2007 November

Het weekend begon al vroeg voor twee van onze leden. Ze hadden namelijk besloten om lopend naar Gross Dörgen af te reizen, een tocht van zo’n 34 km. Om 6:50 stond Hakatee bij de Bat aan de deur. En om 7:00 vertrokken ze compleet met wandelstokken, want dit had Hakatee ook goed geholpen op zijn tocht naar Rome, dus moest het nu ook. Voor de Bat was het de eerste keer en de eerste kilometers was het niet anders voor hem dan iedere keer weer opnieuw beginnen om het goede ritme vast te houden. Aangekomen bij het huis van Oei Oei en Ketchup had hij er genoeg van en bond hij de stokken weer op zijn rugzak. Nog even uitgezwaaid door Oei Oei en Ketchup ging het verder. Bij de Mosweg gingen de truien al uit. Het was warmer dan we hadden verwacht en het zou een mooie dag worden. Bij het passeren van de Oude Dodse Dijk werden we gebeld door Jan “Half kippetje” dat het in Nieuw Amsterdam zo’n 10 km terug al regende. Wij nog; dat kan niet veel zijn, zou toch volgens de weerprofeten een droge dag blijven? Maar op de hoogt van de Kloostersmanswijk in Klazienaveen werden de regencapes toch maar te voorschijn gehaald. Ook Bat’s wandelstokken kwamen weer van de rugzak en we gingen tikkend verder richting Zwartemeer. Net voor de Veenkerk van Zwartemeer werden we ingehaald door een wandelaar. Wij maakten nog een opmerking van dat wij de lange afstand wandelaars waren en dat wij eigenlijk niet voorbij moesten worden gegaan. Maar deze vriendelijke man had geconstateerd dat Hakatee volgens hem! de stokken verkeerd gebruikte. De Bat begon al in een houding te komen ik spring hier zo tussen. DSCF0463Want als je tegen iemand, die al 1800 km zo heeft gelopen, zegt dat hij zijn stokken verkeerd gebruikt dan vraag je om moeilijkheden. Maar gelukkig bleef Hakatee vriendelijk en wimpelde man af. Wij gingen trouwens ook richting Duitse grens en hij richting Zwartemeer. Vlak bij de grens begon de Bat met Hakatee onder het wandelen over hoe lang hij al af was van het roken. Drie weken vertelde hij met trots. En jij dan, vroeg hij aan de Bat? Nou ik rook gewoon op zo’n weekend en vindt het wel lekker om zo onderweg een sigaartje te roken. Hakatee bleef staan; “ je hebt dus sigaren bij je? Dan doe me direct maar een. Dus werd een kleine rookpauze ingelast. Het regende nog steeds flink en tegen 10 kwamen we aan bij de Griensveen huisjes in Schönigdorf. Hier hebben we even koffiepauze gehouden. Zo’n 2 km verder begon de regen op te houden en de Bat vond het tijd om zijn regen cape uit te doen. Net goed of wel, weer op weg kwam hij er achter dat hij zijn bril miste. Toch niet bij de Griendsveen laten liggen? Of is hij bij uittrekken van de regencape misschien afgevallen. de eerst leek hem gek want dan was het wel eerder opgevallen. Dus terug en kijken op de plek waar we de cape hadden uitgetrokken. Met de stokken nog eens door de plassen gewoeld maar geen bril te vinden. Was hij dan toch bij de koffiepauze blijven liggen en moesten we 2 km teruglopen? Dan bel ik Yeti wel was Bat zijn besluit, we lopen verder. Toen kwam er toch nog een ingeving; “ Ik heb hem toch niet in mijn regencape ingerold?” Kijken dus, en ja hoor, daar kwam een compleet verbogen bril uit. Na deze weer een beetje in model te hebben gebogen ging het verder.De middagpauze tegen 12:00 hebben we genomen in Gross Fullen. Ondertussen kregen we contact met Jeti en Uil. Ze waren nog aan het winkelen. En net uit hun derde winkel gekomen. Hadden we dan zo’n moeilijke boodschappenlijst? Ze vroegen waar we liepen zodat ze ons achterop konden komen. We waren ondertussen weer onderweg richting Meppen en gaven door waar we waren. Ontmoet hebben we elkaar niet ondanks de diverse mailtjes over en weer. In Meppen aangekomen hadden we afgesproken om even een kop koffie te drinken bij de Italiaan. Bleek dicht evenals veel meer kroegen. Uiteindelijk, naar te hebben nagevraagd, kwamen we in een café / restaurant terecht vlak bij het station. Naar twee kopjes ging het met een kleine onderbreking, een stramme spier insmeren, weer verder. De Uil SMS’de weer eens waar we waren, want hij had de koffie klaar. Terug gemaild dat we net koffie in een café hadden gedronken en onderweg waren naar de volgende kroeg voor een biertje. Dit gaf direct reactie i.p.v. een sms ging de telefoon. Zeg stelletje zwienen ie bent toch niet een kroegentocht aan het doen. Naar de zwienen in de salon enigszins gerust gesteld te hebben en dat we bijna daar waren konden we rustig onze tocht beëindigen. Met een foto op de Hasebrucke.

DSCF0465 DSCF0462

Rest volgt van Oei Oei: The Bat ———- Wij, bestuurders van Sus Scrofa, gemeenschap van natuurvorsers en levensgenieters, enz., enz., enz., Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is van nieuwe historie voor onze dierbaren, en allen die daar niet mee benoemd zijn, kennis te geven, zo is het dat wij, bovenaangehaalde bestuurderen, hebben goedgevonden en verstaan, dat hierbij gepubliceerd wordt, de kroniek van onze wedervaardigheden in gezamenlijkheid, de dato 23, 24 en 25 mei van het jaar 2007. Geachte lezers, want ja wij verwachten grote belangstelling voor deze kroniek ja, voordat u denkt dat Sus Scrofa’s niet meer zijn dan zwijnen, wilde beesten, ongeletterden, geven wij u het volgende ter overdenking, een vraag van een Engels filosoof, John Stuart Mill: “Is het beter om een ontevreden mens te zijn dan een tevreden varken? Is het beter een piekerende denker te zijn, dan een losbandig beest?” Wij hebben hierover in de korte spanne van ons samenzijn in Salon de Ketel van gedachten gewisseld, en zijn tot een conclusie gekomen. Nu U nog. Succes. Zo u weet als trouw lezer van onze wedervaardigheden hebben wij gedurende onze weekenden natuurlijk geen tijd om slechts met filosofische zaken bezig te zijn. Het is nuttig, het doet de geesten rijpen, maar wij moeten ook nog natuurvorsen, levensgenieten, offers aan Bachus halen, offers aan Bachus brengen, kortom, wij hebben soms een ongelofelijke haast. En toch zien sommigen onder ons kans om de tocht naar het begin van het weekend wandelend te volbrengen. Ik geef het u te doen, met alle dwalingen, oponthoudingen, geheelonthoudingen en regenbuien onderweg, hebben Bat en Walkman ruim twee keer de helft van de normale weg naar Gross Dörgen gelopen. Te voet. Omdat het zo onthaastend werkt. Reeds in de uiterst vroege ochtend zag ik, scribent, vage schimmen in het duister onder de lantaarnpaal voor mijn woonst. Wreed riepen zij mij uit mijn studie van het nieuws van die nacht, gepubliceerd in een ochtendblad. Het was nog duister, maar zij vertrokken reeds. Voor hen was het begonnen, voor mij lag nog een lange werkdag. Ooit zullen zij getrouw verslag doen van hun avontuur. Terwijl deze beide heren beren stap na stap dichter bij hun einddoel geraakten, togen twee andere heren beren heen de kruidenier. Want er moet wel gegeten worden. Daar zij niet alles bij de kruidenier konden verkrijgen, togen zij naar een ander filiaal van deze zelfde grootgrutter, en ook nog naar een kruidelever, ook bekend als slijter. Niemand heeft mij ooit kunnen uitleggen waarom een personage dat gedestilleerd verkoopt een slijter heet. Wat slijt hij dan, wie slijt hij, en als ik slijter moet interpreteren als verkoper, waarom heet meneer Tangenbergh dan niet “automobielslijter”? Afijn, Jethy en Torenuil zorgen ervoor dat wij zonder budgetoverschrijdingen ruim aan Bachus en een paar van zijn collega’s konden gaan offeren. Dit koste hen het grootste deel van de dag. Planning, voorbereiding, er valt nog zoveel te leren. Goede vriend BamBam moest na een dag tussen de Groninger kinderen eerst nog langs de lokale drukkerij. Hij stond daar niet in de druksterij, want hij was nog ruim voor mij aanwezig in de ketel. Met een exemplaar van onze prachtige poster op Adrie, waarvoor onze ruime dank en een geringe vergoeding gaat naar kunstenares Daisy, zie ook elders op deze site, en een geplastificeerd Aviertje, welks wij later in het weekend aan de wand hebben gekleefd. Hangt mooi. DSCF0473 DSCF0474Zelf kon ik, gedoucht, dat wel, arriveren juist voordat het weekend echt openging, en na een welkomstdrankje en wat koffie en nog een paar welkomstdrankjes, was eenieder in de juiste stemming. Tijd voor een ouderwetse opening door de heer Torenuil, daarbij de nodige onderbrekingen door eenieder, dus niemand weet nog wat hij sprak. Da’s niet erg, dat is hij wel gewend. Reeds vroeg na de Koek-koek gingen wij te ruste, in gespannen afwachting van wat de zaterdag zou brengen. De zaterdag bracht ons allereerst de morgenstond. Zonder goud in de mond. Wel was het weer weer aangenaam. Droog, niet te warm, niet te winderig, ook wij droegen niet bij aan lokale vlagen. Na een aangenaam ontbijt van boterhammen en dergelijke laadden wij onze uitrusting in de diverse zakken en tassen. Want een zaterdagse tocht, vereist een aantal zaken. Mee gaan natuurlijk fotocamera’s en verrekijkers. Maar ook moet een versnapering voor tussen de middag niet worden vergeten, en een kleine noodvoorraad tegen het verdwalen. Wij hadden reeds tevoren besloten een tocht van middellange afstand te maken, twee onzer hadden immers reeds een paar kilometer in de benen, twee ander onzer hadden geen benen waar veel kilometers in konden.

DSCF5421 DSCF5426 DSCF5476

En de overige twee drongen niet aan op meer mijlen. We gingen over de brug links over de dijk voorbij de Hasebocht, langs een weg van der naar her, tot wij bijeen soortement kolk kwamen, een ogenschijnlijk van de rivier afgescheiden uiterst korte dooie arm, die echter vol leven zat. Ooit hebben wij op deze plaats een levenloos exemplaar van de Karperorum Wallus aangetroffen, deze was nu weg. Zijn fiets stond ook nergens. Let wel, een waterfiets natuurlijk. Op onnavolgbare wijze zijn we weer begonnen aan de terugtocht, hierbij deels de zelfde paden bewandelend, deels nieuwe wegen inslaand. Uiteindelijk vonden wij de ketel terug. Natuurlijk hebben wij en route
ge-observeert. Ondanks de jacht die aan de andere kant van de Hase de bloeddorst van onze vriend de jagdaufseher, staatlich be-auftragt, das wel, moest lessen, en die tevens natuurlijk resulteert in een fijn stukje wild bij menig kerstdis, en volgend jaar oogstschade voorkomt, (ik ben niet tegen de jacht, wel tegen sommige jagers), zagen wij toch veel van het gebruikelijke wild. Of wij hoorden ze. Een aantal reeën kruisten ons pad, niet in het minst onder de indruk, buizerden vlogen, een vond zelfs nog wat thermiek om boven de wolken te geraken. Dit doet mij een puntdicht met u delen, hetwelks ik jaren terug al eens po-eette, en let wel, hiervan ligt het auteursrecht bij mij, u leest een voorpublicatie uit mijn nog te verschijnen bundel “Licentias poetica”: Nu ben ik het haasje, dacht Haas ietwat boos, Toen ‘jagersloop zijn hazenpad kroos. Dit dus terzijde, ruim boven het voorgaande ziet u enige afbeeldingen onderweg gemaakt, en omdat paddestoelen, naast hun taak als meubilair voor padden, of als sociale woningbouw voor kabouters, de goede gewoonte hebben om stil te staan en in deze tijd van het jaar te verschijnen in grotere getale dan anders, zijn zij oververtegenwoordigd.

droppedImage droppedImage_1 droppedImage_2 droppedImage_3 droppedImage_4 droppedImage_5

Nu dacht ik voor de lezer een keurige beschrijving van iedere soort te geven, maar dat doet wellicht het educatieve karakter van onze stichting geweld aan. Niets beklijfd zo goed, als kennis waarvoor men moeite heeft gedaan. Kortom: wij leveren wat plaatjes, u zoekt de tekst erbij. Wat wij toch niet onvermeld willen laten, om zeker te zijn dat u vind wat wij vonden, zijn de laatste twee foto’s, hierop ziet u een maretak. Deze zagen wij langs een pad dat we menigmaal liepen, maar nooit eerder viel de plant ons op. Gezien de grootte lijkt me dat hij er toch langer dan een halfjaar zit. Hierover hebben we wel iets opgezocht zie Maretak.

droppedImage droppedImage_7

Terug op het kampterrein stookten wij het vuur, omdat reeds naderde het avonduur, wij aten chili, heel erg chili volgens sommigen, met bonen. Lekkerrrr, moederrr! Bam moest na het eten terug naar huis, hij moest Willem in de kroeg steunen. Een schone taak, hem toevertrouwd. Later moest ook Walkman het veld ruimen, ook niet leuk, maar wij hebben er het beste van gemaakt, en zijn na een goed gesprek, gelardeerd met versnaperingen gaan rusten. De zondag hebben we gezien de weersomstandigheden geheel benut om de ketel te ontdoen van diverse nutteloze zaken. We hebben gekuist, en dat was nodig. We hebben een aantal zaken ritueel verbrand op het kampvuur dat zijn uiterste best deed door de regen geen kampwaakvlammetje te worden, en een aantal zaken zijn gedoneerd aan de Ericase scouts. DSCF0482Zij waren daarmee niet onverdeeld verguld. De terugtocht naar huis verliep bijna vlekkeloos, Jethy had zijn huissleutels weliswaar in de verkeerde auto, maar dankzij mobiele telefonie en een begrijpende Batman, kwam alles weer waar iedereen hoorde. Onze eerstvolgende activiteit is de kalkoentocht, derde kerstdag, voor de liefhebbers. Vooraleerst sluit ik dit verslag, Gegeven namens de bestuurders, na het weekend, ruim na het weekend, opdat eenieder wie zulks aangaat, een glimlach niet zal kunnen onderdrukken. Quod erat scribendum, Oeius Oeius Avis.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *