Opgedragen aan Marlies.
Vrijdag 18 maart 2016.
Het was nog donker toen Batman op 06.00 uur bij Vliegend Hert binnenstapte. Na een kort afscheid togen de heren op pad. Hike Maart 2016 was begonnen.
Nog voor dat we de Kerklaan hadden verlaten begon het te lichten. Wat erger was, het begon te motregenen. Snel zetten we de pas er in. Tegen de tijd dat we Erica achter ons lieten stopte de motregen, om af en toe weer geniepig toe te slaan. Het was te weinig om te storen. De temperatuur was zo’n acht graden, bij de Dordsedijk gingen de jassen uit, het was te warm. Het lange eind richting Zwartemeer ging rap. Sint Antonius was ons welgezind. Na de kerk gepasseerd te hebben maakten we onze eerste rustpauze, het was nog maar 08.00 uur. We doken het natuurgebied De Meerstalblokken in en liepen een poos langs de grens met Duitsland. Een strook van zo’n vijftig meter aan beide zijden van de grens was volkomen plat gezaagd. Waaronder prachtige oude eikenbomen. Voor een brandgang? Het smokkelpad naar Duitsland was nu duidelijk te zien. Snel vluchtten we Duitsland in. Gelukkig viel het met de drassigheid mee, ook het zandpad was redelijk droog. We moesten opschieten. We hadden een Rendez Vous bij het Griendsveencomplex. Om 09.00 uur zou Yeti daar ons ontmoetten. Volgens planning stond hij daar met een kop koffie ons op te wachten. Yeti nam nog even een foto van de twee binken en vervolgde zijn weg terug naar Nederland. Batman en Vliegend Hert toogden verder richting de Autobahn A31. Hier hielden we een korte pauze bij een bankje aan de Waldweg. Vlak voor Fullen pauzeerden we nog even in een bushalte. Hierin zat een oude verdwaalde Duitser. Door hem minuten zwijgend strak aan te kijken stond hij op en vertrok. Zo, nu konden we ons even uitstrekken op de bank. We hadden de gang er goed in. Normaal pauzeerden we bij onze Russische vrienden en namen we de middagpauze vlak voor Meppen. Beide sloegen we over en liepen met de Nordic stokken gezwind door. Voor ons kwam in de verte een parasol op ons af. Wat zullen we nu krijgen? Het bleek een scootmobiel waarvan de berijdster niet in de zon wil zitten. We verdwenen in de binnenstad van Stadt Meppen. Opnieuw viel ons oog op een wel erg merkwaardige Duitser. Hij sprong van de fiets om al lopend moet een handveeg zijn achterwiel schoon te maken. Hoofdschuddend keken we hem na. Dit beloofde een spannend weekend te worden. De kroeg waarnaar wij zochten, die we vaak gesloten aantroffen, was open. Hier betaalde het vroeg opstaan van vandaag zich af. We namen plaats achter een tafel en zaten even later genoeglijk achter volle bierglazen, zo groot als bloemvazen. Na een tweede ronde werd ons vriendelijk te kennen gegeven zo snel mogelijk op te rotten. Wat is toch aan de hand met die beroemde Duitse gastvrijheid? Niets dus, de schilder kwam zo langs, het gehele interieur werd geschilderd. Dan zaten die twee Niederlandische nathalzen daar maar in de weg, dus…wegwezen. Kwam ons goed uit, het volgend adresje in de Stadt was een Schnell Imbiss, hier namen we een patatje met een poot. Daar konden we weer verder op lopen. We verlieten Meppen en toogden richting Bokeloh. Bij Gasthaus Giese hadden we wederom een Rendez Vous, nu met Yei en Oehoeboeroe. De heren waren exact op tijd, dus wij ook. Na vijfendertig kilometer achter de kuiten lieten Batman en Vliegend Hert het gerstenat goed smaken, Yeti en Oehoeboeroe deden niet voor ons onder. In het Gasthaus zaten twee stelletjes aus Die Niederlanden, dorpsgenoten zowaar! Wat deden die nu op een vrijdagmiddag zover in Duitsland? Het bleek dat het gebied om Bokeloh razend populair was bij veel Drenten uit de Zuidoosthoek. Het werd bar gezellig. Na een hartelijk afscheid begonnen we aan onze laatste stuk van de Hike. De brug over de Hase in Bokeloh was niet meer. Weg, foetsie. De oude brug begon gebreken te vertonen, had zijn tijd erop zitten. Ernaast lag een noodbrug. Gelukkig maar, anders hadden we een andere route moeten nemen. Een opmerkelijk frisse Yeti en dito Oehoeboeroe namen met Batman en Vliegend Hert op de brug van Gross Dorgen de pose aan voor de traditionele foto. Later ’s avonds voegden de heren Oei-oei en Bambam zich toe aan de groep. Zoals gewoonlijk werd het weer een bar gezellige weerzien die rijkelijk werd besprenkeld met het gouden gerstenat. Nog voor twaalf uur kwam de man met de hamer en sloeg ons allemaal het nest in.
Zaterdag 19 maart 2016.
Het thema van dit weekend was: IJzer uit de Oertijd. Ooit was de ijzertijd begonnen. Ooit hadden onze voorouders een klont ijzeroxide in handen waarmee ze iets wilden doen. Als je het spul ging verhitten en, als je er maar lang genoeg op bleef meppen, ontstond iets wat veel langer scherp bleef dan vuursteen of brons. Maar hoe kom je aan ijzeroxide? Bij het dorp Schleper kwam het uit de grond, letterlijk. Het spul lag op de bouwland voor het oprapen. Daar gingen we die zaterdag naar toe, om ons even in de ijzertijd te wanen. Natuurlijk namen we erts mee als souvenir. Die ochtend ging het ontbijt redelijk snel. Het was dicht bewolkt maar niet koud, het regende niet. Kortom, prachtig wandelweer. We toogden op pad richting Schleper. Jaren geleden zijn we daar ook geweest om de nieuwe snelweg uit te peilen in een weiland. Toentertijd hadden we met closetpapier een denkbeeldige snelweg aangelegd. Bambam had vanuit een kanzel hier foto’s gemaakt. Bij de boerderij van Alwies Rolfes namen we het zandpad richtig de rivier Mittelradde. Halverwege het pad sloegen we af naar de oude huis van Tensings ( zoeremelkboer). Dit was inmiddels een ruïne. Aan de oude balken kon men het vakmanschap nog steeds aflezen van de toenmalige bouwlui. Oude geschriften uit de jaren vijftig lagen daar op de deel nog steeds voor het oprapen. We snuffelden door het huis en Oehoeboeroe vond een balk waartegen hij zijn hoofd kon stoten. Nu was zijn hoofd al niet zo fris, het herinnerde zich het kittig sapje van gisteren. Achter het huis liepen we het veld in. Bouwgrond wisselde zich af met rivierbeddingen en bosstroken, enorme zwerfkeien vormden hier natuurlijke stuwdammen. Dit zie je niet in het propere Nederland. Al hadden ze in Duitsland wel iets properder mogen zijn. Overal lagen oude vallen, ontelbaar aantal lege flessen, vreemde balletjes met nummers, flarden plastic of onderdelen van landbouwmachines. Een boer had ooit een lier gebruikt om een boom om te trekken. Na de klus bleef het gereedschap aan een boom hangen, ’t is maar geleend spul. De Universität Osnabrück had hier ooit veldonderzoek gedaan. Overal vonden we hun Forschungsgerät terug. Stelletje Öcoschweine. Maar gelukkig vonden we ook sporen in de natuur, keutels, botten en een schedel. Richting Radde kwamen we op een heuvel, hier stond een kanzel. Stond. Het ding lag plat. Je hoorde geen ree mopperen. We kwamen op een pad waarbij de bramenstruiken zich gedwee lieten uitvouwen zodat we vrij baan hadden. Yeti noemde het pad treffelijk het ‘Mozespad’. Op dit pad vonden Oei-oei en Oehoeboeroe de eerste nuggets ijzeroxide. Het lag gewoon als dikke kluiten op het pad, het voelde alleen veel zwaarder aan en had een roestkleur. Op de brug van de Radde namen we een pauze. Even later plonsden glazen flesjes in de Radde. Nog meer Öcoschweine maar nu onder ons. Op een veldje lieten een paar reeën zich gewillig fotograferen. We trokken verder het veld in richting Schleper, richting de snelweg. Langs de oever van de Radde dreven vele rattenvallen. Hopelijk zien de bevers het verschil. Anders zag Oehoeboeroe het wel met zijn reuzenlens op de fototoestel. Langs de snelweg in Schleper waren ze bezig het spoor van nieuwe bielzen te voorzien. Hier dronken we onze meegebrachte pilsjes. Oehoeboeroe, inmiddels frisgroen als zijn overjas, zocht plotseling in de berm naar viooltjes. Na de Radde opnieuw te hebben gepasseerd kwamen we op het weiland waar we toentertijd de foto’s hebben gemaakt. Niets was veranderd, zelfs de kanzel stond nog op zijn plek. Ze hebben ons niet gemist. Toentertijd kwamen we van de andere kant, logisch dat we deze weg zochten voor de terugweg. We wisten ons nog te herinneren dat het een moerasgebied was, toen tamelijk droog en diengevolg doorwaadbaar. Dit keer ontbrak factor droog, daarmee de mogelijkheid doorwaadbaar. Na lang zoeken raakten we in paniek, een borrel volgde. Wederom waren dicht bij ons een paar Öcoschweine te zien. Eindelijk vonden we een doorwaadbare plaats, nota bene naast de oever van de Radde. We staken een maisveld over. Hier vonden we waarvoor we kwamen. IJzer, ijzer en ijzer, overal klonten roest tussen de maisstronken. Bambam spaarde apart ijzererts in een plastic zak, hij wil proefondervindelijk bepalen hoe onze voorouders het ijzer uit het erts verkregen. Al snel had Vliegend Hert meer dan een kilo aan ijzererts in zijn jaszak. Helaas bleven alle verdere jaszakken leeg en schoon. Oei-oei, Oehoeboeroe en Yeti vonden het opeens mooi genoeg geweest. Ze verlieten de scene. Bambam, Batman en Vliegend Hert besloten op het Mozespad verder naar ijzer te zoeken. Op het pad maar vooral op het maisveld richting de visvijver werd ijzeroxide in overvloed gevonden. Sommige nuggets waren na miljoenen jaren nog steeds vuistdik. Bij de visvijver vonden we ossenschedels aan de bomen gespijkerd en serpentdraad over de hekken. Een eng ventje vist hier. Een totempaal bij de ingang moest indringers afschrikken. We verlieten de visvijver en liepen naar het pad richting spookboerderij. We waren voorzichtig, misschien zagen we het prachtige blauw van een ijsvogel. Toen we het pad naderden zagen we inderdaad blauw. Een Nederlandse blauwe personenauto met een natuurvriend en -vriendin. Beide op de achterbank. De vriend had het blijkbaar warm, hij had zijn broek op de knieën. Zoals reeds opgemerkt, het landschap hier is populair bij de Nederlandse Naturfreunde. We lieten ze verder van de natuur genieten en liepen door. Bij de oude houten brug bleven we staan. Oer zette het riviertje in een overdadige kleur van roest. Ook hier zou binnenkort een noodbrug aangelegd moeten worden. Op sommige plekken veerde de planken van de brug vervaarlijk mee en was deze erg doorzichtig. Na enkele foto’s van het roestkleurig riviertje te hebben genomen trokken we richting spookboerderij. Over een ruïne gesproken, de voorgevel was zo verzakt dat betreding van het pand eigenlijk niet meer veilig was. Ooit een jeugdherberg, ooit een stal voor kostbare koetsen, nu een pittoreske bouwval. We trokken via de boerderij van Wulf richting het thuiskamp. Daar wachtten de overige leden reeds op ons. Van de ijzernuggets die Vliegend Hert in zijn jaszak had verzameld maakte hij achter de Ketel op een betonplaat een soort van piramide. Hij vond dat we het aangename met het nuttige moesten verenigen. De verzamelde klonten ijzeroxide kreeg als bestemming: pissoir. Een waardige souvenir van deze dag. Spoedig was de stamtafel gevuld met gerstenat en draaiende braadworsten. Een gezellige avond volgde, menig puntje werd van de i gehaald, menig kant die de wal zocht, iedereen had gelijk. Dat laatste pas toen iedereen sliep.
Zondag 20 maart 2016
De Klein Reussiestocht voerde ons op verzoek van Bambam naar het keizergedenkplaats. Bambam is nog al wild van geocaching. Daar zou eentje liggen. Het zat die zondag tegen. Op de tocht naar het zandgat werden we begeleid door motregen. De hele natuur om ons heen was druilerig, had er niet veel zin in. Bij het zandgat aangekomen druilde het daar ook. Ondanks het verbod op motorcrossers zagen we kapot gereden hellingen en bandensporen.
Gelukkig hadden we de Geocaching van Bambam nog. Als we dat vinden zit er tenminste nog iets mee die dag. Bij het monument aangekomen zat het niet mee. De geocach bleek te zijn gestolen. Een biertje dan maar. En een groepsfoto. Je moet toch wat. Na een tijdje gezellig te hebben gekletst besloten we voor even weer Öcoschweine te zijn. Dit moeten we snel weer afleren! Terug lopend naar het thuiskamp begon het nog harder te regenen. D’r zat niets anders op, we trokken nog een blik open. Daarna ruimden we de spullen op. Sloten de boel af. De Ketel werd weer aan zijn lot overgelaten, binnen de wanden wel enkele mooie momenten rijker. IJzer uit de Oertijd-weekend had zijn doel behaald. Het weekend gaat als geslaagd in de boeken. Moed broeders, struikel niet.
Vliegend Hert
Geef een reactie