2005 April

Laat verslag van het Sus Scrofa observatieweekend op een, twee, en drie april 2005. Vrijdag één april 2005. Vanmorgen reeds vroeg, ergens tussen zes en negen, ging bij Sus Scrofa de krul in de staart: observatieweekend aangebroken. Waar andere keren enige zwijnen vooruitreizen om kwartier te maken, was deze keer het voltallige team in staat reeds in den morgen te vertrekken. Jongebeer BamBam moest vanwege een afspraak een zijner spruiten met de bisschop weliswaar verstek laten gaan, hij wenste toch op eigen gelegenheid een deel van de dag in het Hasedal met de rest door te brengen. Salon de KetelNa een korte reis door de zuidoosthoek zat de bus vol zwijnen, en konden wij richting de grens. Wacht! Bier, takkeworst en hartige versnaperingen moeten nog verzameld! Gezellig, eerst winkelen bij een Klazienavener grootgrutter. Deze uiterst vriendelijke handelsman had voor ons koffie laten zetten door een aardige mevrouw. Niet teleur willend stellen, dronken wij een bakje. Het is gratis, dus waarom niet. Bier konden wij hier wel kopen tegen een concurrerende prijs, takkeworst is echter met nadruk een Duits product, daarvoor moet je naar de marktkoop. Volgens traditie de marktkoop onveilig gemaakt, en dan honger. Vóór de marktkoop stond een nering ener zuidoosteuropese handelaar, hij verkocht döner kebab. (Dat is een soort pannenkoek met dood schaap, kool en knoflook. Misschien ook goed tegen de muggen.) Vult goed, een dergelijk ding van alle delen van de schijf van vijf. Eindelijk konden wij door naar het Hasedal, naar onze geliefde Salon “de Ketel”, bijna konden wij zingen van “stookt het vuur ’t is avondstonde”, bijna, want niemand durfde te beginnen. Aangekomen in Groot Dörgen (het is eigenlijk Groringeles Dörgen, Duitsers vinden dat zelf ook te lang, en hebben voor ringeles een apart teken, nl. ß, maar dat zit weer niet op een Nederlands toetsenbord, bovendien spreek je het teken uit als een s, waardoor Groringeles, geschreven als Groß, wordt uitgesproken als Groos, wat naar het Nederlands vertaalt gewoon groot betekent. Doe niet moeilijk denk ik dan, en zeg ook gewoon groot, cq typ dat. Dit even terzijde) moesten wij een teleurstelling wegslikken: die van Jongebeer BamBam. Het maken van ons kwartier had deze keer zolang geduurd, dat hij volgens belofte aan zijn lieftallige eega bij onze aankomst reeds naar huis moest wederkeren. Gelukkig had hij, olie op papier, een afbeelding van de Salon voor ons gebasteld, zodat hij in de geest nog bij ons kon blijven. Het wegslikken ener teleurstelling is een droge aangelegenheid, en hoewel wij het met koffie hebben geprobeerd, moet ik aangeven dat gerstenat, liefst in combinatie met een vrolijk knapperend kampvuur, door ons inmiddels ontstoken, efficiënter is. Vrolijke verhalen bij een vrolijk knapperend kampvuur leiden bij zwijnen tot vrolijk consumeren. De tijd verstrijkt ongemerkt, tot de dorst is gelest en de honger zich meld. Zullen wij eten? Neen, wij gaan eerst een kleine omzwerving maken, klein vanwege de fysieke beperkingen een onzer, omzwerving vanwege het observerende karakter onzer vereniging. Vlak bij de ketel vonden wij een merkwaardig fenomeen: een boom wiens takken, dik en stevig, naar de grond terug negen. Hert besloot via de tak naar de stam te lopen. Dit kon als enkele medezwijnen de tak iets verder naar de grond trokken teneinde een aangename opstaphoogte te creëren. Gedaan zoals besproken, Hert nadert de hoogte van pak hem beet (persoonlijk ben ik voorstander van de uitdrukking “pak haar beet”, ik vind dat de uitdrukking dan aangenamer aanvoelt) twee meter, als hij plots zijn naam eer aandoet: hij vliegt, doch land niet geheel en al op zijn normale landingsgestel. Volgens Hert was zijn vlucht het gevolg van een plotselinge opwaartse beweging van de tak, maar niemand had dan ook gezegd dat we die tak moesten blíjven vasthouden. Hert ziet het even niet meer en klaagt over kortzichtigheid, nee niet die van zijn Sus Scrolegas, zo gaan wij niet met elkaar om, Hert is zijn bril kwijt. Fallen of of his deer nose. (Engels woordgrapje). Problemen zijn pas problemen als er geen oplossing voor is. Linie vormen, voetje voor voetje over het rampgebied, en Hert vind zijn bril terug juist voor hij er zelf op gaat staan. Geen probleem. We besluiten nog even langs Jedhis schoonvolk te gaan. Al wandelend raken Hert en Jedhi elkaar onzacht. Niet onvriendelijk, wel onzacht. Dit heeft voor de rest van het weekend dan nog onvermoede gevolgen. Schoonvolk heeft geen tijd voor ons, ze zijn het gazon grootschalig aan het verticuteren. Met geweld. Dat wordt nieuw inzaaien. Wij gaan terug naar onze Ketel. Het is nu toch echt wel tijd voor Struyckproducten. Na een enkele versnapering. Of twee. Er is, na het eten, wat niet iedereen even bewust meemaakt, maar een conclusie mogelijk: struyck is niet lekker en niet genoeg. Gelukkig zijn er nog pindas. Nadat onze Uil, in al zijn vermeende wijsheid, ons heeft voorgelicht over het wereldbeeld ten tijde van zijn geboorte, aan de hand van voorbeelden uit de Katholieke Illustratie, (die iemand niet meer thuis wou opbergen), hebben we onze slaapzakken uitgerold.

[slideshow_deploy id=’2485′]

Goedenachgngngngnggggggggggg…. Zaterdag twee april. Gevoelsmatig reeds vroeg zaten wij deze zaterdag weer bij ons kampvuur. Het vrijdag gebouwde windscherm, wie kan er zonder, maakte dit een aangename verpozing. De activiteiten van een landbouwer op het belendende perceel waren minder. Hij speelde voor strontboer. Live and stinking. Positieve kant van zijn activiteiten: alle strontvliegen verzamelden zich net buiten het hek. Geen last meer van gehad. Een onzer Sus Scrolegas echter kon zijn instinkt (!) niet weerstaan: de dwangmatige neiging tot het besturen van een landbouwtractor tijdens de koffiebreak van de vriendelijke landbouwer. Even op en neer. Niks aan de hand. Geen stront aan de knikker zogezegd. Tot de heer landbouwer terugkwam. • Wie hefteropmientrekkerzeten. Maar dan wat duitser. • Gieniene mienjong. (Nooit je afkomst zonder meer prijsgeven, breng ze op een dwaalspoor). • Maar ik zie toch dat dat ding hef reden! • Woaran dan? • An de sporen in de stront! •  Maar dat bint trekkersporen, dus dan hef joen trekker dat toch zulf doan! Afijn, een discussie met een vertoornde landbouwer leidt tot niets, dus is negeren de beste oplossing. Of negeren op enige afstand, dat klaart de lucht (ook betekenend geur) nog meer. Wandelen en observeren dus. Nu bleek echter dat de onzachte aanraking tussen Hert en Jedhi op de vrijdag een verstrekkend gevolg had, of verrekkend, hoe de lezer het maar wil. Hert had een zere voet. Hert kon nu niet meer ver wandelen.

DSCF0733DSCF0808Twee zwijnen met beperkingen. Daar past de rest zich zo bij aan: niet te ver zwerven, dichtbij observeren. We hadden toch apparatuur mee voor micro-observaties. Die hebben we tentoongesteld en weer ingepakt. Wat je niet gebruikt hoef je niet schoon te maken. Korte wandeling, terug naar het kampvuur, de wind in de zeilen. Das beter dan in of uit de rug, in deze omstandigheden. Zo’n kampvuur verleidt tot verhalen, verleidt tot blijven waar je bent, tot het innemende gedrag waarvan wij ook bekend zijn. En hoewel een dag lang kan duren als je niets doet, was het toch plotsklaps tijd voor de zon om onder te gaan. Allemaal naar de voetgangersbrug, de ondergaande zon fotograferen. Schiet op, anders is hij/zij weg. Toch gelukt hoor, zie illustratie. Ondergaande zon, 2-4-05 19.45h

DSCF0850Ondergaande zonDe rest van de avond hebben wij passend doorgebracht met innemend gedrag, lodderogen, diepzinnige discussies over nut, noodzaak en kwaliteit van hare majesteits wapentroepen ten opzichte van die van andere mogendheden, tukjes tussendoor, totdat ook nu weer alle gordijnen dichtvielen, en eenieder in blinde onmacht in zijn slaapzak nederzeeg, dan wel opklom tot het niveau van slaapzak. Zondag drie april. Zoals het betaamt, scheen de zon. Wellicht dat de temperatuur ongewoon hoog was voor de tijd van april, dan wel het jaar, maar wij Sussen Scrofas hebben ook rechten. Na een stevig ontbijt met eieren en augurken, koffie en bier, brood en worst, viel er een besluit. Boing. We gaan vandaag observeren vanonder een camonetje in de zon in de weide langs de Hase. Indianenvrouwdal. Met een camonet kun je van alles camoufleren. En andere speelse mogelijkheden heeft zo’n netje ook.

Groene SpechtSpeenkruid 1Verstoppertje, spelen voor Julius Ceasar, gebruik als grand foulard, over een bank gebouwd van medekampeerders, te veel om op te noemen. Wat hebben wij geobserveerd: Speenkruid 1 Salon de Ketel, 3-4-5, 12.00u, 22°C Het is vandaag zo warm, opmerkelijk na de gigasneeuwbuien in maart, juist geen volle maand terug, wij besluiten onze uitbundige hoeveelheid witte huid bloot te stellen aan de zon. Heel aangenaam, geen kijk, maar wel heel aangenaam. Het meest doet dit tafereel nog denken aan walrussen. Hier is een foto van, maar niet op mijn digitale rolletje. Helaas zal zonder die foto niemand ooit geloven dat we hebben gezonnebaad. En dan het hoogtepunt, qua observatie, rustig blijven, geen omtrekkende bewegingen, gewoon de zoom goed gebruiken: Groene specht 1 Na een dergelijk hoogtepunt kun je niet anders, dan moet je opruimen en naar huis, in stilte nagenieten, en vooruitkijken naar een volgend weekend. Na lange tijd, toch uw aller Oei Oei.

 


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *