2007 Mei

Voorjaarsweekend DoKoMaLo: 4, 5, en 6 mei 2007 Het zieke weekend van de vier kleine zwijntjes en het rosarote afwasteiltje. Om dit weekend in het kort samen te vatten, zou ik willen spreken van een ziek weekend, een héél ziek weekend. We vertrokken uitgedund, wegens misselijkmakende thuisomstandigheden bij Bam, vanaf deze plaats nogmaals beterschap mevrouw Bam. De Bat kon alleen mee nadat hij zijn eega een voorspoedig herstel van zijn eigen gestel op de mouw had gespeld. droppedImageMevrouw Bat: hij had u niet de gehele waarheid verteld, getuige zijn gesteldheid op de vrijdagavond: u ziet hem op deze foto op het moment juist voordat hij in slaapstand aan het keteldak gaat, boven zijn grote liefde voor dit weekend, het rosarote afwasteiltje. Slechts Jethy en Oei waren fit. Of wat daar op lijkt. We waren in ieder geval in staat om het weekend te openen. Dit deden we met een stille toespraak, zodat niemand werd gestoord, of gestoord werd. Het weer was niet geschikt om buiten observaties te verrichten, buitendes was het donker. En hoewel wij wortelen aten tot ze op waren, wij hadden slechts één kilo ingekocht als gezonde snack, onze ogen werden niet beter. Jethy demonstreerde dat even. Wij besloten in de beschutte omgeving van de binnenkant van Salon de Ketel een interieure observatie te verrichten.

