrokken te hebben kwamen we in de natte weilanden waarlangs de Hase haar stille weg vervolgde. We hoorden een Buizerd, toen we beter keken was het een Kraai die deze jager feilloos nabootste. We trokken naar de hoger gelegen zandrug en vonden in een wal van wit zand een hol. Naast de hol vonden we krassporen en een pootafdruk. Het was van een groter dier, w.s. een Das of Marter. Een eindje verder lag een meerstal. Een geliefd plekje voor eenden. Een bezorgde jager leek de beestjes een handje helpen door nestmogelijkheden te creëren d.m.v. een oude geiser.

DSCF0050Naast bezorgd was de jager ook gemakkelijk, een stoel bood het nodige comfort. Wanneer de boutjes rijp zijn had hij zo`n 10 meter te overbruggen om de eendjes met een schot hagel uit te schakelen. Het blijft tenslotte een jager, bezorgd of niet. Gedurende het verstrijken van de ochtend streek het najaarszonnetje prominenter met haar gouden gloed over het mooie landschap. Aan de horizon blowde de fabriek in Bokeloh zijn vertrouwde pijp. Koolmezen en Vinken vlogen van tak tot tak, het hof van Eden leek even nabij. We zagen een gleuf in een afrikpaal, als klem om een zaad, een zgn. spechtensmidse. Batman maakte een kiek van een zwam met als resultaat: zijn foto. In de verte aan de oever van de rivier deden een paar koeien hun best om in de gouden gloed mooi te wezen. Zelfs distels lieten hun bladeren door het zure ondergrond vuurrood opgloeien. Het was de tijd van overvloed. De natuur gaf in haar drang tot voortplanten al hun vruchten en zaden af. Het kwam vreemd op ons over dat de ene eikenboom overdadig vrucht droeg terwijl de buurman nagenoeg lege takken had. Misschien ook een vasectomie gehad, dan blijf je toch mooi zitten met een zaadloze zwiepstengel. Ook waren in het veld een overvloed aan brummels aanwezig, vreemd genoeg waren slechts enkelen zwart doorgerijpt zodat je ze kon proeven. Met een omtrekkende beweging zetten Bat en Hert weer koers naar Squaw Vally waar, helemaal aan de andere kant, onze vertrouwde Ketel stond te wachten. Ondertussen werden we getrakteerd op een mooi natuurverschijnsel. Een regenboog. Onderaan de regenboog zou, volgens de legende, een pot met goud staan. We daarentegen namen de regenboog letterlijk. Het was een boog in de regen. En die kwam hard onze kant op. Plenzend in de regen, onze hoofden diep verscholen in de jassen, kwamen we aan bij de Ketel. Ruw uit onze Edendroom verstoord. Ondertussen waren BamBam en Yeti ook uit de veren. Het Middagprogramma stond op het menu, maar eerst even eten. Op het programma stond een voettocht naar het Dörgener Moor en verder daarachter. Daarachter scheen ook een wereld te zijn. Ons doel was de Historischen Weg te bereiken. Op deze oude weg hebben ooit de koetsen gereden van de Kardinaal en zijn Bisschoppen. Deze kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders vertoefden dan, tijdens hun vakanties, in hun riante zomerverblijf Clemenswerth in Sögel. Het zomerverblijf bestond uit een centrale jachtslot voor de Kardinaal met, stervormig daar omheen, de verblijven van de Bisschoppen. Ons eerste verblijf die wij die middag te zien kregen was het verblijf van de kalfjes bij boer Berend. Eens een eenvoudig hokje, gestapeld uit pakken stro, was nu een heuse kindercrèche voor onze toekomstige biefstukjes. Op de kruising naar boer Wolff liet Scouting Vries zien niet goed hun troep te kunnen opruimen. Het aanwijsbordje naar hun zomerkamp stond nog nadrukkelijk in de berm te pronken. Al snel deden we onze eerste natuurobservatie. Als een kasteel richtte zich een mierenhoop op uit een donkere bosrand. Duizenden takjes en naalden bijeen gesprokkeld door hyperactieve mieren, zgn. ADHD-antz. Zo`n hoop herbergt een complete gemeenschap. Dat is iets anders dan een complete gemeenschap te hebben op zo`n hoop. In zo`n mierenhoop wordt temperatuur, vochtigheid en voedselvoorraden allemaal geregeld door Emmtech-mieren. Het is in ieder geval winterbestendig. Dat gold niet voor de diverse kikkers, die hielden er een riskante levensstijl op na, nml zonnebaden op het warme asfalt. Moet je niet doen, zo`n duizend kilo aan auto kan je dag behoorlijk bederven. En de boer, hij ploegde voort.

DSCF0109DSCF0112De kleur van de tractor leek zich te versmelten met de achtergrondkleur bestaande uit bloeiend groenbemesting. De rode velgen gaven daarentegen een felle contrast. Nog zo`n voorbeeld van industriële schoonheid was de spaanplatenfabriek van Bokeloh. In een golvend zee van geel met daarachter het bronsgroene woud, was een rood-witte pijp door middel van een hagelwitte rookpluim, een baken in een zee van aanstormende blauwe donderbuien. Zelfs de groenbemesting op de akkers deden hun best om met hun parallelle lijnen tot schoonheid te komen. Op macro niveau liet een bes van een hulst zich van de mooiste kant zien. Maar ook op breedhoek stonden wij ons mannetje, een prachtige dreigende lucht dreef noordelijk van ons vandaan. Grappig om te zien hoe ik een kiek maakte met daarnaast het resultaat, het koppie van Bam nog net even meenemend. Sommige bomen droegen zoveel vrucht dat de boom een rode gloed over zich heen riep. In de verte ontwaarde een jachtkansel zoals we die zovaak en zoveel zagen. Bambam klom de stalen trap op om eens in het houten hokje op steeltjes te kijken, om zo maar even van het uitzicht te genieten. Een dreigend gebrom kwam hem in tegen. Bijna een kwart van de ruimte werd ingeruimd door een wespennest die als een hete luchtballon aan het plafond kleefde. Grote rode wespen vlogen drukdoende af en aan zonder acht te slaan op de verschrikte Bambam. De Vespa crabro oftewel Hoornaar valt meteen op: zeer groot en met heel veel rood!

vespa_crabro_ha3_1170_tJe herkent ze vooral aan de omvang en het rood aan kop en poten. Bij alle andere wespen zie je daar hoofdzakelijk zwart of geel. De hoornaar is de grootste sociale wesp in Europa (de koningin kan bijna vier centimeter lang worden!) en lijkt wat betreft gedrag veel op de gewone wespen. Het nest wordt meestal in een boomholte gebouwd, maar ook wel eens in een nestkast, onder daken, in huizen, in jachtkansels of vrij hangend in een boom of struik. De hoornaar is veel minder stekerig dan de gewone wesp, alleen in de buurt van het nest wordt binnen een straal van zo’n vijf meter alles wat beweegt aangevallen (sloek). Daar komt ook zijn erg slechte reputatie vandaan: een koe die binnen die straal van 5 meter komt kan behoorlijk worden aangevallen en zelfs gedood, al komt dat meestal meer van de blinde paniekreactie van het beest dan van het wespengif. Als je de hoornaar benadert buiten deze vijf meter cirkel, dan zal hij (als dat kan) op de vlucht slaan en niet steken zoals de gewone en de Duitse wesp dat wel graag en veel doen. Hoewel hoornaars graag in de herfst op afgevallen fruit afkomen in boomgaarden, bezoeken ze bijna nooit terrasjes of huizen om zich tegoed te doen aan limonade, ijs, jam of iets anders. De dieren zijn heel erg nuttig, omdat bijzonder veel insecten worden gevangen en aan de jongen gevoerd. Door zijn omvang kan de hoornaar ook veel grotere insecten aan dan de andere wespensoorten. Bij Hoorntjes komt een merkwaardig verschijnsel voor: de larven produceren “melk” voor de volwassen dieren, die immers van nectar en niet van dierlijk voedsel leven. De jongen eten het dierlijke voedsel dat door de volwassen dieren wordt verzameld en scheiden zelf een zoetige vloeistof vol suiker af, dat weer door de volwassen dieren wordt gegeten. Het omgekeerde van zoogdieren dus. De hoornaar kwam vroeger ook veel in Nederland en Vlaanderen voor, maar is in de jaren vijftig/zestig bijna helemaal verdwenen. Landbouwgiffen als DDT zullen een erg grote rol hebben gespeeld. Sinds de jaren ’90 neemt het aantal hoornaarsnesten echter weer sterk toe. Toch zul je het dier vooral op de zandgronden in het zuiden en oosten van de Lage Landen en nabij Groß Dörgen aantreffen. In de poldergebieden en op de Zeeuwse klei komt hij weinig voor, al ziet men hem sporadisch in de duinen. De SusScrofa`s togen snel verder. Spoedig deden we de volgende natuurobservatie in dit wonderschone landschap. We roken en vonden een Grote stinkzwam oftewel Phallus impudicus, letterlijk Onbeschaamde Penis. De weerzinwekkende geur doet niet vermoeden dat deze paddestoel ook eetbaar is. Het heksenei (jeugd), ontdaan van de sporenlaag, wordt gebakken opgediend en geldt als afrodisiacum, een middel dat wordt gebruikt met het doel de geslachtsdrift te stimuleren. Jantje huilt Jantje lacht.

DSCF0129DSCF0128DSCF0137In een droge slootkant legden we ons te ruste. In het water waren schoonmakertjes actief bezig druk te doen. De aanwezigheid van dit soort diertjes wijst op de reinheid van het water. Yeti deed even zijn best om een herfstimpressie te geven. Even verderop zagen we weer een jachtkansel voor alweer een luie jager gezien zijn fauteuil. De natuur ademde overvloed uit, we vonden eikels zo groot als meloenen, nou ja, bijna dan. Ongemerkt kroop de prachtige herfstdag voorbij, de vrolijke vriendenclub besloot de Historische Weg maar gewoon historisch te laten. Een landweg markeerde de verste punt van onze route en we maakten een begin van de terugweg. Gaten in het asfalt van de landweg lieten zien dat ook deze landweg een rijke historische achtergrond had. Een eeuwenoude wegverharding onder het asfalt keek ons aan. Waarschijnlijk niet voor de Kardinaal en zijn bisschoppen maar toch zeker voor de dikke reet van de boerin. Een roodborstje mocht het allemaal niet meer meemaken, hij ontbond in stilte. En nog even een kiek van het weldadige overvloed waarin de natuur op dat moment verkeerde. We kwamen in het pittoreske dorpje Lohe. Een Heerboerderij richtte zich op achter de eikenbomen. Een school annex kerkje leken bevroren in de tijd. Menigeen uit de buurt had hier de Duitse naamvallen onder de knie moeten krijgen, thans is het schooltje stil en verlaten. Honderdvijftig jaar oud en nu verleden tijd.

DSCF0161DSCF3828Even verderop zagen we een bekende, een mobiele jachthut. Ooit ons tijdelijk verblijf. Even later leken we een witte geest te zien, op een paaltje. Er zijn mensen die dicht bij de natuur staan. Zo dicht op de natuur dat als ze een maïsveld zien, een onbeheersbare drang krijgen tot het afzetten van hun territorium. Zo ook Bambam. Met geknepen billen zocht hij haastig de zevende rij in het maïsveld op, om daar even een moment voor zichzelf te hebben. Om even later opgelucht, frank en vrolijk weer tevoorschijn te komen. En zeker een stuk lichter. We verlieten Lohe. Even verderop leek het wel lente. We vonden een harige rups met een koddig rood staartje, de Meriansborstel, ook wel Calliteara pudibunda genoemd, maar dan alleen op zondag. De Meriansborstel behoort tot de familie van de donsvlinders. In deze familie vinden we een aantal bekende soorten nachtvlinders, maar bekend is de familie vooral van zijn rupsen. Die zijn altijd heel erg behaard en vele hebben vier grote haarborstels op de rug. Dan nog een rood pluimpje van lange haren op de staart en verder lange haren over het gehele lichaam. En dat alles ook nog eens in de prachtigste kleuren. De volwassen vlinders zien er uit als uiltjes, maar hun vleugels zijn wat groter en lijken meer op de vleugels van een spanner. De rups van de Meriansborstel is misschien wel de mooiste die we in de Benelux kunnen aantreffen. Hij leeft op allerlei bomen en struiken. Maar, zo mooi als de rups is, zo lelijk is de volwassen vlinder. Hij bestaat in een “lichte” en een “donkere” uitvoering. De lichte uitvoering heeft nog wel wat tekening, maar de donkere is bijkans ongetekend en behoorlijk lelijk. De vliegtijd begint in april en is eind juni voorbij. De volwassen dieren leven maar kort en eten in het geheel niet meer. Ze zijn nogal variabel in grootte. Veel exemplaren zijn zo’n 50 tot 55 mm, maar er zijn ook wel exemplaren gevonden met een spanwijdte tot wel 70 mm. De vlinder komt in de gehele Benelux in flinke aantallen voor.

DSCF0171DSCF3835DSCF3799Diverse keren vonden we bolletjes zonder dat we een Surinamer in de buurt zagen. Het waren dan ook geen bolletjes om te slikken. Wanneer je zo`n bolletje doorsneed zag je een wormpje, in ons geval een halve wormpje. Het was de Galwesp. De chagrijnige variant van het Hoorntje. Een eindje verder stond een roedel herten stil, ja dat doen ze. Opnieuw deed het wormpje z`n best om de straat over te steken. Net als ons had ie zijn stekelige jas uitgedaan. Bleek ie toch een groen alien te wezen. Wat stond daar in het veld? Zijn UFO? Het kwam ons bekend voor, jawel het was het bekende jachthutje die we al eens eerder aan een inspectie hebben onderworpen. Nu stond het eenzaam in het veld. Eindelijk kwamen we aan bij de Ketel waar we opgewacht werden door Oei-oei. Deze kwam dit weekend een dag later. Luidruchtig kwam hij vertellen dat hij meer gezien had dan wij de hele dag. Hij had namelijk een dooie ree gezien. Nou, dan had ie nog niet bij Lohe in de zevende rij van het maïsveld gekeken. Aangezien Oei zich inmiddels opgeworpen had als meesterpreparateur, togen we op pad om de ree te ontdoen van hoorntjes, niet te verwarren met wespen. Wat Yeti in de kapschuur te zoeken had en wat hij met die maïskolven ging doen zal voor altijd een raadsel blijven. Hij ontkent nog steeds. Bij terugkomst gingen we nog even naar de vertrouwde HaseBrücke voor een fotosessie. Met name de ondergaande zon kreeg van ons de nodige aandacht, het blijft toch een prachtig fenomeen. En dan `s avonds, lang verwacht, stil verzwegen, nooit gedacht, maar toch gekregen. Een kampvuur!

DSCF0206

Met ieders een scherpe rechte tak voorzien van een vette braadworst eindigden we de dag. Nou ja, we dronken d`r ook nog wat bij en luisterden naar sterke verhalen die echt schenen te zijn gebeurd.

Zondag 8 Oktober. Ochtendstond heeft goud in de mond en geen brakke nasmaak in de gagel. Wederom waren Batman en Hert vroeg uit hun warme slaapzakken en maakten zich op voor een stevige dauwtrap. Wat is er toch met die senioren? Groß Dörgen verraste de twee met een prachtige zonopkomst. Spoedig deden we onze eerste natuurobservatie, een stapeltje oorlellen? Nee, het is de Oranje Bekerzwam, een niet zeldzame paddestoel. Het past wel bij de herfstkleuren om ons heen. We kwamen aan bij de oude vertrouwde kolk, ooit een onderdeel uitmakend van de Hase. Thans ligt het als een soort van meerstal langs de koeienweide. Zoals elk jaar had de Kolk veel te lijden van vissers met hun lokvoer. In het verzadigde water ontstaat wildgroei van alg in de vorm van groene smurrie. Langs het Uilenbosje troffen we een overvloed aan van Hop. Hop wordt in de bierindustrie gebruikt om o.a. het bier langer houdbaar te maken. Een macro werd gemaakt van een Meidoornbes. De gouden gloed van de najaarszon streek over het bronsgroene woud. Moeilijk zo`n sfeer digitaal vast te leggen. Maar ik doe een paar pogingen.

