Vrijdag, 21 maart 2025
Vrijdag gingen we iets later van huis, de foerage was reeds geregeld. De likeurfles werd voorzien van een leuke schenkdop. Omdat ons huisje van alle gemakken was voorzien hoefden we niets te regelen. Gewoon spulletjes naar je kamer brengen en in de kamer neerploffen. Dit weekend hadden we een speciale expeditie op het programma. Eentje die we heel lang geleden voor het laatst hebben gelopen. De Schoenvetertocht. Via sqauwvally de groene vlakte op naar het einde van de lus. Normaal niet bereikbaar door de kudde stieren die daar rondlopen. Maart is blijkbaar te vroeg voor deze toekomstige sudderlapjes. Eerst gingen we een prachtige avond tegemoet waarbij de laatste nieuwtjes op Erica uitvoering werden besproken. Gewoon een stelletje oude wijven nadoen, niet dat we het waren hoor!
Zaterdag, 22 maart 2025
Het ontbijtje nuttigen met mes en vork, thee drinken met opgeheven pink. Of toch weer een risicovolle aanslag op onze broze gezondheid? Broze gezondheid? Mijn neus, gewoon ontbijten. Maar wel van de eettafel met borden. Geen braadworsten i.v.m. het ontbreken van onze braadworstgrillmachine. We begonnen die morgen aan de schoenvetertocht. In feite begon de tocht bij een leegte, waar vroeger onze Ketel stond. De weiland hier is geen weiland zoals we die in Nederland kennen. De weide hier is in feite een stuk rivierlandschap met stukken bos en hoge heuvels. In de maand mei wanneer de Meidoorn bloeit lijkt het daar op de Tuin van Eden. Helaas onbereikbaar door genoemde stieren. Bij het betreden van de tuin van Eden stond een haas ons op te wachten. Zoef heette ons welkom. Zo doen ze dat in Duitsland. Een verlaten voerbak herinnerde ons aan de hamlappen die hier straks rondstruinen. De weiland werd grotendeels begrensd door rivier de Hase. Drinkbakken zijn hier niet nodig. Bij mijn weten is er nog nooit een rund of paard met het water weggespoeld. In de binnenbocht had de Hase een heus strandje aangelegd. Een viskar ontbrak nog. Langs de wal gelopen zagen we overal sporen van een bekende gast, de bever. Er was nog iets veranderd. Toen we hier vroeger liepen had we het idee door een oerwoud te moeten worstelen.
Vreemd genoeg is dat verdwenen. Oude woudreuzen die met hun wortels in de wal kliefden, takken die reikhalzend over de stroming reikten. Het was een en al strijd om te overleven. Waar is het gebleven? Is alles weggespoeld? Of is hier landschapsbeheer bezig geweest. Net zo berucht als afdeling Groen bij de Gemeente. De hier aanwezige kettingzaag-scene haat alles wat groen is. De zogenaamde boomchirurg bezegelt alles met een zwammetje op een neerwaartse duim, het lot. Of zijn het de stieren? De bevers? Het klimaat? De wal is vergrast met allerlei verdringingsgewassen. Nog steeds zijn er mensen die geen waarde hechten aan feiten of de wetenschap: ze hebben allemaal hun eigen, unieke kletsverhaal om klimaatverandering te ontkennen. En eeuwig stroomt de Hase. Om op te gaan in de rivier Ems, in Meppen. Verderop stonden nog enkel oude bekenden, de populieren. Niet lang meer. De bomen staan met hun wortels in de wal gekliefd, sommige staan al in de Hase te watertrappelen. Gelukkig bleef het achterliggend rivierlandschap de kenmerk behouden van paradijselijke schoonheid. We liepen de veter in. Hier maakt de Hase een enorme lus gelijk een schoenveter. Op de smalste plek van de lus kun je over elke schouder de loop van de Hase zien.
Hier wordt door de lokale bevolking gefluisterd dat de regenboog precies op die plek de pot met goud begraven heeft. Zullen de stieren dan als een soort van Minotaurussen die pot moeten bewaken? Dacht het niet. Die beesten zie je over een jaar terug, netjes achter cellofaan, in de supermarkt. Doet me denken aan enkele collega’s die tijdens een studiecongres in Amerika in een restaurant oesters wilden bestellen. Aan de ober vroegen ze of ze in Amerika lekkere oysters hadden. “The biggest you can get!”, antwoordde de man. Ze kregen echter een vleesgerecht. Na de maaltijd vroegen ze aan de ober wat ze eigenlijk hadden gegeten, het waren geen oesters. De ober liep naar achteren en kwam terug met een bord waarop een stier was afgebeeld. Vervolgens was hij naar de ballen. “American Oysers, the biggest you can get!” Met een frisse groene blos op de wangen werd de hotelkamer opgezocht. Verderop zagen we aan de overkant van de rivier een omgevallen woudreus half in het water hangen. Dus toch, zo vertrokken de bomen hier. We kwamen nu aan bij het gedeelte waar de Hanniballen vaak liepen. Het zware hekwerk stond open dus niemand thuis.
We betraden nu een gebied die weinig mensen kennen, ook de meest vervende campingbezoekers bij de Kolk niet. Ongerepte rivierlandschap van een aantal vierkante kilometers volledig afgebakend door een rivier. Bezaait met meidoornstruiken. En als die bloeien….. We volgden de loop van de rivier en kwamen van het ene Verkadeplaatje in het ander. Het allerlaatste stukje van de lus bestond uit een woud van populieren. Hier was het even worstelen door het kniehoge gras. Heerlijk buffelen in een verlaten stuk natuur. Het koninkrijk van de bever. Overal zag je zijn sporen. Aan de overkant zagen we een zijriviertje stiekem zijn zaakje lozen is de Hase. Op een gekloofde eik namen we een rustpauze. Best vermoeiend zo`n mooie natuur. Verderop zagen we aan de overkant een Dixie staan. Waarschijnlijk voor wel opgevoede koeien, zeker met al de stieren aan de overkant. Bovendien kan plassen in de natuur ook zo koud optrekken. Op de terugweg verdwaalde Yeti in een vijftal bomen. Gelukkig riepen we hard genoeg om hem de weg terug te laten vinden. We namen een groepsfoto in de wal van de Hase. Na een omtrekkende beweging kwamen we weer terug in het dorp. Het werd die avond weer supergezellig in het ‘Hans und Gretel’ Haus met veel spijs en drank
Zondag, 23 maart 2025
We kunnen kort zijn, na het ontbijt trokken we huiswaarts. De ouwe lullen wilden met hun gezin nog iets aan de zondag hebben. Gelijk hebben ze. Op de terugweg zagen we teleurgestelde reeën. Volgende keer beter ree-rugjes. Moed broeders, struikel niet. Vliegend Hert