droppedImage droppedImage_1 droppedImage_2 droppedImage_2

Dit heeft als groot voordeel dat de deur dicht blijft, en Bat niet van het plafond tocht. Bovendien stook je de ketel dan niet alleen warm voor één persoon maar voor drie, zodat het energie verbruik en dus de milieubelasting per persoon laag blijft. We blíjven nadenken! Eerst en vooral viel ons de gedachtenis wand op. Martes Foina, lood was zijn dood, Castor Fiber, die ééns deelnemer was aan een barbecue waarbij hij veel blootgaf, Vulpes vulpes, der hier schon lange nicht mehr spricht, en een restje Capreolus capreolus, hic est nec caput nec pedes. Vaag zagen we ook producten van leden van de familie der araneae, lokaal beter bekend als spinnigen. Wijselijk gaan we er niet verder op in, laat de spinnen spinnen, liever buiten dan binnen, en zeker niet te vermetel, dus als het niet hoeft, niet weer in de ketel. Dat rijmt wel, maar de ketel is niet dichter. Met het licht op wordt de ketel wel lichter, en door gaten en kieren komen dan weer nieuwe dieren. De meest opvallende is de meikever, ook bekend als de soort Melolontha melolontha, uit het rijk der dieren, animalia, de stam der geleedpotigen, arthropodia, de klasse der insecten, insecta, orde der kevers, coleoptera, de familie bladsprietkevers, scarabaeidae. Deze vroeger algemene, nu door bestrijding relatief zeldzame kever, is het resultaat van liefde. Tussen twee meikevers. De larve, de engerling, gevreesd om zijn eetlust, verpopt zich na een leven van twee tot drie jaar onder de grond, waarna hij zich in mei weer ontpopt tot zijn uiteindelijke imago, de meikever. Deze vliegt slechts enkele weken rond, etend van groene blaadjes, op zoek náár en groen blaadje, waarna door de liefde de cyclus zich herhaald. Onderstaand de afbeeldingen van respectievelijk een jonge engerling, een oude engerling, een pop, het volwassen imago, en de door hem spontaan aangenomen rugligging het welks het voor ons mogelijk maakte hem te determineren als een mannetje. Vanwege de grotere voelsprieten, anders hadden we wel een anatomisch vollediger foto afgebeeld. Zaterdagmorgen kwam Bam ons versterken. Dat was nodig. Bat hing meer dood dan levend aan het plafond, zijn rosarote geliefde in de buurt, als een ware verpleegster. De momenten dat hij rechtop kon gaan, meldde hij zich onmiddellijk aan de picknicktafel, teneinde ons niet geheel te laten opgaan in ons medeleven. Ook wilde hij natuurlijk graag deelnemen aan de geanimeerde gesprekken, als zaten wij aan ener stamtafel in een lokale kneipe. Bam nam wijn tot zich, wij, Oei en Jethy, gerstenat, terwijl Bat zich stoer ontfermde over het pak vruchtensap. Ik kan de inhoud van de gesprekken niet woordelijk weergeven, topgeheim, u weet wel, wat er rond de ketel wordt besproken, blijft rond de ketel. Wel durf ik u de conclusie mede te delen: wij dronken een glas, wij deden een plas, en alles bleef zoals het was. Althans, totdat wij de BBQ ontstaken. De rook stoorde op Bat’s sonar. Hij ging wandelen, alleen en niet ver. Wij hoorden een bronstig hert. De ribbetjes op de bbq waren mals, botergaar, en niet te versmaden. Ieder kreeg zijn deel, wie het niet op kon gaf zijn deel aan Rataplan, allerbeste vriend van iedereen. Wij hebben deze zaterdag niet ge-observeert, slecht nog de wereld om ons heen gedetermineerd. Reuze gezellig. Des zondags in de vroegte, de vogels zongen hun hoogste lied, stonden wij op. Als iemand zich afvraagt waarom vogels altijd hun hoogste lied zingen, dan is er vast ook iemand die daar het antwoord op weet. Ik niet. Hieraan kunnen wij een gespreksronde wijden gedurende het aanstaande najaarsweekend. Koud en guur, verwarmd door een hartelijk gegund glas. Afijn, om toch nog enigszins het idee te krijgen dat we kerels zijn en geen gevulde koeken, gingen we een tochtje maken langs de Hase. Over de brug links, door de weide, langs de oever, en bij de eerste schijnbeweging van de Hase naar links, gingen wij rechts. Langs de oever zagen wij nog dit schitterend staaltje architectonisch vogelvakmanschap. Een mooi gevlochten nest in de wilgen. droppedImage_4Niet als in het spreekwoord in de wilgen gehangen, maar met opzet op die plaats. Omdat daar de eieren gelegd waren. Verder lopend bleek dat een Bauer de normale paden had verlegd. Wij werden gedwongen de door hem aangelegde rundersnelweg over te steken. Dat betekend tweemaal over de vangrails, die eruit zagen alsof Ellert en Brammert er nog over moesten klímmen. Zonder enige vorm van zekering gingen we steil tegen de eerste vangrail omhoog, de runderen naderden zienderogen omdat ze dichterbij kwamen. Alle door ons gedragen apparatuur kwam heelhuids mee over de eerste hindernis. De runderen zij kwamen nieuwsgierig dichterbijer. Toen zij ons met stomende neusgaten in de nek stonden te hijgen, ja ook zij hadden het niet gemakkelijk op die onverharde rundersnelweg, zij hadden weliswaar vierpootaandrijving en zo te horen enorme gasturbines tot hun beschikking, zij moesten ook elk een melkfabriek meesleuren. Compleet met voorraadtanks. Vlak dat niet weg. Halfweg de beklimming van de tweede vangrail, op weg naar de bevrijdende landerijen daarachter gelegen, zagen wij dat er een nooddeur in de vangrail zat. Deze kon gewoon open. droppedImage_5We konden onze tocht rustig voortzetten over het oude fietspad naar de voetgangersbrug. Enige fietsers moesten ons passeren en kwamen ons tegemoet, niet dezelfde natuurlijk, al had dat ook gekund als zij nadat zij ons passeerden weer terugkwamen, maar onze in observatie getrainde ogen zagen bovenstaand omschreven voorval niet gebeuren. Terug bij de Hase zagen wij nog een eend met haar jongen, echte eendenkuikens. Stil van alles wat we hadden gezien, en denkend aan alles wat we niet hadden gezien, besloten we terug te keren naar onze dagelijkse woonplaats, om te herstellen, en om ons voor te bereiden op volgende kampeerweekenden, quocumque modo, op welke wijze ook. Quod attestor, et quod bene notandum, Oeius Oeius Avis


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *