Dit is het verslag van het weekend van BEDOKOKOMA vanuit de verslagen van BEDO gezien. We hadden om 9:00 bij mij afgesproken voor een kop koffie en daarna vertrek. De vouwwagen was door Yeti al een week hiervoor naar Groß Dörgen gebracht, zodat we deze niet mee hoefden te nemen. Hert had het hele weekend de beschikking over de auto, en na een kop koffie, hebben we mijn spullen ingeladen en zijn vertrokken. Het was behoorlijk mistig, en nadat we de grens gepasseerd waren bij Zwartemeer, kwamen we op een gegeven moment stil te staan, door een stapvoets rijdende vrachtwagen voorons. Met een uitzicht van kleiner dan 50 m vraag je af wat ons achteropkomend verkeer zal doen. Op een gegeven moment dook een vrachtwagen achter ons op. Nu zaten we er tussen. Zogauw we konden zijn we hiertussen uitgeknepen. En naar een klein kwartiertje bereikten we de afslag naar Dörgen. We zouden de vouwwagen onder de kapschuur van Heinrich en Berent Rolfers zetten en bij onze aankomst stond deze al vlak in de buurt hiervan. Na overleg met Berent hebben de wagen in de kapschuur uit elkaar gevouwen. Na het opspannen en het installeren van het zonnepaneel hebben we ons een sigaartje en een pilsje genomen. Omstreeks 12:00 kwam de zon erdoor en werd het voor ons tijd om de omgeving te verkennen.
Vanuit de kapschuur zijn we het pad in zuidelijke richting langs de Hase gegaan, en dan het pad onder langs de heuvelrug. Je komt dan in het typische rivierduinen landschap met meidoornstruiken en hondsroos en hier en daar een grove dennen bosje. Dat dit zo open is, is voornamelijk te danken aan de arme bodem, waardoor er alleen maar gras wil groeien. De boeren laten hier hun eerste jaars koeien op weiden, en deze zorgen er voor dat op niet beschermde plaatsen (lees ondoordringbaar) alle jonge aanplant geen kans krijgt. We hebben het pad gevolgd tot aan de bocht in de Hase en zijn daarna in oostelijke richting gegaan. Naar een dichtgevroren plas te zijn overgestoken zijn we de heuvelrug omhoog gegaan. Aan de bomen kon je zien dat op de plek waar wij hadden gelopen het water zo’n 1,5 m had gestaan voor een poosje (lees verslag oktober’93). We zijn zo verder in oostelijke richting gegaan richting een eikenrij die de afscheiding volgt tussen het hoogland en laagland. Hier kwamen we een nieuwe wildkansel en een jagerszit (high tech.) tegen. Deze bomenrij komt uit op een pad dat leid naar een oude boerenhoeve (onbewoond). Dit is een oude vakwerk hoeve die nog dienst doet als onderkomen voor koeien.
Het is werkelijk een plaatje om te zien zoals de hoeve hier ligt tussen de oude houtwallen en de grote beuken op het erf. Hier schoten op enige afstand van ons twee reeën weg welk al hun grauwe jasje aanhadden maar onmiskenbaar door hun witte achterspiegel. Het pad oostwaarts gevolgd dat parallel aan de Hase loopt totdat we aan de Dörgene Beeke kwamen. Hier hadden we in onze jeugd wel eens gekampeerd. Vroeger lag hier een prachtige kampeerplaats met een Dörgener Beeke die nog zijn natuurlijke beloop had, prachtig omgeven met bossages. Nu is er voor jaren een visvijver gemaakt op de kampplaats, en de beek gekanaliseerd met een stuw die d.m.v. een vistrap nog wat leven wil laten in de beek. We zijn verder gelopen richting de instroom van de Mittelradde in de Hase. We zouden over de brug hierover naar een bossage waar we al eens gekampeerd hadden met Scouting Klazienaveen. Maar het knallen van jachtgeweren weerhield ons om verder te gaan. Met onze verrekijkers de jagers geobserveerd, die elkaar onder kruisvuur namen zoals het leek, zodat wij besloten om terug te gaan. De heren waren ons iets te enthousiast en het bleef maar knallen. We zijn het pad teruggelopen en achter de visvijver nog een aantal mierenhopen bekeken. Er staan hier een aantal grote hopen van Rode bosmieren. Het pad langs de Dörgener Beeke afgelopen in de richting van de verharde straatweg tussen Klein & Groß Dörgen. Bij de weg zijn we overgestoken en het pad genomen langs de hoeve van Alwies Rolfers. Hier kom je door een sparrenbos met bomen van zo’n jaar of 30. Dit pad eindigt op de knik in de weg van Groß Dörgen naar de snelweg Meppen / Haselune. Ook deze zijn we overgestoken en het bos aan de overkant ingegaan. Ook dit is een sparrenbos maar van jongere aanplant. We zijn dit pad gevold tot hij zich splitste bij het oude bos. De afslag in zuidelijke richting genomen die later afbuigt naar het westen. Op een klein beschut heideveldje, met oude grenspaal, even een pauze genomen met een sigaartje dabei. Het pad komt uit op een pad dat langs de bocht in de “Alt arm” van de Hase. Vanaf hier zijn we recht het bos ingegaan omdat ik hier met mijn vakantie deze zomer een zelfde plek had gevonden als hiervoor. Dit is ook een plek gelegen tussen de duinen waar weinig bomen staan en met heide begroeid. Ik had er toen planten aangetroffen die nergens anders in dit gebied voorkwamen. Toen we weer op een pad aankwamen, zijn we de richting van de weide opgegaan. Hier langs de bosrand lopend kwamen we bij een kolk aan. Die dichtgevroren was. We hebben het ijs nog even geprobeerd. Maar we zijn niet te ver van de kant gegaan omdat een gedeelte nogal vrij jong leek dichtgevroren. Vanuit hier hebben we het weiland overgestoken naar de kamplaats van mij afgelopen zomer. Hier bleek kort geleden nog te zijn gekampeerd. We hebben het pad naar het zuiden genomen richting Dörgen. En tegen een 14:30 waren we terug bij de vouwwagen. Hier hebben we nog een biertje en een sigaartje genomen in de zon. Deze ging langzaam onder zodat het te koud werd om buiten te blijven. De temperatuur was de hele dag onder het vriespunt gebleven. In de vouwwagen hebben de kachel proberen aan te steken, wat niet lukte. Eerste gedachte was dat de gasfles leeg was wat mij bevreemde omdat ik die maar twee avonden had gebruikt deze zomer. Dus een andere aangesloten. Weer mis. Naar herhaalde pogingen ging mij een lichtje branden. Gas verdampt moeilijk bij een lage temperatuur. Dus de fles tussen de benen genomen kachel aangestoken, en de fles er voor geplaatst. Het Gasflesje van 1 liter werd normaal gebruikt voor verlichting of te koken onderweg en beslist niet voor de kachel en zou dan ook zo leeg zijn. We zouden dan op de gaspot van het gasstel verder moeten. Dus besloten we onze warme maaltijd maar warm te maken. En zoals verwacht wilde het gasstel ook niet. Dus ook deze gasfles voor de kachel. We hadden de complete maaltijden (Stamppot Boerenkool) van de firma Struik bij ons. Wel bekend bij het Nederlandse leger die alleen verwarmt dient te worden. We zaten dan ook om een uur of vier achter de stampot boerenkool met een dikke rookworst als extra. Na het eten hebben we nog even genoten van een pilsje, onze laatste. Nu was het wachten. Ik had gehoord dat Oei-oei wat later kon komen, of op zaterdagmorgen. Meneer had nog een bruiloft af te werken. Dus wij dachten dat de heren er tegen een uur of negen er wel zouden zijn. Ondertussen ging ons het gas uit, 1 liter potje, wat wil je! Ook hadden de fles Alter Liebe die we van het vorige weekend nog hadden overgehouden, al soldaat gemaakt. En ja hoor tegen 8:45 we horen een auto. Ik de rits los van de vouwwagen en zie een Citroen BX, dit zijn ze. Maar het bleek Werner te zijn de zwager van Yeti. Hij had ook verwacht dat de anderen er waren maar trof twee verkleumde leden aan die door de drank heen waren. Nadat hij om 21:30 was vertrokken zijn wij om op temperatuur te blijven een eind gaan lopen. We zijn het bos ingegaan langs de weg naar Groß Dörgen. Hier was een zwerm duiven neergestreken om te overnachten. Wat bij elke stap van ons een paar deed opvliegen. We zijn een boog gelopen zodat we weer op de weg uitkwamen. Net toen we deze zouden bereiken zagen we de auto van Yeti langsrijden. Bij terugkomst onder de kapschuur waar de vouwwagen stond. Zagen we Yeti en Oehoeboeroe druk bezig om licht te maken. Er kwam nog wat overleg want Oei-oei had ook nog eens het belangrijkste gereedschap vergeten. De bierpomp. Wat nu terugrijden, het was 22:45 dan werd het zeker 0:30 voor dat men terugwas. Besloten werd te blijven en het bier vanuit vat in een pan te gieten. Het pannenbier! Het tweede probleem was het gas. Yeti had zijn vouwwagen bij zijn schoonouders staan. Zodat hij besloot om zijn gaspot te gaan halen. Toen deze was aangesloten konden we eindelijk gezamenlijk gaan zitten en het openingswoord van Herman aanhoren. Dit bleek niet alleen een openingswoord te zijn maar een kompleet verslag van het komende weekend. Naar wat pannenbier en nog een slok van een sterke bier drankje ging Batje naar bedje. Vliegend Hert, Oehoeboeroe, Oei-oei en Yeti gingen nog een tocht ondernemen naar de kolk. Aldaar werd geprobeerd hoever het ijs wou houden door elkander zover mogelijk het ijs op te duwen. De volgende morgen bestond uit ons vergapen aan een berg slaapzakken en dekens van Oei-oei en Yeti, en het ontbijt. Dit ging weer met de nodige rituelen want ook het gasstel wilde nog niet goed branden met de gasfles voor de kachel.
Tegen half 10 zijn we vertrokken voor onze looptocht. We zijn Dörgen uitgelopen en in de flauwe bocht het bos ingegaan, totdat we uitkwamen bij de bocht van de Alt Arm hier het pad naar het oosten genomen. De zelfde als de vorige dag. We zagen nu meer als de vorige dag. In de buurt van de grenssteen vonden we in een half verrot paaltje in een wig een dennenappel ingeklemd. En typisch voorbeeld van een “spechtensmidse” door een bonte specht op zoek naar zaden. Spechtensmidse: De specht klemt de kegels met het spitse uiteinde naar boven gekeerd in een holte in een tak of spleet en hakt de zaden eruit. De dekschubben vanaf de punt van de kegel opengereten en uitgerafeld. Het pad verder gevolg naar de afbuiging naar het zuiden kwamen we op het pad een vossenkeutel tegen op een kleine verhoging op het pad. Nadat we op de verharde weg waren aangekomen zijn we richting de snelweg gelopen. En deze overgestoken richting het “Dörgener Moor”. We liepen nu op open terrein en dat was te voelen. Het had die nacht zo’n 12 graden gevroren en het vroor nu nog zo’n graad of 5, en met een noordoosten wind windkracht 4 a 5 en daarbij geen zon, geeft dit een onaangename koude. Hier kwam bij dat onze looprichting ook noordoost was. We hebben dan ook tweede ven een stop gemaakt om even uit deze snijdende wind te komen. Achter de bomen even een sigaartje genomen en een slok van een of ander inheems drankje met een bekende naam “HKT”. We hebben hierna onze weg vervolgd langs het pad totdat we bij een “wildkansel” kwamen doordat we het nog steeds koud hadden hebben we hier met z’n vijven ingezeten! Was wel erg nauw. Dus dan maar verder. Naar een kilometer ongeveer kwamen we in een volgend bos. Het pad gewoon rechtdoor gevolgd en niet de afslag naar Lohe genomen. Je komt nu een echt sparrenbos. Het pad loopt parallel aan de Dörgener Beeke, en bijna aan het eind van het bos zijn we richting de beek gelopen. Je komt nu bij een stuw in de beek die op de zelfde manier is gebouwd als die aan de Hase. Hier nog wat foto’s gemaakt. En toen de bosrand gevolgd. Toen we bijna aan het eind van het bos waren kwamen we sporen tegen van vos die een kip had verorberd.
We hebben hier nog wat rondgekeken naar meer sporen, maar zijn toen verder gegaantotdat we bij een brug kwamen. Deze overgestoken, en langs een houtwal richting een hoeve en een pad. Hier aangekomen wisten we gelijk waar de kip weg kwam. Hier liepen er meer van zijn kleur rond. De hoeve werd niet gebruikt als boerenbedrijf maar als woonboerderij en de tuin was dan ook prachtig aangelegd. Wat ons bevreemde was om hier te komen moest je al gauw een kilometer of 3 over een zandpad rijden en dan was je nog een kilometer of 3 van de volgend bebouwing af. Midden in de wildernis dus. Het zandpad eerst gevolg naar het zuiden en bij de boszoom zijn we afgebogen naar oosten richting de weg van Apeldorn naar Lohe. Op deze weg zijn we eerst nog richting Apeldorn gegaan want ons doel was een natuurgebied en daarna na de “Historische strasse”. Maar naar een korte beraadslaging met een vingerhoed HKT vond een deel van ons kortste weg de directe was en niet een omweg. Zodat rechtsomkeer werd gemaakt en we nu richting Lohe liepen. Omdat we niet door het dorp zelf wilden zijn we er net voor rechtsaf geslagen en hierna links door een bosje gegaan zodat we op een zandpad langs Lohe uitkwamen. Dit pad liep langs een boerderij, en waarbij de boer had gedacht zijn “pestbult” op dit pad te moeten leggen. Wel handig voor hem natuurlijk maar wij moesten er omheen. Toen we er omheen liepen vloog een koppel fazanten op. Zij hadden een rijk maal aan het ingekuilde maïs van deze “pestbult”. Toen we weer op de verharde weg waren, de weg van Lohe naar Klein Dörgen, hebben we uit de wind nog een sigaartje genomen. Yeti bleek steeds meer last te krijgen van afkoeling verschijnselen. Zodat we zo spoedig mogelijk zijn doorgelopen. De afgelopen naar de snelweg, en deze overgestoken. Naar een eindje ligt er dan een visvijver aan de rechterkant met bankjes. Hier hebben we nog even gezeten en wat foto’s gemaakt.
[slideshow_deploy id=’2373′]
Omdat Yeti verder wou zijn we opgestapt. Bij de kruising moesten we rechtsaf, maar hier tegenover is een hertenkampje met edelherten, welk onze fotograven niet wilden missen. Hierna zijn we de weg vervolgd naar Groß Dörgen. Bij de kruising zijn we afgeslagen richting de Hoeve van Wolf. Naar ongeveer 200 meter zijn we rechtsaf geslagen een breedte houtwal in die richting Groß Dörgen loopt. Hier kwamen we een leger tegen van een ree. Naar een paar honderd meter afgeslagen naar links het weiland in. Ook hier kwamen we veel sporen tegen van reeën. We zijn toen schuin over gegaan zodat we weer bij de kapschuur van Rolfers onze gastheer uitkwamen. We hadden met elkaar iets meer dan 13 Km gelopen volgens mijn loopcomputer. Wat de kaartmeter later bevestigde. Het was 13:30 en wel erg vroeg om te eten. We zijn dan ook even wezen kaarten. Op een gegeven moment kwam Werner en Marlies (Yeti zijn schoonzus en zwager) langs. Men wilde een grote sparrenboom voorzien van verlichting en Werner kon dit niet alleen, en vroeg daarom Yeti hem te helpen. Nu had wij toch niets te doen dus allee allemaal er maar heen. Ondertussen had Werner een trekker met voorlader geleend en met 3 man in het bakkie kon het niet mis gaan. Hierna moest er volgens Werner iets op gedronken worden. Naar een rondleiding door het huis kwamen we in de keuken terecht. En wij al aan de kou gewend zaten er als een stel rode potkacheltjes bij. Naar allerlei Inheemse sterke drankjes met bier zijn we tegen een 17:00 afgedropen richting vouwwagen. Hier de keuken binnen gesteld en tijd voor de bruine bonen. Naar een goed maal werd het tijd om laag te zakken. Het pannenbier kwam weer op tafel evenals de kaarten er werd weer wat gemeen gespeeld. En toen Werner tegen 19:30 langs kwam keek hij vol bewondering naar dit spel. Het is maar goed dat er niet om geld gekaart wordt riep hij op een gegeven moment. Schuddekoppend ging hij tegen een 21:15 weg. Wij zijn niet veel later op ons nest gegaan. De volgende ochtend was het een stuk minder koud dan de dag er voor. Maar het eten bereiden ging nog steeds met de flessen voor de kachel en het gasstel zo veel mogelijk afgeschermd. Ondertussen werden we opgemerkt door het schreeuwen van buizerds, die in de verte schreeuwden. Maar op het knollenveld voor de schuur kwam er een laag over scheren dachten wij eerst. Maar dit bleek een Blauwe Kiekendief te zijn naar beter kijken.
Hij hield zich schuil tussen de knollen als de buizerds te dicht in de buurt kwamen. Naar de koffie een paar eieren, en boterham met aardappelpannenkoeken (door sommigen onder ons ook wel “Crisiskots” genoemd) kan een mens er weer tegen aan. We zijn tegen een 10:00 opstap gegaan. We hebben het pad tegenover de boerderij het bos in genomen. Op de hoogste punt van dit pad zijn we linksaf richting Hase gegaan, onderaan de wal hebben gekeken naar sporen van bevers. We zagen wel hier en daar afgeschilferde wilgentakken maar geen duidelijke verse sporen. We zijn zo onder aan de wal verder gelopen, en zo langs pad langs de Hase verder. Overal zag je deze sporen maar we kwamen geen duidelijke tegen. We kwamen bij de duiker die de Alt Arm verbind met de Hase. Hier had een Bever in de duiker een dam opgebouwd van takken, waardoor de waterstand in de Alt Arm hoger stond als in de Hase. Geprobeerd om hier foto’s van te maken wat niet best lukte, je kunt er namelijk niet dichtbij komen om er een foto van te maken, terwijl de dam ook nog in donker staat vanwege de duiker. We zijn verder gelopen de richting de bocht van de Hase. Hier kon je in de verte zien hoe zo’n rivier werkt. De heuvelrug aan deze kant steekt zo’n meter of acht boven de rivier uit. En de rivier had in deze bocht de wal zo onderbouwd dat er een aardverschuiving had plaats gevonden. Bomen en alles was naar beneden gekomen. We zijn de heuvelrug opgelopen en kwamen zo bij een zandafgraving aan. Een heel groot gebied wordt hier weg gegraven voor geel zand en gedeeltelijk weer volgestort met puin en ander rotzooi. En dat in zo’n prachtig natuurgebied. zonde! We zijn naar beneden gelopen waar de bodem bedekt was met een bevroren plas. Hier was men aan het schaatsen zodat we zonder vrees de plas overstaken. Maar het ijs was nog niet zo sterk dat het 5 mannen naast elkaar kon dragen. Af en toe begon het vervaarlijk te kraken. In de noordwand zitten een groot aantal nesten van oeverzwaluwen. Hierna zijn we de plas weer overgestoken richting Bokeloh en het bos richting de Hase gegaan. Je komt nu op een open grasgebied waar we de Hase nog eens hebben bekeken. We zijn nu stroomopwaarts de Hase gelopen. Na een gegeven moment kwamen we bij de plek vlakbij waar de aardverschuiving had plaatsgevonden. We zijn hier naar beneden gegaan en kwamen hier en val tegen met een dode Muskusrat tegen. Nadat we de aardverschuiving hadden bekeken bleek dat in dit gebied vroeger ook al gebruikt was als stortplaats want we troffen hier beton aan. We zijn het pad langs de Hase gevolgd tot aan de Alt Arm en hier linksaf langs de oever gelopen. Hoewel we hier al vaak langs gekomen waren zie iedere keer op dit mooie stuk wel iets anders. Dit keer viel ons oog op een Eik die omgewaaid was op een gaffel van een Beuk. Het rare was dat beide bomen volkomen in elkaar waren vergroeid. Even verder vonden we een dode Watervleermuis die de strenge vorst niet had overleefd. We zijn het pad vervolgd en naar een stuk de bosrand langs het weidegebied te hebben vervolgd zijn we de weide overgestoken, en het bosje in het weidegebied doorzocht naar sporen. Hier kwamen we een paar legers tegen van reeën. Aan het eind van het bosje het weiland weer overgestoken richting kolk. Langs de kolk omhoog de heuvelrug omhoog gegaan het bos in totdat we op het pad in noordzuidrichting kwamen. Dit pad gevolgd in zuidelijke richting tot we bij de T-splitsing kwamen hier rechtsaf geslagen en het pad rechtdoor gevolg tot bijna Groß Dörgen. Hier zijn we rechtsaf geslagen het dennenbos in zodat we achter de schuur uitkwamen voor de hoeve van Rolfers. Bij aankomst was het 13:45 en was het tijd voor de “apenlulletjes” (knakworst) met brood. Ondertussen hebben we vouwwagen ontruimt. Hoewel we `s morgens alles los hadden gegooid was de waterdamp bevroren en de ijsafzetting die de binnen en buitentent aan elkaar had gevroren zat er nog. Er zat niets anders op om het gehele tent gedeeltelijk te demonteren en binnen in de bak te leggen. Tegen 15:30 was het dan zover we hadden alles naar binnen, de tent in de vouwwagen en de apenlulletje in de maag. Vertrekken dus, naar een stop bij de parkeerplaats aan de snelweg van Meppen naar Haselune, om het afval kwijt te raken in de containers, en een sigaartje de weg vervolg via Meppen naar klazienaveen. Van hier naar Erica en naar Oei-oei te hebben afgezet, bij mij de vouwwagen uit elkaar gehaald en de tent en slaapcabines bij mij op de zolder gebracht om te ontdooien en te drogen. Het was onderhand 16:30 en naar afscheid van elkaar te hebben genomen konden we terugzien op een koud maar leerzaam weekend. Batman.
Geef een reactie