DSCF3878DSCF0241Bij de Hasealtarm was iets gebeurd, elke storm of stevige windvlaag eiste slachtoffers in de natuur. Thans waren een paar Grove Dennen aan de beurt. Met hun stammen versperden ze de weg. Nu hebben ze daar een soort van Ranger die met een kettingzaag de boel weer moet vrijmaken. Edoch, in al zijn wijsheid kwam deze niet verder dan een groen lintje spannen. Alsof het anders niet opviel. Afijn, de mensen kunnen er nu omheen lopen wat het avontuurlijke van zo`n pad door het woud natuurlijk weer bevorderd. We vonden een Vliegezwam, zeldzaam dit jaar. Ik schoot met mijn digicamera nog een paar woudimpressies. Terug in het pittoreske Groß Dörgen brandde in de verte tussen de dichte sparren reeds een vuurtje. De overige leden waren uit de veren. Vlug deden we verslag van onze laatste avontuur. Hoe inventief Yeti wel niet kan zijn. Bijvoorbeeld, waar laat je de borstel waarmee je de BBQ-rooster schoonmaakt? Leg je die weg dan is het zo verdwenen. Dan komt zo`n gordijnhouder weer goed van pas. Op het aanrecht ontstond spontaan een herfstcollage waarbij de hoorntjes van de Oei`s ree de finishing touch waren.

DSCF0278Wat doe je met blikken bonen en snert die de houdbaarheidsdatum ruim hebben overschreden? Juist, je geeft die blikken aan Bambam. Hij deed zijn naam eer aan en ging er leuke dingen mee doen, zoals de blikken in het vuur mieteren en wachten totdat ze uit elkaar knalden. Af en toe verscheen een paddestoelvormige rookpluim boven het vuur, gepaard gaande met een doffe klap. Dat was weer een blik. Zondag 8 oktober 2006. Ter afsluiting van het weekend stond nu Klein Reussies tocht op het programma. We togen naar de Hasebrücke. Van deze vertrouwde brug nam ik een paar ongewone foto`s. Ten eerste om de lage waterstand van de Hase aan te tonen en ten tweede om eens naar de staalconstructie van de brug te kijken. Het is een keer wat anders. Na al die jaren mag de brug toch wel eens extra aandacht.

DSCF0292DSCF0289DSCF0294Vlak over de brug vond Bambam een overblijfsel van een zomerkamp. Wel netjes het spul opruimen volk! De tocht zou leiden naar een Altarm van de Hase richting Bokeloh. Het was alweer een tijdje geleden toen we deze plek bezochten. We vonden grote Oesterschelpen, een Wasbeer in actie? Overal zeer prominent aanwezig waren de sporen van Bevers. Vrijwel elke stam vertoonde min of meer knaagsporen van deze nijvere knagers. Sommigen waren kakelvers, hoogstens een week oud. Maar ook ijverige spechten deden zich gelden. Sommigen boorden zich een gat dwars door de boom! Uiteindelijk kwamen we aan bij het eind van de Altarm. Deze bestond uit een dijk tussen Altarm en de rivier Hase. In de dijk zat een doorlaatbunker voor het overtollige water met een grote klep om de terugstroom te blokkeren. Het zat erop onze eerste herfstweekend. Door het zachte weer en de vele bezienswaardigheden in de natuur bleven we tot het laatst actief. Het weekend gaat de annalen in als geslaagd. Rest me nog te zeggen: Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert.

[slideshow_deploy id=’2553′]

 


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *